SP - Liggend streepje, trema

Vwo4 Nederlands
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vwo4 Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Paragraaf 7: tussenklank is besproken en nagekeken. 
Paragraaf 8: aan elkaar of los behandelen we niet (en zit dus ook niet in de toets).
Paragraaf 9: liggend streepje en een deel van paragraaf 10: nl. trema  behandelen we vandaag. (Weglatingsteken en afbreekteken slaan we over; deze twee onderdelen komen ook niet in de toets.  

Slide 2 - Tekstslide

Trema & koppelteken
Om te voorkomen dat je woorden verkeerd uitspreekt, schrijf je in sommige woorden een trema OF een koppelteken.

Trema: poëzie, judoën, reünie

Koppelteken: logo-ontwerp, zee-egel

Slide 3 - Tekstslide

Trema
Een trema (¨) voorkomt uitspraakverwarring bij woorden die GEEN samenstelling zijn.

Een trema gebruik je dus binnen één woord als er uitspraakverwarring dreigt: Oekraïne, officiële

Waar plaats je het trema?
Sommige woorden krijgen geen trema:
opticien, elektricien
, officieel, begroeiing 

Slide 4 - Tekstslide

Trema
Plaats het trema op de tweede klinker waar het leesprobleem kan ontstaan.

Dus:
- co-ordinator --> coördinator
- zee-en --> zeeën
- vacu-um --> vacuüm
- re-eel --> reëel
- fobie-en --> fobieën

Slide 5 - Tekstslide

Koppelteken
Een koppelteken (-) gebruik je tussen twee delen van een samenstelling:

  • als er uitspraakverwarring dreigt met gelijke klinkers: gala-avond, solo-optreden

  • als er uitspraakverwarring dreigt met andere klinkers: chocolade-ijs, radio-uitzending

Maar: luxeartikel, milieueffect

Slide 6 - Tekstslide

Koppelteken 

vb:
a + icamera-installatie
a + u → cholera-uitbraak
e + i → vanille-ijs
i + j → ski-jack
o + e → domino-effect
o + i → stereo-installatie
o + u → auto-uitlaat
u + i → milieu-inspectie


Een koppelteken gebruik je bij de volgende klinkerbotsingen:

Slide 7 - Tekstslide

Koppelteken
Een koppelteken (-) gebruik je óók:

  • bij aardrijkskundige namen: Noord-Korea, Zuid-Frankrijk
  • voor of na een hoofdletter: A-merk, V-snaar
  • na een cijfer: 18-jarige
  • na een afkorting: gft-afval
  • na een symbool: $-teken

Slide 8 - Tekstslide

Welk woord is goed gespeld?
A
olieexport
B
olie-export
C
olieëxport

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
babyeczeem
B
baby-eczeem
C
babyëczeem

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
wcdeur
B
wc-deur
C
wc deur

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
Nieuw Zeeland
B
nieuw-Zeeland
C
Nieuw-Zeeland
D
nieuw Zeeland

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
gecrëeerd
B
gecreeerd
C
gecreëerd
D
gecreeërd

Slide 13 - Quizvraag