Polaris 1 3 Spiegels en Lenzen B
1 / 15
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Hoe luidt de spiegelwet?
A
∠V = ∠ P
B
∠i = ∠t
C
∠I = ∠T
D
What goes in, does come out
Slide 5 - Quizvraag
Voor de spiegelwet moet je de hoek van inval weten.
Wat is de hoek van inval?
Wat is de hoek van inval?
A
de hoek tussen de invallende lichtstraal en de normaal
B
de hoek tussen de invallende lichtstraal en de spiegel
C
de hoek tussen de invallende lichtstraal en de teruggekaatste lichtstraal
D
de hoek tussen de normaal en de spiegel
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de spiegelwet?
A
Letters die je in een spiegel-beeld ziet zijn omgekeerd
B
Hoek van inval is gelijk aan hoek van terugkaatsing
C
Bolle spiegels zijn groter
dan holle spiegels
D
Een spiegel is altijd vlak
Slide 7 - Quizvraag
welke tekening geeft de spiegelwet juist weer?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 8 - Quizvraag
Matthias kijkt in de spiegel en ziet zijn spiegelbeeld.
Welke bewering over Matthias en zijn spiegelbeeld is juist?
Welke bewering over Matthias en zijn spiegelbeeld is juist?
A
Punt L4 bevindt zich iets dichter bij de spiegel dan punt B4
B
Punt L1 bevindt zich iets verder van de spiegel dan punt B1
C
Punt L3 bevindt zich op precies dezelfde afstand van de spiegel dan punt B3
Slide 9 - Quizvraag
Waar is het spiegelbeeld?
A
Voor de spiegel
B
Op de spiegel
C
Achter de spiegel
Slide 10 - Quizvraag
Waar is
het spiegelbeeld?
het spiegelbeeld?
A
Onder het water
B
Op het water
C
Boven het water
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Er bestaan meerdere lenzen.
Deze lens is...
Deze lens is...
A
Positief
B
Negatief
C
Neutraal
D
Depressief
Slide 14 - Quizvraag
Welke lenzen zijn positieve lenzen
A
A en B
B
C en D
C
A en B en E
D
C en D en E
