AFPG-C-4 Ademhaling pathologie

AFPG-C-4
Aandoeningen
Ademhaling
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

AFPG-C-4
Aandoeningen
Ademhaling

Slide 1 - Tekstslide

Ademhaling
Herhaling anatomie
Algemene pathologie
Enkele ziektebeelden 
Hierna ziektebeelden uitwerken

Slide 2 - Tekstslide

Trachea = luchtpijp
  • bevatten hoefijzervormige kraakbeenringen die stevigheid en soepelheid geven zodat de luchtpijp niet kan dichtklappen
  • bekleed met trilhaarepitheel die stof en ziektekiemen verwijderen
  • in de wand van de trachea zit gladspierweefsel
  • trachea loopt voor de slokdarm
  • trachea loopt door het mediastinum (ruimte tussen de longen)

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdbronchiën = luchtpijpvertakkingen
  • luchtpijp splitst zich in 2 hoofdbronchiën
  • deze splitsing heet bifurcatio
  • linker hoofdbronchus gaat naar de linkerlong
  • rechter hoofdbronchus gaat naar de rechterlong
  • heeft dezelfde bouw als de luchtpijp
  • trilhaarepitheel is extra gevoelig, prikkeling geeft direct een heftige hoestprikkel (vliegje, beschuitkruimel, etc)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Grote en kleine bronchiën
De hoofdbronchus vertakt zich in grote bronchiën die een longkwab van lucht voorzien (links 2x, rechts 3x)
  
Een grote bronchus vertakt zich in kleine bronchiën die een longsegment van lucht voorzien

Slide 8 - Tekstslide

Bronchioli = kleinste luchtpijpvertakkingen
  • de kleine bronchiën vertakken zich steeds verder tot de kleinste buisjes: de bronchioli
  • de bronchioli bevatten geen kraakbeenringen meer
  • de bronchioli bevatten veel gladspierweefsel (spelen een rol bij het in en uitademen, kunnen bij astma gaan aanspannen: benauwdheid!)
  • de bronchioli monden uit in de longtrechtertjes en longblaasjes
  • de binnenbekleding bestaat uit trilhaarepitheel

Slide 9 - Tekstslide

Alveoli = longblaasjes
  • uitstulpingen van een longtrechtertje zijn de longblaasjes
  • lijkt op een tros druiven
  • rondom de longblaasjes lopen veel capillairen, hier vindt gasuitwisseling plaats

Het echte longweefsel is dus eigenlijk de longtrechtertjes, de longblaasjes en het capillairennetwerk


Slide 10 - Tekstslide

Gasuitwisseling
  • zuurstof gaat van de alveolaire lucht (lucht in longblaasjes) naar het bloed
  • koolstofdioxide gaat van het bloed naar de alveolaire lucht
  • gasuitwisseling gaat via diffusie (van veel naar weinig)

Slide 11 - Tekstslide

Regulatie ademhaling
1ͤ --bij te veel koolstofdioxide in het bloed worden de ademhalingsspieren gestimuleerd door het ademcentrum (sneller ademhalen)
1ͤ -- bij weinig koolstofdioxide in het bloed worden de ademhalingsspieren afgeremd door het ademcentrum (langzamer ademen)
2ͤ -- de zuurgraad heeft ook invloed op het ademcentrum (bij meer zuur in het bloed dan sneller ademhalen)
3ͤ -- het zuurstofgehalte heeft niet veel invloed op het ademcentrum

Slide 12 - Tekstslide

Receptoren in aortaboog en halsslagaderen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Algemene pathologie
Dyspneu = kortademigheid, benauwdheid
Hoesten, sputum, stridor
Afwijkend ademen

Slide 16 - Tekstslide

Dyspneu = kortademigheid, benauwdheid
Het ademcentrum bevindt zich in de hersenstam
Het ademcentrum speelt een rol bij dyspneu

Factoren die van invloed zijn op het ademcentrum:
  • te kort aan zuurstof in het bloed (hypoxemie)
  • te hoge zuurgraad (bijvoorbeeld: diabetische ketoacidose)

Slide 17 - Tekstslide

Dyspneu = kortademigheid, benauwdheid
Oorzaken:
Afgenomen ventilatie
Lucht in longblaasjes wordt niet goed ververst

Afgenomen diffusie
Zuurstof komt moeilijk van de lucht in het longblaasje naar de hemoglobine van de rode bloedcel in het bloed

Slide 18 - Tekstslide

Dyspneu = kortademigheid, benauwdheid
Afgenomen ventilatie
zwelling, slijmophoping, bronchitis, tumor, emfyseem, ALS, pneumothorax, ascites, obesitas, dwarslaesie, pijn

Afgenomen diffusie
emfyseem, atelectase (longblaasjes zijn samengevouwen), tumor, pneumonie, hartfalen, astma cardiale, longoedeem, longfibrose

Slide 19 - Tekstslide

Dyspneu = kortademigheid, benauwdheid
Wat je waarneemt zegt iets over de oorzaak?
  • zijn er bijgeluiden (stridor)
  • moeite met uitademen met piepend geluid en hoesten (astma cardiale, COPD)
  • snelle toename van kortademigheid bij platliggen (COPD, hartfalen)
  • kortademigheid na enige tijd na het gaan slapen of rusten (astma cardiale, hartfalen)
  • oppervlakkig en snel ademen (pneumonie)

Slide 20 - Tekstslide

Dyspneu = kortademigheid, benauwdheid
Wat is de ernst (intensiteit) van een dyspneu voor de zorgvrager?
  • zorgvrager geeft dit zelf aan, in rust, tijdens activiteit (ADL)
  • zorgvrager is angstig
  • hoge ademfrequentie, meer dan 20x per minuut, snel en diep
  • zorgvrager hapt naar adem, spreekt in korte zinnen
  • aanspannen van ademhalingsspieren, steunt op handen of ellebogen
  • er zijn intrekkingen van de huid onder de hals en onderste ribben
  • toename hartfrequentie en centrale cyanose

Slide 21 - Tekstslide

Dyspneu = kortademigheid, benauwdheid
Wat je waarneemt zegt iets over de oorzaak?
  • hoesten met of zonder sputum (bronchitis, longabces, longoedeem)
  • pijn bij ademhalen (metastasen in ribben of longvliezen, pneumothorax, pleuritis)
  • niet symmetrisch bewegen van de thorax (pneumothorax)
  • geen bewegingen van de buik bij ademhalen (peritoneale prikkeling, ascites, dwarslaesie)

Slide 22 - Tekstslide

Hoesten, stridor, sputum
Hoesten, wat heb je nodig:
  • voldoende spierkracht, voor een krachtige hoest
  • de zorgvrager moet rechtop kunnen zitten
  • geen pijn aan de thoraxwand, voor een krachtige hoest
  • stembanden kunnen sluiten, voor het opbouwen van druk voor de hoest

Slide 23 - Tekstslide

Hoesten, stridor, sputum
Hoesten ontstaat door een prikkeling tussen de keel, strottenhoofd en de longblaasjes in
Een productieve hoest wil zeggen dat er sputum meekomt

Slide 24 - Tekstslide

Hoesten, stridor, sputum
Stridor = een hoorbare ademhaling

Stridor bij inademing is een teken van een belemmering hoog in de luchtwegen (slijmophoping, luchtpijpvernauwing)
Stridor bij uitademing is een teken van een belemmering laag in de luchtwegen (astma bronchiale)

Slide 25 - Tekstslide

Hoesten, stridor, sputum
Helder of groen sputum: virale of bacteriële bronchitis

Grote hoeveelheden, gelig, bruin sputum: longabces, bronchiëctasie

Schuimend, waterig sputum met bloed: longoedeem

Slide 26 - Tekstslide

Afwijkend ademen
Ademdepressie: oppervlakkig en trage ademhaling (minder dan 8x per minuut)
  • oorzaken: vergiftiging

Apneu: ademstilstand
  • oorzaken: circulatiestilstand

Slide 27 - Tekstslide

Afwijkend ademen
Cheyne-Stokes ademhaling: apneu afgewisseld met ademen dat toeneemt en weer afneemt
  • oorzaken: verminderde bloedvoorziening in de hersenstam, stervensfase, hoge leeftijd, hartfalen

Hyperventilatie: te intensief, te snel en te diep ademen
  • oorzaken: paniekaanval, Kussmall-ademhaling bij diabetische ketoacidose met verminderd bewustzijn en je ruikt zoetige geur

Slide 28 - Tekstslide

ZIEKTEBEELDEN

Slide 29 - Tekstslide

Bronchitis
Acute ontsteking van de bronchiën
-zwelling aan binnenkant--> doorgang vernauwd --> moeilijk ademhalen

Oorzaak:
  • verkoudheid / griep
  • koude wintermaanden
  • chemische stoffen: roken, chloor, ammonia

Slide 30 - Tekstslide

Bronchitis, symptomen
  • verkoudheid, bijholteontsteking
  • verstopte neus, loopneus
  • keelpijn
  • droge hoest, later met sputum
  • piepende / fluitende ademhaling
  • kortademig
  • koorts, koude rillingen
  • spierpijn, vermoeidheid, rugpijn

Slide 31 - Tekstslide

Bronchitis
Behandeling:

  • veel drinken en rusten
  • koorts en spierpijn verlichten
  • stomen
  • antibiotica
Complicaties:
  • ophoesten bloed, blijvende koorts
  • keel- en/of oorontsteking
  • pneumonie

Slide 32 - Tekstslide

Pneumonie = longontsteking
Jaarlijks overlijden 15 – 30 op de 100.000 mensen aan pneumonie

Vaak doodsoorzaak bij mensen met ernstige chronische aandoening

Meest voorkomende dodelijke ziekenhuisinfectie


Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Pneumonie, oorzaken
  • bacterie, schimmel, virus
  • infectie in omgeving (bronchitis)
  • astma of COPD
  • na operatie, onvoldoende doorademen
  • trauma thorax
  • verslikken – aspiratiepneumonie
  • obstructie, tumor
  • minder weerstand, chronische ziekte

Slide 35 - Tekstslide

Pneumonie, symptomen
  • hoesten, groen of geel sputum
  • (hoge) koorts
  • kortademigheid
  • neusvleugelademhaling (vooral bij kinderen)
  • pijn in borststreek
  • snelle, oppervlakkige ademhaling
  • soms ook: hoofdpijn, zweten, ophoesten bloed, verminderde eetlust, vermoeidheid, cyanose, buikpijn (bij kinderen)

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Pneumonie, behandeling
  • rust
  • medicatie: antibiotica, koortswerend, corticosteroiden
  • mobiliseren, uit bed
Bij ernstige klachten:
  • antibiotica per infuus
  • zuurstof, beademing
  • extra vocht, per infuus
  • fysiotherapie


Slide 38 - Tekstslide

COPD
Chronic Obstructive Pulmonary Disease


Verzamelnaam van de longziekten chronische bronchitis en longemfyseem

Chronische bronchitis: bronchiën zijn langdurig ontstoken
Longemfyseem: longblaasjes gaan verloren (rek uit de longen)


Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Longkanker
Verschillende soorten:
  • niet kleincellig, langzame groei
  • kleincellig, snelle tumorgroei
  • mesothelioom, tumor in het borstvlies (asbest)
Oorzaken:
  • Roken 86% van de gevallen
  • Verder: meeroken, blootstelling aan andere chemische stoffen

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Even oefenen
Alkalose = verhoogde zuurgraad van het bloed
Bradypneu = te lage ademfrequentie
Dyspneu = kortademigheid
Expiratie = uitademing
Hypoxie = zuurstofgebrek
Pneumothorax = klaplong
Rhinitis = ontsteking van het neusslijmvlies
Trachea = luchtpijp

Slide 44 - Tekstslide

Even oefenen
Alkalose = 
Bradypneu = 
Dyspneu = 
Expiratie = 
Hypoxie = 
Pneumothorax = 
Rhinitis = 
Trachea = 

Slide 45 - Tekstslide