hart en vaten

Start module
Voorstellen;
Aanwijzingsbrief doornemen;
Administratie regelen.


1 / 75
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 75 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Start module
Voorstellen;
Aanwijzingsbrief doornemen;
Administratie regelen.


Slide 1 - Tekstslide

Administratie
  • Zet je naam op de uitgedeelde moduleboek.
  • Maak groepjes van 2, zó dat je goed kunt samenwerken én allebei een even groot aandeel levert én elkaar durft aan te spreken op niet voldoende doen!
  • Maak een Word-document met een titel waarin Hart en vaten staat en jullie naam. Deel deze met mij en elkaar, zodat ik huiswerk kan checken en beide erin kunnen werken.

Slide 2 - Tekstslide

Groepsopdracht
Schrijven van een artikel vanuit een bepaald beroepsperspectief.
Geef elkaar feedback.

Slide 3 - Tekstslide

Centrale vragen
Wat is de normale functie van hart en vaten?
Hoe verandert deze functie in aanloop naar en als gevolg van een hartinfarct?
Beantwoord in hoofdstuk 1-7.

Slide 4 - Tekstslide

Keuzehoofdstukken
Rond de vraag: 'Welke wetenschappelijke en technische methoden worden ingezet bij risicoreductie en het behandelen van een hartinfarct?'

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
Meerdere oorzaken voor hartstilstand:
  • ademstilstand
  • teveel bloedverlies
  • hartinfarct
  • elektrocutie
  • beschadiging hart

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een hartstilstand?

Leerdoelen:

  • het verschil tussen hartstilstand en hartinfarct;
  • De verschillende stappen uit de keten van overleving benoemen;
  • welke handelingen staan centraal in de 6 min. campagne;
  • hartmassage, mond-op-mond beademing en de AED;


Slide 7 - Tekstslide

Hartstilstand: hart pompt geen bloed meer rond
Onderzochte oorzaak in module: door hartstilstand
Hartinfarct: (een deel van) het hart heeft niet genoeg zuurstof gekregen en sterft af
Oorzaak: afsluiting in kransslagader(s)

Slide 8 - Tekstslide

Reanimeren

Doel is de circulatie van zuurstofrijkbloed op gang te houden.

Nodig: hartmassage en beademen

Hierdoor zullen organen niet afsterven vanwege zuurstofgebrek

Het hart gaat niet regelmatig kloppen, daarvoor is een schok nodig.

Slide 9 - Tekstslide

Aan het werk
Maak opdr 1-1 t/m 1-8 plus slotvraag.

Slide 10 - Tekstslide

Ho 2 Het hart en vaatstelsel

Hart heeft pompfunctie, bij slecht functioneren: andere organen nemen handhaven homeostase over, met name bloeddruk.

Homeostase zorgt voor stabiele waardes.

Regelsysteem: via negatieve feedback.

Bloeddruk: meetsystemen in aorta, beïnvloeden in nieren productie renine, dat bloedvaten vernauwt.

Slide 11 - Tekstslide

Grote bloedsomloop


Afgeven zuurstof aan organen,

opname koolstofdioxide van de organen

Hart -> organen -> hart

Slide 12 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop


Afgeven van koolstofdioxide, opnemen van zuurstof

Hart -> longen -> hart

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Aan het werk
Maak opdr 2-1 t/m 2-8 plus slotvraag.

Slide 17 - Tekstslide

Ho 3 Elektrische activatie
Leerdoelen:
  • kunnen uitleggen hoe de volgorde van elektrische activatie van het hart is
  • kunnen werken met de membraanpotentiaal van het hart
  • kunnen rekenen met de Nernstvergelijking
  • kunnen uitleggen waardoor activatie van één cel andere cellen laat samentrekken

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Binas 84D

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Nernstpotentiaal
De Nernstpotentiaal geeft aan bij welke potentiaal er geen ionen meer bij open ionkanalen door de membraan gaan.
Bij iontransport speelt een concentratieverschil die ionen van hoge naar lage concentratie laat gaan. Daarnaast speelt een elektrische gradiënt door lading van een ion en een lading van de membraan. Die samen leveren een evenwichtssituatie op bij een membraanpotentiaal

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Aan het werk
Maak opdr 3-1 t/m 3-10 plus slotvraag.

Slide 25 - Tekstslide

Ho 4 Elektrocardiografie
Leerdoelen:
  • kunnen uitleggen hoe een ECG tot stand komt
  • Verklaren wat te zien is in ECG

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

ECG infarct
ECG

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Aan het werk
Maak opdr 4-1 t/m 4-3 plus slotvraag.

Slide 30 - Tekstslide

Hoofdstuk 5
Leerdoelen:
  • De parameters van CO kennen
  • kunnen uitleggen wat je kunt met een Wiggerdiagram
  • de arbeid uit een p-V-diagram kunnen uitrekenen
  • cardiac output kunnen bepalen door slagfrequentie en slagvolume te gebruiken
  • begrippen preload, afterload en contractiliteit uitleggen

Slide 31 - Tekstslide

Cardiac output
Wordt ook wel hartminuutvolume genoemd
het aantal liters dat hart per minuut rondpompt
Is afhankelijk van frequentie en slagvolume
Frequentie wordt bepaald door sinusknoop, in combinatie met autonome zenuwstelsel

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

sympatische zenuwstelsel: (nor)adrenaline 
parasympathische zenuwstelsel beïnvloedt repolarisatie

Slide 34 - Tekstslide

Preload
  • druk in hart aan eind van diastole.
  • Afhankelijk van hoeveel bloed naar hart.
  • Hoe gevulder, hoe krachtiger de samentrekking; geregeld door (ortho)sympatische zenuwstelsel. 

Slide 35 - Tekstslide

Afterload
  • hoeveel bloed kan eruit gepompt worden, vanwege de druk in de bloedvaten.
  • afhankelijk van de druk in de aorta: aortaklep open bij hogere druk in kamer dan in aorta.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Binas 84D3

Slide 38 - Tekstslide

Vullen boezems
Vullen kamers
Blauwe - en groene lijn: kamer is afgesloten, gelijk volume

Slide 39 - Tekstslide

Aan het werk
Maken 5.1 t/m 5.8 plus slotvraag.

Slide 40 - Tekstslide

Hoofdstuk 6

Leerdoelen:

  • relatie kunnen leggen tussen bouw en functie van bloedvaten
  • relatie kunnen leggen tussen het bloedvat en de bloeddruk

Slide 41 - Tekstslide

bloeddruk

Slide 42 - Tekstslide

Bouw bloedvaten


Slide 43 - Tekstslide

slagader en ader
haarvat

Slide 44 - Tekstslide

Slagader is moeilijk op te rekken door dikke spierlaag en elastisch weefsel, wel erg elastisch. 
Ader omgekeerd: makkelijk op te rekken, niet erg elastisch.
Bloed in slagader blijft niet makkelijk op één plek, maar door rekbaarheid voortgestuwd; volume bloed in slagader blijft beperkt hierdoor.
Volume bloed in aders groot.

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Hoofdstuk 7

Leerdoelen:

  • Oorzaken en gevolgen van een hartinfarct kunnen noemen

Slide 48 - Tekstslide

Oorzaken:
-1- Atherosclerose: dichtslibben slagaders, hierdoor nauwere doorgang
Dichtslibben gevolg van cholesterol gerelateerd aan grote LDL (Low Density Lipoprotein)/ HDL verhouding

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Video

-2 Angina pectoris: pijn op de borst, vat is niet volledig dicht, maar hart krijgt niet genoeg zuurstof

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Video

Wet van Poiseuille
De relatie tussen de flow van een vloeistof als functie van de druk.
De volumestroom= drukverschil aan de uiteinden: weerstand.


Bij een practicum ga je die relatie onderzoeken.

L=lengte buis
       = viscositeit

Slide 53 - Tekstslide

Aan het werk
Maken 6.1 t/m 6.5 plus slotvraag, 7.1 t/m 7.6.

Slide 54 - Tekstslide

Flow practicum
In tweetallen metingen verrichten, er zijn twee opstellingen.
Leerdoelen:
  • de wet van Poiseuille kunnen uitleggen en verband met bloedsomloop kunnen uitleggen
  • mbv de wet de gevolgen van atherosclerose op stroomsnelheid kunnen uitleggen

Slide 55 - Tekstslide

Slide 56 - Tekstslide


Bij het practicum krijg je 4 verschillende diameters buisjes. 
Per buisje meet je hoeveel tijd het kost om 1 l door dit buisje te laten gaan.
Maak de vragen bij dit practicum.

Slide 57 - Tekstslide

Hartinfarct
De oorzaak van een hartinfarct is een afsluiting van een deel van een kransslagader.
Een deel van het hart krijgt hierdoor geen zuurstof en voedingsstoffen.

Slide 58 - Tekstslide

Gevolgen hartinfarct
  1. de energiehuishouding gaat van aeroob naar anaeroob;
  2. Hierdoor te weinig ATP gevormd;
  3. Ca2+ kan niet meer uit cellen getransporteerd, Na+ en K+ gradiënten kunnen ook niet in stand gehouden worden;
  4. Dit heeft gevolgen voor de impulsgeleiding;
  5. Ook slechte afvoer, daardoor ophoping K+ buiten cel;
  6. Verlies samentrekking, impuls moet om infarct.

Slide 59 - Tekstslide

Restschade
Afhankelijk van de plek van het infarct, treedt genezing op, dwz opruimen dode hartcellen en vervangen door bindweefsel;
Gevolg: pompkracht minder dan daarvoor.
Is de plek té centraal, dan is een te groot deel niet meer functioneel, dan leidt dit tot overlijden.

Slide 60 - Tekstslide

Hartritmestoornissen
In rust is een frequentie van 60-100 slagen per minuut normaal;
Bradycardie: minder dan 60 slagen per minuut;
Tachycardie: meer dan 100 slagen per minuut.

Boezemfibrilleren: geen punt, kamer wordt toch gevuld;
Kamerfibrilleren: probleem, te weinig bloed naar lichaam.

Slide 61 - Tekstslide

Ho 8 risicofactoren
Leerdoelen:
  • Verschillende factoren kunnen indelen in één van de vier typen
  • Weten waardoor roken, overgewicht, te hoog cholesterolgehalte en stress de kans op een hartinfarct verhogen

Slide 62 - Tekstslide

Risicofactor 1
Biologische risicofactoren:
zijn niet te beïnvloeden: toenemende leeftijd, geslacht, familiaire belasting

Slide 63 - Tekstslide

Risicofactor 2
Deze leveren een grotere kans op een hartinfarct doordat regelmechanismen ontregeld zijn
hoge bloeddruk, hoog cholesterol, suikerziekte
Dit is te beïnvloeden, door minder suikerinname, meer sporten, minder vet eten

Slide 64 - Tekstslide

Risicofactor 3
Deze zorgen voor een hogere kans op een hartinfarct doordat de leefgewoonten slecht zijn.
Denk aan roken, overmatig alcohol, overgewicht
Dit is meestal goed te beïnvloeden.

Slide 65 - Tekstslide

Risicofactor 4
Hierbij is er schade aan hart en vaten die onomkeerbaar is:
bijv eerder hartinfarct

Slide 66 - Tekstslide

Ho 9 Behandelmethoden
Leerdoelen:
  • weten welke behandelmethodes mogelijk zijn bij risico op hart- en vaatziekten
  • de werking van verschillende farmaceutische behandelmethoden kennen

Slide 67 - Tekstslide

artikel
Leerdoelen:
  • Breed zicht op onderzoek dat gebeurt rond hartinfarct
  • zelf informatie zoeken op internet
  • een artikel schrijven
  • peer feedback geven op elkaar

Slide 68 - Tekstslide

Groepje van 2-3 personen
  • Artikel van elk groepje gaat over ander deel van onderzoek;
  • Begrijpelijk voor medeleerlingen: geen herhaling lesstof;
  • Artikel geeft antwoord op een vraag die relevant is voor je beroepsgroep;
  • Spits vraag toe op gekozen beroepsgroep of bedenk zelf een vraag;
  • Vraag goedkeuring voor je onderzoeksvraag!

Slide 69 - Tekstslide

informatie op folder
Informatie op de folder op basis van meerdere van onderstaande vragen (check nakijkmodel):
  • Wat zijn recente onderzoeken vanuit het beroep?
  • Welke technologische ontwikkelingen zijn doorgevoerd door de beroepsgroep?
  • Waardoor is de beroepsgroep zo belangrijk voor de maatschappij?

Slide 70 - Tekstslide

  • welke invloed heeft de beroepsgroep op de inschatting van individuele risico's op hart- en vaatziekten?
  • in welke mate heeft de beroepsgroep invloed op een betere of prettigere behandeling van de patiënt?
  • op welke manier kan de beroepsgroep de pompfunctie van het hart verbeteren?
  • wordt bijgedragen aan het voorkómen van een hartinfarct?

Slide 71 - Tekstslide

verdere informatie
  • doelgroep: medeleerlingen 5H/6V met biologie
  • zorg dat de folder er aantrekkelijk uitziet
  • de tekst moet logisch opgebouwd zijn
  • bronnen moeten verwerkt zijn in tekst en er moet naar verwezen worden
  • figuren passend en voorzien van titel en nummer
  • goed taalgebruik/woordkeuze

Slide 72 - Tekstslide

Literatuuronderzoek
  • start voor informatie met logische websites: hartstichting.nl; bioplek.org; kennislink.nl; biomedisch.nl
  • Maak korte samenvatting en overleg wat erin moet;

Slide 73 - Tekstslide

Tekst
  • Zakelijk geschreven, vanuit 3e persoon;
  • Literatuurverwijzingen op de APA manier;
  • Belangrijk onderdeel is peer review: commentaar van medeleerlingen;
  • Commentaar verwerken
  • Definitieve versie beoordeeld door docent. 

Slide 74 - Tekstslide

Planning
15 maart werken aan artikel, kies het deelonderwerp en literatuur kiezen en lezen, vragen voorleggen;
18 + 22 maart schrijf artikel, 3 à 4 pagina's;
22 maart evt starten met peer review;
25 maart peer review gegeven, die les commentaar peer review (zie checklist) verwerken en artikel afmaken.
Inleveren artikel: 2 april 21 uur via Som.

Slide 75 - Tekstslide