wk 12

Planning maandag
- Herhalen woordsoorten (grammatica)
- Zelfstandig werken
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning maandag
- Herhalen woordsoorten (grammatica)
- Zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welk werkwoord zie je in de onderstaande zin?
De meeste kinderen spelen vaak in de tuin.

Slide 3 - Open vraag

Welk werkwoord zie je in de onderstaande zin?
In het weekeinde slaapt Malou vaak uit tot twaalf uur.

Slide 4 - Open vraag

Welk werkwoord zie je in de onderstaande zin?
De leraar Nederlands legde de werkwoordspelling uit.

Slide 5 - Open vraag

Welk werkwoord zie je in de onderstaande zin?
De ouders van D1 juichen hun kinderen toe tijdens de voetbalwedstrijd.

Slide 6 - Open vraag

Welk werkwoord zie je in de onderstaande zin?
De zanger zong het liefst zonder microfoon.

Slide 7 - Open vraag

Bij welk antwoord vind je drie lidwoorden?
A
In, op, naar
B
De, het, een
C
Mijn, ons, zijn
D
Hoek, straat, steen

Slide 8 - Quizvraag

Bij welk antwoord vind je drie zelfstandige naamwoorden?
A
In, op, naar
B
De, het, een
C
Mijn, ons, zijn
D
Hoek, straat, steen

Slide 9 - Quizvraag

de, het = bepaald lidwoord
een = onbepaald lidwoord

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Typ de zelfstandige naamwoorden en lidwoorden in de onderstaande zin precies over en in de juiste volgorde.
Ik heb een tas

Slide 12 - Open vraag

Typ de zelfstandige naamwoorden en lidwoorden in de onderstaande zin precies over.
Ik stap in de trein

Slide 13 - Open vraag

Typ de zelfstandige naamwoorden en lidwoorden in de onderstaande zin precies over.
Ik hou erg van boeken

Slide 14 - Open vraag

Typ de zelfstandige naamwoorden en lidwoorden in de onderstaande zin precies over.
De hoogte van de mast is moeilijk te bepalen

Slide 15 - Open vraag

Typ de zelfstandige naamwoorden en lidwoorden in de onderstaande zin precies over.
Jouw liefde is genoeg om van te leven.

Slide 16 - Open vraag

Wat weet je van een
bijvoeglijk naamwoord?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Typ de bijvoeglijke naamwoorden in de juiste volgorde over.
Dian schreef een keurige mail.

Slide 20 - Open vraag

Typ de bijvoeglijke naamwoorden in de juiste volgorde over.
De lieve jongen ging naar zijn grote huis.

Slide 21 - Open vraag

Typ de bijvoeglijke naamwoorden in de juiste volgorde over.
De nieuwe tuin is erg groot.

Slide 22 - Open vraag

Wat weet je van
voorzetsels?

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Typ de voorzetsels in de juiste volgorde over.
Erik verkoopt de auto met aanhanger.

Slide 26 - Open vraag

Typ de voorzetsels in de juiste volgorde over.
Mijn moeder koopt brood bij de bakker.

Slide 27 - Open vraag

Typ de voorzetsels in de juiste volgorde over.
Jij komt niet in aanmerking voor die subsidie

Slide 28 - Open vraag

Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?

heeft =
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 29 - Quizvraag

Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?

mooiste
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 30 - Quizvraag

Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?

prijs
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 31 - Quizvraag

Benoem de woordsoorten:
Op de grote kast lag een oude envelop van oma.
Op
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 32 - Quizvraag

Benoem de woordsoorten:
Op de grote kast lag een oude envelop van oma.
lag
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 33 - Quizvraag

Benoem de woordsoorten:
Op de grote kast lag een oude envelop van oma.
oude
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 34 - Quizvraag

Benoem de woordsoorten:
Op de grote kast lag een oude envelop van oma.
envelop
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 35 - Quizvraag

Benoem de woordsoorten:
Op de grote kast lag een oude envelop van oma.
van
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 36 - Quizvraag

Oefenen!

Grammatica (cursus 5)
Paragraaf 1, 3, 5 en 7

Slide 37 - Tekstslide

Planning dinsdag
Zelfstandig werken aan de opdrachten van Grammatica.

Grammatica (cursus 5)
Paragraaf 1, 3, 5 en 7

Slide 38 - Tekstslide

Planning woensdag
- Huiswerk en opdrachten
- Instructie Grammatica (zinsdelen)
- Zelfstandig werken

Slide 39 - Tekstslide

Aan de slag!

Cursus 5 (Grammatica) paragraaf 2
Persoonsvorm en zinsdelen

Slide 40 - Tekstslide

Planning donderdag
- Instructie grammatica (onderwerp)
- Zelfstandig werken

Slide 41 - Tekstslide