para 5.2 De Resultatenrekening

Hoofdstuk 5
De financiële administratie van een eigen bedrijf 
par. 5.2 De resultatenrekening
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
De financiële administratie van een eigen bedrijf 
par. 5.2 De resultatenrekening

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  • Terugblikken op de vorige les
  • Huiswerk bespreken
  • Resultatenrekening §5.2
  • Verschil tussen een resultatenrekening en een balans
  • Oefenen met het opstellen van de resultatenrekening
  • Herhalen
  • Les afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten we nog?
Hoe noemen we de linkerzijde van de balans?
Debetzijde
Hoe noemen we de rechterzijde van de balans?
Creditzijde

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten we nog?
Hoe noem je mensen/bedrijven waarvan je nog geld krijgt?
  • Debiteuren
Hoe noem je mensen/bedrijven die jij nog moet betalen?
  • Crediteuren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten we nog?
Debetzijde (bezit)
vaste activa
vlottende activa
liquide middelen
Voorraad Goederen
Debiteuren
Gebouw
Inventaris
Machines
Transsportmiddel
Kasgeld
Spaarrekening

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten we nog?
Creditzijde (schuld)
eigen vermogen
lang vreemd vermogen
kort vreemd vermogen
Hypothecaire lening
Banklening > 1 jaar
verschil tussen           bezittingen en schulden
Geld van de eigenaar
Banklening < 1 jaar
Crediteuren

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de namen naar de juiste plek op de balans
Debetzijde
Creditzijde
Vaste activa
Vlottende activa
Liquide middelen
Vreemd vermogen lang
Vreemd vermogen kort
Voorraad
Auto
Eigen vermogen
Lening
Crediteuren
Bank

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Terugblik


Huiswerk vorige les bespreken.

Wat ging goed, wat vond je moeilijk?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Balans --> mutatiebalans
Wat is hier in de onderstaande mutatiebalans nu precies gebeurt? 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Balans --> mutatiebalans
Stel dat Abdullah op de eerste dag van de zaak een omzet heeft van €500. De inkoopwaarde van de omzet is €200. Alle klanten betalen contant. Abdullah boekt de voorraad goederen tegen inkoopprijs op de balans. Aan het einde van de dag wordt de balans opgemaakt. 
a. Welke balansposten veranderen er aan de activakant?
b. Met welk bedrag veranderen deze posten?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Balans --> mutatiebalans
Stel dat Abdullah op de eerste dag van de zaak een omzet heeft van €500. De inkoopwaarde van de omzet is €200. Alle klanten betalen contant. Abdullah boekt de voorraad goederen tegen inkoopprijs op de balans. Aan het einde van de dag wordt de balans opgemaakt. 
c. Wat was het belangrijkste aan een balans?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resultatenrekening
Resultatenrekening: Een overzicht van kosten en opbrengsten  en winst/verlies in een bepaalde periode.  --> winst en verliesrekening

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resultatenrekening
Resultatenrekening: Een overzicht van kosten en opbrengsten in een bepaalde periode. Het laat zien hoe de verandering in het eigen vermogen tot stand komt. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resultatenrekening
Resultatenrekening: in een bepaalde periode.
Balans: Op een bepaald moment.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resultatenrekening
Het verschil tussen opbrengsten en kosten, het saldo, wordt aan die kant van de resultatenrekening opgenomen waar je een bedrag tekort komt om het totaal van de linkerkant en de rechterkant weer gelijk te krijgen.
Bij een resultatenrekening geldt dus: beiden kanten moeten gelijk zijn, net zoals bij een balans!


Slide 15 - Tekstslide

Resultatenrekening gebruiken van dia 8
Resultatenrekening
Belangrijkste kenmerken van een resultatenrekening:
- Heeft een linker (kosten) en een rechterzijde (opbrengsten)
- Het is geen momentopname, maar een lopende rekening               (stroomgrootheid)
- De resultatenrekening is altijd in evenwicht.
- Laat zien hoe de verandering in het eigen vermogen tot stand     komt (winst of verlies)

    Slide 16 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

                  Maak de resultatenrekening compleet.
    kosten
    januari
    2020
    opbrengsten
    inkoopkosten
    1.500
    omzet
    2.000
    rente
    250
    rente
    500
    afschrijvingen
    500
    winst
    Verlies
    totaal
    totaal
    2.500
    250
    2.500

    Slide 17 - Sleepvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Waar moet de winst op de resultatenrekening komen te staan? Debet of Credit?

    Slide 18 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een resultatenrekening?

    Slide 19 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Aan de slag
    Ga de komende 15-minuten aan de slag met opgave 20 t/m 22 in je boek. 

    Ben je klaar? Maak dan de opgave op het blad dat je zojuist hebt gekregen. 

    Slide 20 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een resultatenrekening?

    Slide 21 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    BTW berekenen
    Prijs exclusief btw = 100%

    Prijs exclusief btw + btw = prijs inclusief btw
    100%          +         21%        =      121%    
    of
    100%          +          9%       =     109%         

    Slide 22 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    0

    Slide 23 - Video

    Deze slide heeft geen instructies