4/12 Sinterklaas

• NT2
• ISK

    Welkom in de Sinterklaasles!

Startklaar voor de Sinterklaas-les

• In de kring zitten 
• Telefoon weg
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond 

Sinterklaas

Op welke datum is
Sinterklaas jarig?

1. 1 December
2. 5 December
3. 24 december
4. 5 november

Uit welk land komt Sinterklaas?

1. Turkije
2. Spanje
3. Marokko
4. België

Wie helpt Sinterklaas?

1. Piet
2. Riet
3. Hans
4. Sint

Hoe komt Sinterklaas naar Nederland?

1. met de auto
2. met de (stoom)boot
3. op de fiets
4. met de trein

Welke zin is waar?

1. Sinterklaas geeft cadeautjes.
2. Sinterklaas krijgt cadeautjes.

Wat doen kinderen in de schoen voor Sinterklaas?

1. appel en peer
2. wortel en tekening
3. een cadeau
4. snoepjes

Op welk dier komt Sinterklaas?

1. op een kameel
2. op een paard
3. op een ezel
4. op een olifant

Wat brengt Sinterklaas op
5 december?

1. een cadeautje
2. een geschenk
3. een presentje
4. een pakje

Wat is de officiële naam
van Sinterklaas?

1. Sint Nico
2. Sint Maarten
3. Sint Nicolaas
4. Sinterklaas

Sinterklaas

Dobbelsteenspel

• Gooi de dobbelsteen. (roll the dice) Lees de tekst. Er staat op:
• 1. Jij mag een kado (cadeau)  uitzoeken=You may take a gift
• 2. Ruilen met wie je wil=You can exchange your gift with someone
• 3. Jammer zeg, helemaal niks!=What a shame, absolutely nothing
• 4. Doorgeven=cadeau geven aan je buurman/buurvrouw =Give your gift to your neighbor

stoelendans

• De muziek speelt. Loop langs de stoelen.
• Als de muziek stopt, kies je snel een stoel.
• Als je geen stoel hebt, ga je achter in de klas staan/zitten.