6.5: Vruchten en zaden

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Voortplanting bij planten en dieren

Wat doen we vandaag?

-Herhalen (10 min.)

-Uitleg basisstof 6.5 (5 min.)

-Practicum (15 min.)

-Aan het werk (20 min.)

kelkblad

stamper

meeldraad

kroonblad

Vrouwelijke bloem

Mannelijke bloem

Meeldraden

Stamper

Beslis windbloem of insectenbloem en sleep de juiste kenmerken bij de juiste bloem

veel stuifmeel

weinig stuifmeel

opvallende bloem

onopvallende bloem

maakt geen nectar

maakt nectar

stempel hangt uit de bloem 

stempel zit in de bloem

Stijl

Vruchtbeginsel

Stempel

Wat is bevruchting?

1. Het openbarsten van de stuifmeelbuis
2. Het ontstaan van zaden in het vruchtbeginsel
3. Het versmelten van de kernen van mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen

In de afbeelding heeft
bevruchting plaatsgevonden.

1. Juist
2. Onjuist

Bij zaadplanten vindt eerst bevruchting plaats, daarna bestuiving

1. Juist
2. Onjuist

Waaruit ontstaat een stuifmeeluis?

1. Uit een zaadbeginsel
2. Uit een vruchtbeginsel
3. Uit een stuifmeelkorrel

Lesdoelen

-  Je kunt beschrijven hoe een vrucht ontstaat uit een vruchtbeginsel

Vruchten en zaden

Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten.

Bonen, erwten, pitjes in appels, kersen en tomaten zijn zaden.

Sommige vruchten hebben maar 1 zaad. Een meloen kan meer dan 100 zaden hebben. 

Peulvruchten

Een vrucht

Het vruchtbeginsel wordt groter. Het groeit uit tot een vrucht. De zaden bevinden zich in de vrucht. 

De vrucht van een bonenplant heet een peulvrucht. 

Na bevruchting

Vruchtbeginsel wordt een vrucht

Stamper

na bevruchting 

* zaadbeginsel > zaad

*vruchtbeginsel > vrucht

*bevruchte eicel > kiemplantje

Verschillende vruchten

Vruchtbeginsel wordt 

vruchtvlees

Vruchtvlees = het zachte

soms eetbare gedeelte

van een vrucht

vruchten

Een vrucht ontstaat uit een vruchtbeginsel van een stamper

Boven een vruchtbeginsel zit een stijl en een stempel

 Vruchten en zaden

Het vruchtbeginsel wordt groter.

Het groeit uit tot een vrucht.

De zaden bevinden zich in de vrucht.

Vruchten

Vruchten ontstaan uit het vruchtbeginsel, in de vruchten zitten de zaden van de plant. 

Vruchten kunnen alleen ontstaan door bestuiving.

Ware vrucht

Alleen het vruchtbeginsel groeit uit tot vrucht

Schijnvrucht

Andere plantendelen (naast vruchtbeginsel) zijn ook deel van de vrucht

Uit vruchtbeginsels ontstaan vruchten

Na de bevruchting:

1. Bloemen verschrompelen

2. Zaadbeginsels wordt zaad

3. Vruchtbeginsel wordt vrucht

Na bevruchting

Na bevruchting ontstaan in het vruchtbeginsel zaden.

Het vruchtbeginsel groeit tot een vrucht. 

De zaden bevinden zich in de vrucht.

Practicum "een tomaat"

Werkboek blz. 152

Maak een tekening van een doorsnede van een tomaat

Tijd: 15 minuten

Aan het (huis)werk

Lees blz. 151 t/m 157

Maak basisstof 6.5 opdracht 1 (wb), 3, 4, 5, 6

Uitdaging opdracht 7 + 8

Klaar?

Leer de begrippen van 6.1, 6.2, 6.3 en 6.4