W15 TE 3M SGA Les 3

LES 3
Wat ga je leren?
We herhalen een deel van de vormgevingsaspecten:
compositie, vorm en licht

Op Kleur wordt dieper ingegaan.
Na deze les kun je kleurcontrasten beter benoemen en herkennen.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

LES 3
Wat ga je leren?
We herhalen een deel van de vormgevingsaspecten:
compositie, vorm en licht

Op Kleur wordt dieper ingegaan.
Na deze les kun je kleurcontrasten beter benoemen en herkennen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lees Hoofdstuk 3 door

kijk naar de 
dikgedrukte woorden.
Ken je de betekenis hiervan?

Slide 3 - Tekstslide

KEN JE DE BETEKENISSEN VAN DE DIKGEBRUKTE WOORDEN (op blz 26 en 27) NOG?

En face :

En profil :

À trots quart : 

Silhouet : 

Poseren : 

Mythologisch : 

Ets:

Zeefdruk:

Primaire kleur

Secundaire kleur:

Slide 4 - Tekstslide

En face : Van voren
En profil : van de zijkant
À trots quart : 3 kwart

Silhouet : Schaduwvorm

Poseren : Zitten of staan zodat iemand je kan fotograferen of tekenen

Mythologisch : Verhaal uit de Griekse oudheid

Ets: metalen plaat, voorzien van een deklaag waarin met een etsnaald of machinaal lijnen worden getekend die men in het vrijgekomen metaal met een agressieve chemische stof uitbijt, en vervolgens afdrukt door in de ontstane groeven inkt aan te brengen.

Zeefdruk: Vorm van vlakdruk. Afdruk van een raamwerk, bespannen met fijngeweven raster van zijde of kunstvezel, waarop een sjabloon is gelegd. Het afgedekte deel drukt de verf niet af. Voor meerdere kleuren zijn meerdere sjablonen nodig.

Primaire kleur: Basiskleuren; kleuren van de eerste orde.

Secundaire kleur: Kleuren van de 2de orde: je kunt ze enkel verkrijgen door 2 primaire kleuren te mengen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Tonaal kleurgebruik: meerdere tinten van 1 kleur
1 en dezelfde kleur

Slide 24 - Tekstslide

Naturalistisch kleurgebruik (zoals de werkelijkheid).
Symbolisch kleurgebruik: Blauw staat symbool voor de heilige maagd Maria

Slide 25 - Tekstslide

Kleurverloop: geleidelijke overgang van de ene kleur(tint) naar de andere.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

z
Welke is een zeefdruk en welke is een ets?
Welke is een diepdruk en welke is een doordruk of vlakdruk? 
1
2
A
1 is een ets en vlakdruk. 2 is een zeefdruk en een doordruk.
B
1 is een zeefdruk en een vlakdruk en doordruk. 2 is een ets en een diepdruk.
C
1 is een zeefdruk en een diepdruk. 2 is een ets en een vlakdruk.

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

HERHALING:

Voorstelling is "wat het voorstelt, dus wat je kunt herkennen.

Vormgeving gaat ENKEL over de vormgevingsaspecten 
(ook wel beeldende middelen genoemd):
vorm, kleur, compositie, ruimte en licht (lijn, structuur en textuur) 

Slide 30 - Tekstslide


Welke van deze 2 plaatsjes is het meest geposeerd en hoe  zie je dat?

Noem 1 aspect van de voorstelling en 
1 aspect van de vormgeving.
A
Voorstelling: Links is geposeerd omdat ze haar hoofd schuin heeft gedraaid Vormgeving: ze heeft make-up op.
B
Voorstelling: Rechts is geposeerd, want het kind kijkt naar de camera. Vormgeving: Het zijn neutrale kleuren.
C
Voorstelling: Links is geposeerd omdat ze haar hoofd schuin heeft gedraaid Vormgeving: de kleuren van de make up zijn afgestemd op de achtergrond.
D
Voorstelling: Links, want ze lijkt op een kat. Vormgeving: Links want ze heeft felle kleuren in haar make-up.

Slide 31 - Quizvraag


In welke van de 2 plaatjes is er duidelijk sprake van een "KLEURENFAMILIE"?
A
Rechts, want dit is lichtgroen en dat is een tertiaire (pastel)kleur groen.
B
Geen van beiden.
C
Links, want je gebruik de hele "familie" groen".
D
Bij allebei, want ook bij het rechtse vaasje is schaduw gebruikt en lijkt het donkergroen.

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide


Een hart is een symbool voor de liefde.
Noem een aspect van de voorstelling waardoor 'Hart' (rechts) is vervreemd van zijn functie als liefdessymbool.

Noem ook een vormgevingsaspect waardoor 'Hart' (rechts) is vervreemd van zijn functie als liefdessymbool en leg het uit.

A
Voorstelling: Het hart rechts is 3D Vormgeving: het hart is blauw en dat klopt niet
B
Voorstelling: Er zijn voorwerpen (kwasten) op het hart rechts aangebracht. Vormgeving: Het hart rechts is meer 3D dan het hart links.
C
Voorstelling: Het hart links is glad en het hart rechts niet. Vormgeving: Het hart behoort niet 3D te zijn.
D
Voorstelling: Er zijn voorwerpen (kwasten) op het hart rechts aangebracht. Vormgeving: Het hart rechts is niet rood en rood is de symboolkleur voor liefde.

Slide 34 - Quizvraag

Zoek een plaatje op -op het internet- van de mythologische God
die heerste over de aarde en hemel....
Wat was zijn naam?
Lever je plaatje (en de naam van deze God) hieronder in.

Slide 35 - Open vraag

Maak DRIE tekeningen van een realistisch portret

1 tekening van een gezicht 'en face'
1 tekening van een gezicht 'en profile' 
1 tekening van een gezicht 'trois quart' (zie evt. slide 5)

Kleur de portretten in met een KLEURVERLOOP of een VERLOOP in grijstinten
(een geleidelijke overgang van de een naar de andere kleur of van donker naar licht)

Maak een foto van je DRIE tekeningen en lever je tekening in bij:
TEAMS > ALGEMEEN > OPDRACHTEN 
Deadline vrijdag 10 april
Praktische opdracht

Slide 36 - Tekstslide