13.2 Gaswisseling

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 13.2 Gaswisseling
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 13.2 Gaswisseling

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud hoofdstuk
13.1 Ademen
13.2 Gaswisseling
13.3 Uitscheiding van water en andere stoffen 
13.4 Nieren
13.5 In evenwicht

Daarna nog: H14 Reageren (zenuwstelsel,zintuigen, hormonen)
Herhalen: H6 (Voeding, vertering en gezondheid)

Slide 2 - Tekstslide

Doel en begrippen 13.2

Je leert hoe zuurstof en koolstofdioxide je lichaam in- en uitgaan en welke ademhalingsproblemen mensen kunnen hebben

longblaasjes, diffusie, gaswisseling, concentratieverschil, diffusieafstand, diffusieoppervlak, astma, COPD, chronische bronchitis, ademcentrum, pH, chemoreceptoren

Slide 3 - Tekstslide

Ademvolume
Ademfrequentie: aantal ademhalingen per minuut (in rust: 15x per min).

Ademvolume: de hoeveelheid lucht die bij één ademhaling in- en uitademt.

Vitale capaciteit: De maximale ademvolume

Restvolume: De hoeveelheid lucht die achterblijft in de longen na uitademen.

Longcapaciteit: totale longinhoud

‘Dode ruimte’: deel waar geen uitwisseling van gassen plaatsvindt. 
BINAS 83B

Slide 4 - Tekstslide

Bouw longblaasjes/ alveoli
BINAS 83A

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Gaswisseling - diffusie
De gaswisseling vind plaatst door diffusie.
Kost geen energie - door verschil in concentratie.
BINAS 83A

Slide 7 - Tekstslide

Optimale Gaswisseling
BINAS 83A
De snelheid van diffusie is snel door
kleine diffusieafstand.

Slide 8 - Tekstslide

Optimale Gaswisseling
BINAS 83A
De snelheid van diffusie is snel door
groot concentratieverschil:

- continue luchtverversing in longblaasjes door ventilatie 

- Bloedstroom langs de longblaasjes voert steeds nieuw O2-arm bloed aan.

Slide 9 - Tekstslide

Optimale gaswisseling
BINAS 83A
De snelheid van diffusie is snel door
Groot diffusie oppervlak (longblaasjes 70-80 m2)

Slide 10 - Tekstslide

Gaswisseling gaat langzamer als het oppervlak
A
toeneemt
B
afneemt

Slide 11 - Quizvraag

Gaswisseling gaat langzamer als de diffusieafstand
A
toeneemt
B
afneemt

Slide 12 - Quizvraag

Gaswisseling gaat langzamer als de longventilatie
A
toeneemt
B
afneemt

Slide 13 - Quizvraag

Een snorkel verbindt de mond via een pijp met de buitenlucht. Waardoor is met een snorkel de gaswisseling in de longen moeizamer?
A
De bloedstroom vertraagt onder water
B
De diffusieafstand is vergroot
C
De dode ruimte is groter
D
Er is een kleiner diffusieoppervlak

Slide 14 - Quizvraag

Noem de delen van de luchtwegen die samen de 'dode ruimte' vormen

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Link

Gaswisseling bij aandoeningen
Astma: spiertjes rond de luchtwegen trekken samen. Luchtweg-ontsteking, slijmophoping: minder lucht bij de longblaasjes. Opgewekt door prikkelende stoffen. Niet continu.
COPD: verzamelnaam voor de ziekten longemfyseem en chronische bronchitis. Vaak veroorzaakt door roken.
Longemfyseem: kapotte longblaasjes en dichtgeklapte bronchiolen -> kleiner longoppervlak




                     


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Welke factor verandert bij astma?
A
Diffusieoppervlak
B
Diffusieafstand
C
Concentratieverschil

Slide 19 - Quizvraag

Hoe werken medicijnen tegen astma?
A
maken bacteriën dood
B
remmen de ontstekingen
C
verslappen de spiertjes om de luchtwegen
D
vergroten de longblaasjes

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Welke factor verandert wanneer longblaasjes stuk gaan bij longemfyseem?
A
Diffusieoppervlak
B
Diffusieafstand
C
Concentratieverschil

Slide 22 - Quizvraag

Ademprikkel
Het ademcentrum in hersenstam reageert op prikkels van het lichaam (chemoreceptoren in de wand aorta):

1. pH bloed: lage pH/ hoge zuurgraad: ademfrequentie en ademvolume moeten omhoog 

2. CO2-concentratie bloed: hoge CO2 concentratie: ademfrequentie en ademvolume moeten omhoog

Slide 23 - Tekstslide

Ademprikkel
3. Zeer lage O2-concentratie bloed: lage O2 concentratie: ademfrequentie en ademvolume moeten omhoog

4. Hormonen (zoals adrenaline) beïnvloeden ook je ademcentrum.

Slide 24 - Tekstslide

Doel en begrippen 13.2

Je leert hoe zuurstof en koolstofdioxide je lichaam in- en uitgaan en welke ademhalingsproblemen mensen kunnen hebben

longblaasjes, diffusie, gaswisseling, concentratieverschil, diffusieafstand, diffusieoppervlak, astma, COPD, chronische bronchitis, ademcentrum, pH, chemoreceptoren

Slide 25 - Tekstslide

Maken (= Huiswerk)
- maken opdr. 13.2 opdr. 6 t/m 8
- Oefentoets Longen (zie Classroom)

Klaar? Herhalen 6.1, 6.2 en 3.1 (4H boek)

Slide 26 - Tekstslide