H4 Marktresultaat en overheidsinvloed (4.1 t/m 4.7)

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Vorige les
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Asymmetrische informatie aantonen en bepalen hoe partijen daarop inspelen. 
  • Averechtse selectie aantonen. 
  • Goederen indelen in individuele en collectieve goederen. 
  • Met behulp van het gevangenendilemma problemen analyseren. 
  • Uitleggen dat er meetliftersgedrag kan optreden.  
  • Uitleggen waardoor de suboptimale uitkomst beïnvloed kan worden. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sommige economen zeggen dat de overheid zich niet met de markt moet bemoeien. Behalve als er sprake is van .....

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Er wordt een hek gebouwd in het dorp van Jan. De buren van Jan zijn hier heel blij mee en vinden de bouw van dit hek ook erg belangrijk. De buren van Jan betalen daarom ook voor dit hek. Jan betaalt niet. Hij denkt: als mijn buren al voor dit nieuwe hek gaan betalen, waarom zou ik dan ook nog gaan betalen? Dit is een typisch voorbeeld van meeliftersgedrag, maar hoe kan meeliftersgedrag voorkomen worden?

A
Als de buren van Jan, Jan dwingen om ook mee te betalen
B
Door belasting
C
Door gedwongen belastinginning door de overheid
D
Als Jan betaalt voor een andere nieuwe voorziening in het dorp

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Marktfalen
De markt werkt niet perfect.
Oorzaken van marktfalen zijn:
  1. Marktmacht (vb. Monopolie)
  2.  Externe effecten (vb. milieuvervuiling, gezondheidseffecten)
  3. Gebrekkige informatie
  4. collectieve goederen, die niet via de markt verhandeld kunnen worden omdat er geen individueel prijskaartje aan hangt (vb. dijken en rechtspraak)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk economisch begrip geeft aan dat we te maken hebben met gebrekkige informatie?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Asymmetrische informatie
Asymmetrische informatie: Wanneer de ene partij meer informatie heeft dan de andere partij


Voorbeeld: Ziektekostenverzekering: Verzekeringsnemer weet meer over zijn gezondheid/persoonlijke risico's dan verzekeringsmaatschappij 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan er tegen asymmetrische informatie worden gedaan? En wat is het nadeel?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Asymmetrische info leidt tot averechtse selectie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Averechtse selectie
Averechtse selectie: Mensen met een hoog risico op schade verzekeren zich en mensen met een laag risico niet


Verzekeraars kunnen hun verzekeringen alleen in stand houden als zij ook inkomsten ontvangen van mensen met een laag risico op schade!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
Averechtse selectie: alleen mensen die van zichzelf weten dat ze groot risico lopen nemen de verzekering.
  • Wat gebeurt er met de premie door averechtse selectie?
  • Risico dat de verzekeraar moet dekken wordt groter > premie gaat omhoog

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve goederen
  • Niet-uitsluitbaar
  • Niet-rivaliserend (producten blijven beschikbaar)
  • Bij allocatie door de markt zouden er geen collectieve goederen tot stand komen.
  • Aanbod van collectieve goederen door de overheid waarbij iedereen gedwongen meebetaalt. (belasting)


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zijn collectieve goederen schaars?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



1. Neem de matrix over en zet streepjes. 
2. Schrijf de strategie uit van de rijspeler. 
3. Schrijf de strategie uit van de kolomspeler. 
4. Noteer het evenwicht.
5. Is er sprake van een gevangenendilemma?

Tip: Noteer de getallen!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de dominante strategie van de rijspeler? Noteer op de juiste manier.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling: het Nash-evenwicht is altijd de beste uitkomst van het spel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een evenwicht in dominante strategieën is per definitie een Nash-evenwicht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maken H4.1 t/m 4.7
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen via Google Meet
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Averechtse selectie wil zeggen dat ....
A
alleen mensen met hoog risico zich verzekeren
B
mensen roekelozer gedrag gaan vertonen als ze verzekerd zijn
C
de premie hoger wordt als je een groter risico hebt
D
er geen sprake is van informatieasymmetrie

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg de begrippen niet-rivaliserend en uitsluitbaarheid uit gekoppeld aan het begrip collectieve goederen.

Slide 22 - Open vraag

Rivaliserend: als je een goed koopt, kan een ander het niet meer kopen. 

Uitsluitbaarheid: als je niet betaald, word je uitgesloten van dit goed.
Lesdoelen
Aan het einde van de les
Uitleggen dat zelfbinding invloed kan hebben op de uitkomst van een gevangenendilemma.
Uitleggen dat het toekennen van eigendomsrechten een oplossing kan zijn voor het uitputten van vrije goederen. 
Uitleggen wanneer er sprake is van negatieve/positieve externe effecten. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als Noordmeren bijdraagt dan, draagt Zuidmeren niet bij, want 6 is meer dan 2. 
Als Noordmeren niet bijdraagt, dan draagt Zuidmeren niet bij, want 0 is mer dan -2. 
De dominante strategie van Zuidmeren is niet bijdragen. 
Als Zuidmeren bijdraagt, dan draagt Noordmeren niet bij, want 6 is meer dan 2. 
Als Zuidmeren niet bijdraagt, dan draagt Noordmeren niet bij, want 0 is meer dan -2. 
De dominante strategie van Noordmeren is niet bijdragen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevangenendilemma
Het nash-evenwicht is 0;0
Er is sprake van een gevangenendilemma, want het evenwicht is suboptimaal. 2 ; 2 is voor beide spelers beter. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als oplossing in voor dit gevangenendilemma wil de wethouder van Zuid openbaar beloven om het gebied schoon te maken. Waar is dit een voorbeeld van?
A
Averechtse selectie
B
Zelfbinding
C
Berovingsprobleem
D
Verzonken kosten

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom de gemeenschappelijke weide wel rivaliserend is, maar niet uitsluitbaar.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Externe effecten, overheidsingrijpen
Extern effect: 
effect als gevolg van 
productie en consumptie --> 
Niet bij de prijs inbegrepen.

Negatieve externe effecten &  
positieve externe effecten

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij het restaureren van een monumentaal gebouw treden ook positieve externe effecten op. Een voorbeeld van zo'n positief extern effect is...
A
meer werk voor de betrokken vaklieden
B
mooier uitzicht voor de omwonenden
C
het gebouw zal langer meegaan
D
lagere onderhoudskosten voor de gemeente

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Maken 4.8 tot en met 4.14
Klaar? Nakijken & check of je bij bent met de opdrachten.
Vragen? Zachtjes overleggen/vragen aan je docent. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies