Gereedschapsleer

TECHNIEK

Gereedschapsleer

1 / 159
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 159 slides, met tekstslides en 17 videos.

Onderdelen in deze les

TECHNIEK

Gereedschapsleer

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
Tijdens de lessen techniek leer je een aantal verschillende dingen:
- technische vaardigheden
- tekening lezen
- gereedschapsleer
Tijdens deze presentatie leer je de gereedschappen kennen, die je tijdens de les 'Techniek' nodig hebt.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Aftekenen en meten

Slide 4 - Tekstslide

Aftekenen
Aftekenen is het aangeven van de maten op het materiaal dat je gaat bewerken. Om goed af te tekenen heb je de volgende dingen nodig;

- een potlood met een scherpe punt of een kraspen
- een blokhaak/winkelhaak
- een liniaal/rolmaat of duimstok

Op de volgende video zien jullie tips om goed af te tekenen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Passer
Een passer is een hulpmiddel om cirkels te tekenen.
Een passer bestaat uit twee 'benen'.
Het been met de punt wordt in het werk-
stuk gezet zodat de punt niet wegglijdt.
Het been met het potlood of de stift 
wordt gebruikt om de vorm te tekenen.
In de volgende video krijg je wat tips.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Rolmaat
Een rolmaat is een maatgereedschap dat geschikt is voor het meten van maten. Meestal gebruiken we rolmaten van 1, 2 en 3 meter. Ze zijn ook verkrijgbaar met een lengte van 5, 8 en 10 meter.

Slide 10 - Tekstslide

Winkelhaak/blokhaak
Een winkelhaak/blokhaak is een gereedschap dat we gebruiken om rechte hoeken af te tekenen en te controleren of iets haaks is. In de volgende 
video krijg je tips over het gebruik van 
een winkelhaak/blokhaak.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Schuifmaat
Een schuifmaat is een nauwkeurige meter apparaat. Zo kan een schuifmaat, dankzij de beweegbare bek binnen- en buitenmaten meten. Met de dieptestaaf kun je de diepte van een boring vaststellen. 
Het is één van de meest 
gebruikte meetinstrumenten. Bekijk de 
volgende video voor de instructie.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Kraspen
Een kraspen is een dunne stalen pen met een scherpe punt. De geharde of hardmetalen punt is meestal geslepen onder een hoek van 30°. Een kraspen kan recht zijn of voorzien zijn van een gebogen punt. 

Men gebruikt een kraspen bij 
het aftekenen op metaal. 

Slide 15 - Tekstslide

Paring
Door het maken van een tekening op de (houten) onderdelen, weet je precies
de volgorde van de 
onderdelen.

Slide 16 - Tekstslide

Gereedschap

Slide 17 - Tekstslide

Handgereedschap
Handgereedschap is gereedschap dat met de handen wordt bediend, zoals bijvoorbeeld een handzaag, hamer, tang enz.

Slide 18 - Tekstslide

Accugereedschap
Accugereedschap is elektrisch 
gereedschap, dat wordt voorzien 
van stroom vanuit een accu.
Bijvoorbeeld;
- accuboormachine
- accuschroefmachine
- accuschuurmachine

Slide 19 - Tekstslide

Boren

Slide 20 - Tekstslide

Boren
Boren is een techniek waarbij een rond gat in een product wordt gemaakt met behulp van een boor. Afhankelijk van het materiaal, zijn verschillende manier om te boren; 
met een handboor, 
een boormachine,
een kolomboor.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Boormachine
Een boormachine is een machine om gaten in materialen te maken. Een ronddraaiende beitel, de boor, werkt materiaal weg waardoor er in 
een gat in het materiaal 
ontstaat.

Slide 23 - Tekstslide

Houtboor
Een houtboor is herkenbaar aan de scherpe punt aan het einde. Hierdoor kun je ervoor zorgen dat de boor niet 'wegloopt' tijdens het boren. 
Het gebruiken van een priemgat 
helpt hier ook bij.

Slide 24 - Tekstslide

Klopboormachine
Bij een klopboormachine draait de boor niet alleen rondjes, maar krijgt de boor ook steeds een 'hamerslag'. Hierdoor wordt het materiaal
verpulverd, terwijl de draaiende
beweging het 'puin' afvoert.

Slide 25 - Tekstslide

Metaalboor
Met een metaalboor kun je door verschillende soorten metaal boren. De metaalboor is een spiraalvormige boor met een punt. Deze punt is minder 
scherp dan bij een houtboor.

Slide 26 - Tekstslide

Speedboor/vlinderboor
Een speedboor/vlinderboor gebruik je als je wat
grotere gaten in een houten 
ondergrond wilt maken, die je met
een gewone houtboor niet kunt 
maken.

Slide 27 - Tekstslide

Tafel/kolomboormachine
Een tafelboormachine/kolomboormachine is een boormachine, die is voorzien van een stevige voetplaat die met bouten op een tafel
of ander onderstel bevestigd is. Het 
voordeel is dat je met deze machine
altijd recht boort.

Slide 28 - Tekstslide

Verzinkboor/soevereinboor
Een verzinkboor/soevereinboor kun je gebruiken om een stuk hout te verwijderen, zodat de kop van een schroef in het hout verzonken kan worden. Een 
verzinkboor kun je herkennen aan
de kegelvormige kop.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Priem
Een priem bestaat uit een stalen stift met een scherpe punt aan de ene kant en een meestal kunststof handvat (hecht) aan de andere kant. Met de priem
kun je een klein, ondiep gaatje in een
voorwerp prikken. Dit gaat voorkomt dat
je boor 'wegloopt' (verschuift).

Slide 31 - Tekstslide

Centerpunt/pons
Een centerpunt/pons is een stalen pen met een harde, scherpe punt. Deze wordt gebruikt om een putje in het metaal te slaan. Op deze manier schuift 
je boor of passer niet meer weg 
en weet je precies waar 
je deze moet plaatsen.

Slide 32 - Tekstslide

Buizen en pijpmateriaal

Slide 33 - Tekstslide

Buigen
Buigen is het vervormen van bijvoorbeeld metaal door er een bocht in aan te brengen.

Slide 34 - Tekstslide

Pijpensnijder
Een pijpensnijder is een stuk gereedschap dat je gebruikt om ronde metalen buizen haaks
door te snijden. In de volgende video
leggen ze uit hoe de pijpensnijder en
de pijpenbuiger werken.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Pijpenbuiger/ buigijzer
Een pijpenbuiger/buigijzer is een stuk gereedschap om meestal rond metaal in een bepaalde vorm te buigen.

Slide 37 - Tekstslide

Knelverbinding
Een knelverbinding/knelkoppeling is een middel om waterleidingbuizen of gasleidingen te verbinden zonder te lassen of te solderen. Kijk naar de volgende video om
te zien hoe je deze verbinding kunt 
gebruiken bij het aanleggen van een 
waterleiding.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Verbindingen

Slide 40 - Tekstslide

Blindklinkverbinding/popnagel
verbinding

Als je twee platte materialen aan elkaar wilt zetten, dan moet je in beide platen een gaatje
boren. Daar steek je een blindklinknagel/
popnagel doorheen. Met een speciale 
popnageltang trek je de nagel vast. Het 
steeltje breekt af. Kijk hiervoor de volgende video.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Flensverbinding
De flensverbinding is een verbinding die wordt gebruikt om twee buizen te verbinden. Een flens is een platte ring aan het einde van een buis. Tussen de 
flensen, die met moerbouten tegen 
elkaar worden getrokken, wordt vaak 
een pakkingring geplaatst voor 
de afdichting.

Slide 43 - Tekstslide

Lijmen
Lijmen is een verbindingstechniek die bijna alle materialen met elkaar kan verbinden. Je voegt een vloeibaar lijmmiddel toe tussen twee materialen, waardoor de materialen
met elkaar verbonden
worden.

Slide 44 - Tekstslide

Losneembare verbinding
Een losneembare verbinding is een verbinding die je meerdere keren los en vast kunt maken. Bijvoorbeeld een rits of een bout en moer.

Slide 45 - Tekstslide

Vaste verbinding
Een vaste verbinding is een verbinding die je niet los kunt maken, zonder iets kapot te maken. Voorbeelden hiervan zijn; solderen, lassen,
metselen, klinken en 
spijkeren.

Slide 46 - Tekstslide

Pen- en gatverbinding
Een pen-en-gatverbinding is een houtverbinding waarbij twee houten onderdelen door middel van een pen en gat verbonden worden. Bekijk het filmpje hierna voor de uitleg.

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video

Pictogrammen

Slide 49 - Tekstslide

Gebodspictogrammen
Gebodspictogrammen (blauw bord met witte afbeelding) zijn een heel belangrijk onderdeel van de veiligheid op de werkvloer. Met deze symbolen wordt namelijk aangegeven welke handelingen 
en activiteiten wél zijn 
toegestaan of 
zelfs verplicht zijn.

Slide 50 - Tekstslide

PBM
PBM betekent Persoonlijk Beschermingsmiddel. Dit middel wordt door een persoon gedragen of vastgehouden bij risico's voor de gezondheid of veiligheid. Bijvoorbeeld een 
helm, mondkapje, oordoppen, 
veiligheidsbril of een
laskap.

Slide 51 - Tekstslide

Proces

Slide 52 - Tekstslide

Programma van eisen
Een programma van eisen is een lijst met eisen die de opdrachtgever heeft opgesteld. Het product moet aan deze eisen voldoen. Deze lijst
geeft de opdrachtgever aan
het begin van het proces.

Slide 53 - Tekstslide

Prototype
Een prototype is een eerste versie van een product. De ontwerpers bouwen het prototype om te testen en te kijken wat ze nog moeten aanpassen
om het product zo optimaal
mogelijk te kunnen
krijgen.

Slide 54 - Tekstslide

Functionaliteit
Functionaliteit is dat wat een apparaat of een systeem. Wat is de functie van iets?
Bij het testen is het van belang om te controleren of de functionaliteiten goed 
uitgevoerd zijn en voldoen 
aan de wensen van de klant.

Slide 55 - Tekstslide

Gebruiksvriendelijkheid
Gebruiksvriendelijkheid is dat de klant het product goed en makkelijk kan gebruiken. 

Slide 56 - Tekstslide

Halffabricaat
Een halffabricaat is een product dat nog een verdere bewerking nodig heeft.

Slide 57 - Tekstslide

Timmeren

Slide 58 - Tekstslide

Bankschroef
Een bankschroef is een werktuig dat je gebruikt om werkstukken vast te klemmen, zodat je het werkstuk kunt bewerken. Op deze manier
heb je allebei je handen
vrij om te werken en staat
je werkstuk stevig vast.

Slide 59 - Tekstslide

Spanplaatjes
Met een bankschroef zet je materiaal vast. Om het materiaal niet te beschadigen gebruik je spanplaatjes. Spanplaatjes zijn haaks gebogen platen aluminium die je tussen je werkstuk en de 
bankschroef klemt.

Slide 60 - Tekstslide

Timmeren
Timmeren is het herhaaldelijk (met een hamer) op iets slaan.

Slide 61 - Tekstslide

Hamer
Een hamer is een klap- of slagwerktuig. Een hamer bestaat uit een steel, het handvat, met aan het einde de hamerkop. Er zijn verschillende soorten hamers, zoals bijvoorbeeld de klauwhamer,
vuisthamer, bankhamer
en timmermanshamer.

Slide 62 - Tekstslide

Bankhamer
Een bankhamer is een hamer met een metalen hamerkop op een houten steel. Je gebruikt deze hamer vooral om spijkers (draadnagels) in houten voorwerpen te slaan.
We noemen dit ook wel de
'gewone hamer'.

Slide 63 - Tekstslide

Klauwhamer
Een klauwhamer is een hamer die aan de ene kant een platte, ronde kop heeft en aan de andere kant gebogen is met een spleet (klauw). Met deze hamer kun je bijvoorbeeld gemakkelijk
spijkers uit het hout 
trekken.

Slide 64 - Tekstslide

Vuisthamer/moker
Een vuisthamer wordt ook wel een moker genoemd. De hamer heeft een zware vierkante hamerkop. De steel is meestal van hout en is vrij kort.

Slide 65 - Tekstslide

Houten hamer
Een houten hamer is een type hamer met houten steel en slagkop. Deze wordt in verschillende typen gebruikt voor verschillende doeleinden. Je 
gebruikt een houten hamer 
bijvoorbeeld om achter op een 
beitel te slaan. Zo voorkom je 
beschadigingen aan de beitel.

Slide 66 - Tekstslide

Beitel
Een beitel is een lang, stalen stuk gereedschap met aan één kant een scherpe snede. Met deze
scherpe kant kan het materiaal, bijv.
hout, worden weggehaald. Meestal 
doe je dit door met een houten hamer 
op de achterkant te tikken. In de video
hierna krijg je nog wat tips.

Slide 67 - Tekstslide

Slide 68 - Video

Rasp
Een rasp voor houtbewerking is een grof getande vijl die wordt gebruikt om het hout dat 
je teveel hebt weg te halen. 
Je kunt hiermee ook een 
speciale vorm aan het 
hout geven.

Slide 69 - Tekstslide

Blokschaaf
Een blokschaaf is een stuk handgereedschap voor houtbewerking. Het doel van het schaven is het hout glad, vlak of dunner te maken.

Slide 70 - Tekstslide

Vijlen
Vijlen is een bewerking van een materiaal om werkstukken een andere vorm te geven of glad te maken. Je gebruikt hiervoor een vijl. Een vijl wordt veel gebruikt door metaalbewerkers en
timmerlieden.

Slide 71 - Tekstslide

Breekijzer/koevoet
Een breekijzer/koevoet is een stevige metalen stang. Meestal heeft de stang aan één kant een gespleten einde.
Deze gebruik je om dingen open 
te breken. Je kunt er ook grote
spijkers mee uit het materiaal 
halen.

Slide 72 - Tekstslide

Schroevendraaiers

Slide 73 - Tekstslide

Schroevendraaier
Een schroevendraaier is een stuk gereedschap waarmee je schroeven in verschillende materialen, zoals hout en metaal, kunt draaien. Je kunt
ze hiermee ook weer verwijderen.
Je hebt verschillende soorten
schroevendraaiers.

Slide 74 - Tekstslide

Inbusschroevendraaier
Een inbusschroevendraaier is een schroevendraaier met een zeskantige steel. Deze gebruik je om inbusboutjes los en vast te draaien.

Slide 75 - Tekstslide

Kruiskopschroevendraaier
Een kruiskopschroevendraaier is een schroevendraaier waarvan het uiteinde een kruisvormig profiel heeft.

Slide 76 - Tekstslide

Torxschroevendraaier
Een torxschroevendraaier is een schroevendraaier met een stervormig uiteinde met zes hoekpunten.

Slide 77 - Tekstslide

Sleufschroevendraaier/platkop-schroevendraaier

Een sleufschroevendraaier/platkopschroevendraaier is een stuk gereedschap waarmee schroeven met een sleuf kunnen worden gedraaid.

Slide 78 - Tekstslide

Solderen

Slide 79 - Tekstslide

Soldeerbout
Een soldeerbout is een gereedschap met een metalen punt die tot 400 graden Celsius kan worden verhit. Hiermee verwarm je soldeertin zodat het vloeibaar wordt. Het handvat is geïsoleerd 
zodat het niet warm
wordt. Bekijk het volgende
filmpje voor tips.

Slide 80 - Tekstslide

Slide 81 - Video

Solderen
Solderen is een techniek om metalen delen met elkaar te verbinden. Dat gebeurt door het verwarmen van een materiaal, het soldeersel. Dit soldeersel verbindt, als het afgekoeld is, de metalen onderdelen.
Kijk naar de volgende video om te
zien hoe je een waterleiding kunt
solderen.

Slide 82 - Tekstslide

Slide 83 - Video

Staalborstel
Een staalborstel is een borstel met stalen haren. Hiermee kun je roest en vuil van ijzer en staal raspen.

Slide 84 - Tekstslide

Zetten

Slide 85 - Tekstslide

Handzetbank
Een handzetbank is een werktuig waarmee je metalen plaatmateriaal in een bepaalde hoek kunt zetten/kanten.
Op de volgende video zie
je hoe je een handzetbank
moet gebruiken.

Slide 86 - Tekstslide

Slide 87 - Video

Knippen

Slide 88 - Tekstslide

Knippen
Knippen is het snijden van materiaal met een schaar.

Slide 89 - Tekstslide

Schaar
Een schaar is een gereedschap waarmee je allerlei materialen kunt knippen. Er zijn veel verschillende soorten scharen.

Slide 90 - Tekstslide

Blikschaar
Een blikschaar is een plaatschaar waar je platen dun metaal mee kunt knippen. De brandweer gebruikt vaak elektrische blikscharen om auto's mee open te knippen.

Slide 91 - Tekstslide

Hefboomschaar
Een hefboomschaar is een handbediende plaatschaar die gebruikt wordt om metalen platen mee 
te knippen. De plaat kan 1 tot 6 millimeter 
dik zijn. De schaar staat meestal op
een werkbank.

Slide 92 - Tekstslide

Papierschaar
Een papierschaar is een stuk gereedschap dat kan worden gebruikt om papier en 
karton mee te knippen.

Slide 93 - Tekstslide

Afbreekmes/stanleymes
Een mes met een stalen of plastic heft (handvat) waarin een lange strip met mesjes wordt geschoven. De mesjes kun je één voor één afbreken. Dit doe je met het dopje dat aan de achterkant 
van het heft zit.

Slide 94 - Tekstslide

 Schroeven

Slide 95 - Tekstslide

Schroef
Een schroef is een middel om voorwerpen met elkaar te verbinden. Een schroef bestaat uit een cilinder met schroefdraad. Aan de ene kant 
heeft deze een punt en aan
de andere kant een kop. Op de 
kop kun je een schroevendraaier
zetten.

Slide 96 - Tekstslide

Bolkop houtschroef
De kop van de bolkop houtschroef blijft door de vorm op het materiaal liggen. De schroefdraad loopt niet helemaal door tot aan de kop. Ze zijn
meestal voorzien van een
gleufkop.

Slide 97 - Tekstslide

Houtdraadbout
Houtdraadbouten hebben een zeskantige kop en je draait ze vast met een steek- of dopsleutel. Ze kunnen zwaar belast worden. Ze zijn bijvoorbeeld geschikt voor het ophangen van een radiator, het
verankeren van een balk in een
betonnen vloer of zware
houtverbindingen.

Slide 98 - Tekstslide

Platkophoutschroef
De platkophoutschroef heeft een schuin toelopende kop die in het hout moet kunnen verzinken. Het oppervlakte blijft zo helemaal vlak. Dat kan 
alleen als het hout zacht is, zoals
vurenhout, of als je het boorgat 
eerst met een verzinkboor
bewerkt.

Slide 99 - Tekstslide

Spaanplaatschroef
De spaanplaatschroef is een platkopschroef met schroefdraad dat doorloopt tot aan de kop. Samen met de scherpe punt zorgt dit ervoor dat je deze makkelijk in het hout kunt draaien. Voorboren is vaak
niet nodig.

Slide 100 - Tekstslide

Sleutels

Slide 101 - Tekstslide

Sleutel
Een sleutel is een stuk gereedschap om bouten of moeren vast en los te draaien. Er zijn verschillende soorten sleutels, zoals steek-
sleutels, ringsleutels,
moersleutels, enz.

Slide 102 - Tekstslide

Inbussleutel
Inbussleutels zijn langwerpige, zeskantige sleutels die aan één kant onder een hoek van 90 graden zijn omgezet. Hiermee kunnen inbusbouten en inbusmoeren worden in- of uitgedraaid.

Slide 103 - Tekstslide

Moersleutel
Een moersleutel wordt ook wel een bahco genoemd. Deze heeft aan het uiteinde een grote bek die met een wiel verzet kan worden. Zo kan de sleutel gebruikt worden bij moeren van
verschillende maten.

Slide 104 - Tekstslide

Pijpsleutel
Een pijpsleutel is een gereedschap waarbij het uiteinde over de kap van een bout of moer past. Het draaien gebeurt door een wringstaaf
of een schroevendraaier.

Slide 105 - Tekstslide

Ringsleutel
Een ringsleutel past om de hele omtrek van een moer of een boutkop.

Slide 106 - Tekstslide

Steeksleutel
Een steeksleutel heeft aan één of beide uiteinden een open bek. Deze opening past om een moer met een bepaalde sleutelwijdte.

Slide 107 - Tekstslide

Snijden
Het op maat maken van bijvoorbeeld koperen of pvc buizen.

Slide 108 - Tekstslide

Tangen

Slide 109 - Tekstslide

Tang
Een tang is een stuk gereedschap dat dient om iets vast te grijpen. Het bestaat uit twee hefbomen, die samenkomen in een scharnier.
Ook heeft de tang een bek,
die het voorwerp
vastgrijpt.

Slide 110 - Tekstslide

Combinatietang
Een combinatietang is een tang die meerdere mogelijkheden combineert. Je kunt kleine dingen stevig vasthouden, zowel rond als plat materiaal.
Je kunt er ook verschillende soorten
draad mee doorknippen, zoals 
koperdraad en ijzerdraad.

Slide 111 - Tekstslide

Nijptang
Een nijptang (of knijptang) is een metalen gereedschap om spijkers uit hout te trekken. De tang kan ook gebruikt worden om dunne draad 
spijkers door te knippen.

Slide 112 - Tekstslide

Platbektang
Een platbektang is een tang die bestaat uit een lange smalle bek die via een scharnier is verbonden met de benen. De tang wordt vaak gebruikt
door elektriciens. Daarom
zijn de handvatten meestal
geïsoleerd.

Slide 113 - Tekstslide

Popnageltang
Een popnageltang/blindklinknageltang wordt gebruikt om metalen plaatmateriaal aan elkaar te verbinden met een pop- of blindklinknagel.

Slide 114 - Tekstslide

Rondbektang
Een rondbektang wordt vooral gebruikt voor het maken van oogjes in elektrische geleiders of andere metaaldraden. Daarom zijn 
de handvatten meestal
elektrisch geïsoleerd. 

Slide 115 - Tekstslide

Waterpomptang
Met een waterpomptang kun je rond of hoekig materiaal, zoals een buis of vierkantige moerkoppen, stevig vastgrijpen. Het scharnier
is verstelbaar. Dit zorgt 
voor een ruim bereik.

Slide 116 - Tekstslide

Zijkniptang
Een zijkniptang is een tang waarvan het snijvlak aan de zijkant zit.

Slide 117 - Tekstslide

Lijmklem/lijmtang
Een lijmklem/lijmtang is een stuk gereedschap dat gebruikt wordt om onderdelen die aan elkaar gelijmd moeten worden, tijdelijk te klemmen, 
totdat de lijm droog is. 
Zo voorkom je dat de onderdelen 
gaan schuiven.

Slide 118 - Tekstslide

Zagen

Slide 119 - Tekstslide

Zaag
Een zaag is een stuk gereedschap om materialen van bijvoorbeeld hout, natuursteen of metaal te bewerken. Een zaag heeft metalen tanden
waarmee in het materiaal
een gleuf kan worden 
gemaakt.

Slide 120 - Tekstslide

Zagen
Zagen is een bewerking die met de hand of met een machine kan worden uitgevoerd. Het gereedschap met een zaagblad moet heen en 
weer bewogen worden om 
het materiaal door te zagen.

Slide 121 - Tekstslide

Cirkelzaag
Een cirkelzaag is een ronddraaiende zaag met een zaagblad in de vorm van een stalen schijf. Deze wordt door een motor tot een zeer
hoog toerental
aangedreven.

Slide 122 - Tekstslide

Decoupeerzaag
Een decoupeerzaag is een zaag met een kort zaagblad van  5-10 cm lang en 1 cm breed. Het blad wordt door een elektromotor op en 
neer bewogen.

Slide 123 - Tekstslide

Figuurzaag
Een figuurzaag is een stuk gereedschap waarmee dun plaatmateriaal nauwkeurig kan worden gezaagd.

Slide 124 - Tekstslide

Gatenzaag
Een gatenzaag is een hulpmiddel om grote gaten te maken, groter dan met een boor mogelijk is.

Slide 125 - Tekstslide

Handzaag
Een handzaag is een zaag met een taps toelopend, stalen zaagblad dat is voorzien van een handvat. Een handzaag wordt gebruikt voor
het zagen van hout.

Slide 126 - Tekstslide

IJzerzaag
Een ijzerzaag is een zaag die vastzit in een beugel. Je gebruikt deze zaag om handmatig ijzer mee te zagen.

Slide 127 - Tekstslide

Juniorzaag/babyzaag
Een juniorzaag wordt ook wel een babyzaag genoemd. Het is een kleine ijzerzaag met een verwisselbaar zaagblad dat kleiner is dan een gewone ijzerzaag. Soms is het handig dit kleine zaagje te gebruiken. Je kunt er bijvoorbeeld kleinere hoeken
mee zagen.

Slide 128 - Tekstslide

Kapzaag
De kapzaag is een korte zaag met veel zaagtandjes voor hout, met een recht zaagblad. De zaag wordt vooral gebruikt voor het afkorten
van hout.

Slide 129 - Tekstslide

Verstekzaag
Een verstekzaag is een (hand)zaag, vaak in combinatie met een verstekbak of houder, voor het zagen van een werkstuk onder een 
bepaalde hoek.

Slide 130 - Tekstslide

Technisch tekenen

Slide 131 - Tekstslide

Werktekening
Een werktekening is een nauwkeurige tekening van een constructie. Op de tekening staat informatie over het product dat getekend is;
de maten, het materiaal,
uit welke onderdelen het
product bestaat, enz.

Slide 132 - Tekstslide

Aanzichten
Het aanzicht is het beeld dat je ziet
vanuit een bepaalde kant.
Verschillende aanzichten;

- vooraanzicht
- bovenaanzicht
- zijaanzicht

Slide 133 - Tekstslide

Projectie
De manier waarop een voorwerp op papier wordt afgebeeld, noemen we de projectie. Er zijn verschillende soorten projectie, zoals de isometrische projectie en de rechthoekige projectie.

Slide 134 - Tekstslide

Isometrische projectie
Bij een isometrische projectie wordt het voorwerp schuin van boven weergegeven. Je ziet altijd de voorkant,
bovenkant en zijkant.

Slide 135 - Tekstslide

Schets
Een schets is een tekening die snel op papier is gezet, met als doel om snel iets duidelijk te maken.
De schets is voor de tekenaar het begin
van het proces. Hierna gaat hij het steeds
specifieker maken.

Slide 136 - Tekstslide

CAD
CAD staat voor Computer Added Design, wat 'ontwerpen met de computer' betekent. Er zijn programma's waar je technische CAD-tekeningen mee kunt maken. Jullie gebruiken SketchUp. Voordelen:
* Je kunt in- en uitzoomen op de tekening
* Je kunt de maten exact instellen en makkelijk            aanpassen

Slide 137 - Tekstslide

Rechthoekige projectie
Bij een rechthoekige projectie wordt een voorwerp onvervormd en plat afgebeeld. 
We noemen dit ook wel 
de metrische of platte
projectie.

Slide 138 - Tekstslide

Doorsnede
Een doorsnede is een verticale snede door een object. Deze wordt gemaakt op een belangrijke plek, zodat de doorsnede een duidelijk 
beeld geeft van de 
binnenkant.

Slide 139 - Tekstslide

Exploded view
Een exploded view is een technische tekening waarin een driedimensionaal model zo getekend is dat het lijkt alsof de onderdelen uit elkaar 
zijn getrokken, oftewel 
geëxplodeerd is.

Slide 140 - Tekstslide

Maatlijnen
Maatlijnen zijn de lijnen op een technische tekening die aan beide uiteinden pijlen
hebben. De maat wordt 
aangegeven in millimeters.
De meetlijnen geven aan hoe
groot iets is.

Slide 141 - Tekstslide

Maataanduiding
Op een werktekening staan verschillende lijnen en maten. De maten staan altijd in millimeters. Zo kun je de exacte maten aflezen.

Slide 142 - Tekstslide

Materiaalstaat
Een materiaalstaat is een lijst met materialen die je nodig hebt om een product of werkstuk te maken. Op deze staat staan de soorten materialen en de afmetingen daarvan. Controleer alles goed 
voordat je met je werkstuk 
gaat beginnen.

Slide 143 - Tekstslide

Stuklijst
Een stuklijst is een lijst van de onderdelen die verwerkt zijn in een product. Je vindt hierin de volgende dingen;
naam van het product en tekenaar,
de maateenheid tekening,
tekenschaal, stuknummer, 
afmetingen, materiaal, datum
van de tekening.

Slide 144 - Tekstslide

Gereedschapsstaat
Een gereedschapsstaat is een overzicht van alle gereedschappen die je nodig hebt om een product te maken of bewerken.

Slide 145 - Tekstslide

Bol
Een bol is een vorm die van alle kanten rond is.

Slide 146 - Tekstslide

Straal
Een straal wordt ook wel een radius genoemd. Het is de halve diameter van een cirkel.

Slide 147 - Tekstslide

Diameter
Een diameter is de dwarsdoorsnede van een cirkel. Het teken voor een diameter ziet er als volgt uit;

Slide 148 - Tekstslide

Kubus
Een kubus is een ruimtelijk figuur met zes gelijke vlakken. Al deze vlakken hebben de vorm van een vierkant.

Slide 149 - Tekstslide

Balk
Een balk is een rechthoekig blok.


Slide 150 - Tekstslide

Piramide
Een piramide is een ruimtelijk figuur waarbij het grondvlak de vorm heeft van een veelhoek (driehoek, vierhoek, tienhoek, enz.). De 
zijvlakken hebben allemaal 
de vorm van een driehoek.

Slide 151 - Tekstslide

Kegel
Een kegel is een ruimtelijk figuur. Het grondvlak is rond en de opstaande rand komt samen 
in één punt.

Slide 152 - Tekstslide

Cilinder
Een cilinder is een vorm waarbij de onderkant rond of ovaal is en de zijkanten recht omhoog lopen.

Slide 153 - Tekstslide

Trapeze
Een trapeze is een vierhoek, waarbij de bovenkant en de onderkant evenwijdig lopen. De zijkanten kunnen verschillen in schuinte.

Slide 154 - Tekstslide

Prisma
Een prisma is een ruimtelijk figuur. Het grondvlak en het bovenvlak bestaat uit dezelfde veelhoek (driehoek, vierhoek, tienhoek, enz.).
Alle zijkanten zijn even
groot.

Slide 155 - Tekstslide

Filmpjes over techniek

Slide 156 - Tekstslide

Slide 157 - Video

Slide 158 - Tekstslide

Slide 159 - Tekstslide