Rekenen met significante cijfers en wetenschappelijke notatie

Rekenen met significante cijfers en wetenschappelijke notatie

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je rekenen met significante cijfers en wetenschappelijke notatie en voorvoegsels.

Introduceer het leerdoel van de les aan de leerlingen.

Wat weet je al over rekenen met significante cijfers en wetenschappelijke notatie?

Wat zijn significante cijfers?

Significante cijfers zijn de cijfers in een getal die bijdragen aan de nauwkeurigheid van de meting.

Leg uit wat significante cijfers zijn en waarom ze belangrijk zijn in de wetenschap.

Hoe bepaal je het aantal significante cijfers?

Regel 1: Alle cijfers van 1 t/m 9 zijn significant. Regel 2: Nullen aan het begin van een getal zijn niet significant.

Beschrijf de regels voor het bepalen van het aantal significante cijfers en geef voorbeelden.

Rekenen met significante cijfers

Bij optellen en aftrekken moet je het eindresultaat afronden op basis van het minst nauwkeurige getal.

Leg uit hoe je moet afronden bij optellen en aftrekken met significante cijfers.

Vermenigvuldigen en delen met significante cijfers

Bij vermenigvuldigen en delen moet je het eindresultaat afronden op basis van het minst aantal significante cijfers.

Leg uit hoe je moet afronden bij vermenigvuldigen en delen met significante cijfers.

Wat is wetenschappelijke notatie?

Wetenschappelijke notatie wordt gebruikt om zeer grote of kleine getallen eenvoudiger te schrijven.

Leg uit wat wetenschappelijke notatie is en waarom het handig is in de wetenschap.

Hoe schrijf je getallen in wetenschappelijke notatie?

Het getal wordt geschreven als een decimaal getal tussen 1 en 10, vermenigvuldigd met een macht van 10.

Geef instructies en voorbeelden over hoe je getallen kunt schrijven in wetenschappelijke notatie.

Rekenen met wetenschappelijke notatie

Bij het vermenigvuldigen en delen van getallen in wetenschappelijke notatie, tel je de machten van 10 op of trek je ze af.

Leg uit hoe je kunt rekenen met getallen in wetenschappelijke notatie en geef voorbeelden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.