Voorbereiding informele brief

Vertel wat je gedaan hebt in je vakantie. Noem drie dingen.
1 / 30
volgende
Slide 1: Open vraag
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Vertel wat je gedaan hebt in je vakantie. Noem drie dingen.

Slide 1 - Open vraag

La lettre informelle

Slide 2 - Tekstslide

Voorbereiding informele brief 
In deze les behandelen we situaties die aan bod kunnen komen in een informele brief. Gebruik de WRTS lijst met handige zinnen voor de taalreis indien nodig.

Bonne chance!

Slide 3 - Tekstslide

De informele brief begint met plaats en datum. Gebruik de datum van vandaag.

Slide 4 - Open vraag

Noteer de volgende data in het Frans:
4 februari, 1 maart, 18 juli, 22 mei

Slide 5 - Open vraag

Je stuurt een brief aan je vriend Pierre. Noteer een goede aanhef.

Slide 6 - Open vraag

Je stuurt een brief aan je vriendin Anne. Noteer een goede aanhef.

Slide 7 - Open vraag

Hoe kun je je brief ook beginnen?

Slide 8 - Woordweb

Bedank de ander voor zijn bericht/mail/brief.

Slide 9 - Open vraag

Vraag de ander hoe het gaat.

Slide 10 - Open vraag

Zeg dat het goed gaat met jou.

Slide 11 - Open vraag

Vertel hoe je heet.

Slide 12 - Open vraag

Vertel waar je woont. Noem je wooplaats en land.

Slide 13 - Open vraag

Vertel hoe oud je bent.

Slide 14 - Open vraag

Vertel hoeveel broers of zussen je hebt.

Slide 15 - Open vraag

Vertel op welke school je zit. Gebruik het werkwoord être.

Slide 16 - Open vraag

Vertel waar je van houdt. Gebruik het werkwoord aimer.

Slide 17 - Open vraag

Vertel welk eten je lekker vindt. Gebruik het werkwoord aimer/adorer.

Slide 18 - Open vraag

Vertel wat je niet leuk/lekker vindt. Gebruik het werkwoord détester.

Slide 19 - Open vraag

Vertel wat je doet in je vrije tijd.
Gebruik de werkwoorden faire of jouer.

Slide 20 - Open vraag

Stel drie vragen aan de ander.
Je kent hem/haar nog niet.

Slide 21 - Open vraag

Stel drie vragen aan de ander.
Je kent hem/haar al wel.

Slide 22 - Open vraag

Zeg dat de ander de groetjes moet doen aan zijn ouders.

Slide 23 - Open vraag

Feliciteer de ander met zijn/haar verjaardag.

Slide 24 - Open vraag

Nodig de ander uit voor jouw feest.

Slide 25 - Open vraag

Nodig de ander uit om bij jou te komen.

Slide 26 - Open vraag

Vraag de ander om mee naar de bioscoop te gaan.

Slide 27 - Open vraag

Stel de ander voor om mee naar het stadscentrum te gaan.

Slide 28 - Open vraag

Noem twee dingen die je gaat doen in het weekend.

Slide 29 - Open vraag

Hoe kun je je brief afsluiten?

Slide 30 - Woordweb