Paragraaf 2.5, deel 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Vandaag

Paragraaf 2.5

     -  Massabewegingen (les 1), erosie, sedimentatie (les 2)

Zelfstandig werken

     - Opdrachten 1, 3, 5 uit het werkboek

     - Extra uitleg

Welke factoren zorgen hier voor een hogere kans op modderstromen?

Antwoord: Relief, neerslag en rotsige ondergrond waardoor bodem snel verzadigd raakt

Wat herkennen we hier? --> Een puinwaaier

Wat herkennen we hier? --> Een aardverschuiving

De volgende stap 

Verwering --> Massabewegingen --> Erosie

Na massabewegingen volgt verdere erosie 

Transport

- Door verwering en massabewegingen zijn stenen zo ver afgebroken dat ze kunnen worden meegenomen 

Na massabewegingen volgt verdere erosie 

Door ijs

Door water

Door wind

Erosie

''De schurende werking van wind, water en ijs aan het aardoppervlak''

     --> Hoe meer relief, hoe meer erosie!

Bron uit het boek 

Voorbeelden van erosie

U-dal (ijs)                    V-dal (water)

Voorbeelden van erosie

De volgende stap 

Verwering --> Massabewegingen --> Erosie --> Sedimentatie

Sedimentatie

''Het neerleggen van materiaal (sediment)''

Sedimentatie

''Het neerleggen van materiaal (sediment)''

     --> Hoe meer reliëf, hoe grovere stukken worden neergelegd

Laat dit zien a.d.h.v. de fles met zand

Grove stenen                                      Zand en klei                                   

Bovenloop                                            Benedenloop

Laat dit zien a.d.h.v. de fles met zand

Sedimentatie

Einde van een rivier noemen we een delta

     --> Water stroomt hier te langzaam voor 1 rivier

Herkent iemand de foto? --> Provincie Zeeland is eigenlijk ook een grote delta

Waarom heeft de Amazone geen delta en de Nijl wel? --> Nijl is te weinig vegetatie waardoor veel sediment kan worden meegenomen 

Huiswerk

- Maak alle opdrachten van 2.5

- Maak eventueel een samenvatting van 2.5