Par. 2.2 Het land van de farao

Leerdoelen opschrijven
3. Hoe zag het Egyptische samenleving eruit?
4. Hoe belangrijk was het uitvinding van het schrift?

timer
3:00
1. Wat is een staat?
2. Hoe werd Egypte een staat?
3. Op welke manier bestuurden de farao's hun staat?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen opschrijven
3. Hoe zag het Egyptische samenleving eruit?
4. Hoe belangrijk was het uitvinding van het schrift?

timer
3:00
1. Wat is een staat?
2. Hoe werd Egypte een staat?
3. Op welke manier bestuurden de farao's hun staat?

Slide 1 - Tekstslide

Planning
25/09 Par. 1.4 Leven van de landbouw
28/09 Par. 1.4 Leven van de landbouw
2/10 - 
5/10 -
9/10 Par. 2.1 Een samenleving met steden
12/10 -
HERFSTVAKANTIE
23/10 Par. 2.2 Het land van de farao
26/10 Par. 2.2 Het land van de farao
30/10  Herhalingsles. Daarna toetsweek periode 1

Toetsweek periode 1
H1 par. 1.3 en 1.4 + 
H2 par. 2.1 en 2.2 + historische vaardigheden 

Slide 2 - Tekstslide

Programma
1. Uitleg par. 2.2
2. Opdrachten maken en bespreken
3. Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les...
1. Hoe ontstond in Egypte een succesvolle landbouw?
2. Hoe ging een deel van de bevolking leven van ambachten?
3. Hoe ontstond de handel en de markten?
4. Hoe groeiden dorpen uit tot steden?

Slide 4 - Tekstslide

Egypte wordt één staat
De Egyptenaren hadden een goede organisatie van de landbouw:

  • na iedere overstroming stelden boeren hun akkergrenzen vast en onderhielden het irrigatiesysteem. 
  • Sommige Egyptenaren namen de leiding over deze werkzaamheden. Ze vertelden de boeren wat ze moesten doen. Zo kregen leiders macht over de boeren. 
  • De leiders bestuurden een gebied en daarvoor lieten ze boeren betalen met landbouwproducten = belasting!
  • Een deel van de belasting werd gebruikt om ambtenaren (mensen die werken voor het bestuur) in dienst te nemen .

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een staat?
Een staat is een gebied met een regering.
  • In het Oude Egypte was een vorst (de farao) het hoofd van een gebied. 
  • Ze zorgden met hun ambtenaren voor de regering(het bestuur) van hun gebied. 

Slide 6 - Tekstslide

Koning Narmer
  • Eerst was Egypte verdeeld in koningkrijken (staten met een koning aan het hoofd)
  • Omstreeks 3000 v.C. veroverde Narmer, de heerser van Boven-Egypte, Beneden-Egypte. 
  • Hierdoor werd Egypte één land onder één farao.

Slide 7 - Tekstslide

De goddelijke farao
De koning van Egypte werd de farao genoemd.
Het volk (groot groep mensen) waren onderdaan van de farao en moesten hem en zijn ambtenaren gehoorzamen. 
De Egyptenaren geloofden dat de farao een god was. 
Farao's gaven zichzelf namen waaruit hun goddelijkheid bleek, bijv. "de volmaakte god".

Slide 8 - Tekstslide

Toetanchamon
  • In 1922 ontdekte Howard Carter het graf van de op 19-jarige leeftijd gestorven farao Toetanchamon (1322 v.C.) 
  • De kamers waren gevuld met duizenden voorwerpen. 
  • Nog niet eerder was een compleet graf van een farao gevonden. 

Slide 9 - Tekstslide

Vorige les...
  • Egyptenaren organiseerden hun landbouw: na iedere overstroming stelden boeren hun akkergrenzen vast en onderhielden het irrigatiesysteem. Sommige Egyptenaren namen de leiding over deze werkzaamheden. Deze leiders bestuurden een gebied en daarvoor lieten ze boeren betalen met landbouwproducten = belasting!
  • Een deel van de belasting werd gebruikt om ambtenaren (mensen die werken voor het bestuur) in dienst te nemen.
  • Egypte was een staat met een vorst (hoofd van een staat).
  • Omstreeks 3000 v.C. veroverde Narmer, de heerser van Boven-Egypte, Beneden-Egypte. 
  • Het volk (groot groep mensen) waren onderdaan van de farao en moesten hem en zijn ambtenaren gehoorzamen. 

Slide 10 - Tekstslide

Het Egyptische Standenmaatschappij:
1: Farao: "god" (zoon van zonnegod Ra), bevelhebber van het leger en vloot, baas van alle priesters en ambtenaren. 
2: Hogepriesters, vizier, hoge ambtenaren (advieseurs en bestuurders van provincies).
3. Lage ambtenaren ((zoals belastingontvangers, landbouwopzichters), ambachtsliederen.
4. Slaven... onvrije!

Slide 11 - Tekstslide

De taken van de ambtenaren
  • Wetten schrijven
  • Controleren of de wet wordt nageleefd
  • Belasting innen
  • Oogst bijhouden
  • Toezicht op het onderhoud van dijken en kanaaltjes
  • Toezicht op het irrigatielandbouw

Slide 12 - Tekstslide

Het bestuur
  • Het land was van de farao en om het te gebruiken moet je belasting betalen, in de vorm van landbouwproducten. 
  • Ambtenaren bewaarden deze producten in opslagplaatsen, zoals graanschuren. 
  • Uit deze voorraden betaalde de regering zijn ambtenaren en soldaten. 
  • Als je geen landbouwproducten had, kon je werken voor de farao (zoals de bouw van piramiden).

Slide 13 - Tekstslide

Het ontstaan van het schrift!!!
  • Hiërogliefen
  • 700 teken
  • Een hiëroglief stelt een klank, een woord of voorwerp voor.
  • Steen van Rosetta
  • De uitvinding van het schrift was belangrijk voor het bestuur van het land. Bijv. ambtenaren legde wetten mee vast, regels waaraan mensen zich moesten houden. 

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten maken en bespreken
Werkboekje, blz. 39-40 opdrachten 5, 6 en 7
Zelfstandig en in stilte
15 minuten
Eerder klaar? Antwoord de leerdoelen


timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten maken en bespreken
Werkboekje, blz. 38 en 39, opdrachten 1 en 3
20 minuten
Zachtjes overleggen met klasgenoten is toegestaan
Eerder klaar? Antwoord de leerdoelen!

timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen antwoorden

1. Wat is een staat?
  • Een gebied met een regering.
2. Hoe werd Egypte een staat?
  • Omstreeks 3000 v.C. veroverde Narmer, de heerser van Boven-Egypte, Beneden-Egypte. Hierdoor werd Egypt een staat onder één farao.
3. Op welke manier bestuurden de farao's hun staat?
  • De farao gebruikte ambtenaren voor het bestuur van het land. Als belasting leverden boeren landbouwproducten. Ze werkten ook mee aan koninklijke bouwwerken. 

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiten
3. Hoe zag het Egyptische samenleving eruit?
4. Hoe belangrijk was het uitvinding van het schrift?

Slide 18 - Tekstslide