Herhaling Eindtoets jaar - 4 - Circuits, Elektriciteit
Regels van orde
1e keer: Waarschuwing --> Maximaal 2 namen op het bord
2e keer: Kleine schrijfopdracht in kabinet --> Max. 2 keer
3e keer: Eruit, naar Loket 21 + werkinhaaluur
Iedereen doet mee met een opdracht!
Als ik rondloop, dan zie ik dat je in ieder geval de opdracht hebt overgeschreven en getekend & Dat je probeert een formule in te vullen of toe te passen. Alleen rekenen en niks opschrijven is niet OK!
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Regels van orde
1e keer: Waarschuwing --> Maximaal 2 namen op het bord
2e keer: Kleine schrijfopdracht in kabinet --> Max. 2 keer
3e keer: Eruit, naar Loket 21 + werkinhaaluur
Iedereen doet mee met een opdracht!
Als ik rondloop, dan zie ik dat je in ieder geval de opdracht hebt overgeschreven en getekend & Dat je probeert een formule in te vullen of toe te passen. Alleen rekenen en niks opschrijven is niet OK!
Slide 1 - Tekstslide
Pak a.j.b. je spullen:
Puck
Anna
Nisrine
Melanie
Lotte
Luuk
timer
3:00
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag
Herhaling voor toetsweek - Elektriciteit
Overzicht toets
Quiz Rendement & Energie
Korte herhaling circuits
Begin oefentoets
Slide 3 - Tekstslide
Ik behandel precies wat nodig is voor de toets.
Dus schrijf rekenvoorbeelden over en leer die en leer de oefentoets.
Slide 4 - Tekstslide
Vraag...
Ik gebruik mijn friteuse 5 uur in de week. Hij heeft een nuttig vermogen van 1500 W
en een rendement van 65 %.
Een kWh kost 32 cent.
Hoeveel kost hij me in een jaar?
(hint: 1. Elektrisch vermogen; 2. kWh; 3. Kosten)
E=P⋅Δt
ACTION Friteuse
Verwarmingsvermogen: 1500 Watt
Rendement is 65%.
timer
1:00
Slide 5 - Tekstslide
Energie = Vermogen * Tijd
Energie in Joule: Watt * seconde
óf Energie in kWh: kW * h
1 kWh: Een apparaat van 1kW staat 1 uur aan.
E=P⋅Δt
E=W⋅s=J=Joule
1kWh=3,6MJ
E=kW⋅h=kWh
Slide 6 - Tekstslide
Parallel
Stroom: telt op:
Want 'elektronen kunnen maar door 1 draad gaan'. Meer weerstand in een draad, dan minder stroom daar.
Spanning: overal gelijk:
Weerstand 10 Ω en weerstand 20 Ω voelen beide 3 V. Er loopt meer stroom door weerstand 10 Ω.
Geleidbaarheid: Geleidbaarheid telt op:
Serie
Stroom: overal gelijk:
Spanning: verdeelt zich in verhouding van weerstanden:
Weerstand 10 Ω voelt een spanning van 1 V, weerstand 20 Ω voelt een spanning van 2 V.
0. Heb je combinatie van serie & parallel? Werk van het kleinste deel wat helemaal serie of parallel is en bereken de vervangingsweerstand en ga naar het grotere deel.
1. Schrijf bij iedere weerstand
en spanningsbron wat je al weet van I, U, R (en P).
2. Reken uit wat je nog niet weet en nu uit kunt rekenen.
3. Keer terug naar 1. totdat je alles weet.
timer
0:30
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Oefentoets!
Werk aan de Oefentoets. Kan morgen en vrijdag ook nog. Antwoorden op Teams & Som.
Of werk aan spiekbrief (maar niet te uitgebreid, je krijgt al formuleblad) 1 kantje, 1 A4, handgeschreven, niet gekopiëerd (dus uniek)