2K herhaling proefwerk Tweede Wereldoorlog

Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog?
A
1938
B
1939
C
1940
D
1941
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog?
A
1938
B
1939
C
1940
D
1941

Slide 1 - Quizvraag

Wanneer eindigde de Tweede Wereldoorlog?
A
1943
B
1944
C
1945
D
1946

Slide 2 - Quizvraag

Welk land kiest ervoor om bij Duitsland te horen in 1938?
A
Oostenrijk
B
Tsjecho-Slowakije
C
Nederland
D
Denemarken

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'Blitzkrieg'?
A
overleg tussen staten
B
een snelle aanval
C
overgeven
D
drijfjacht

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'diplomatie'?
A
overleg tussen staten
B
een snelle aanval
C
overgeven
D
drijfjacht

Slide 5 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wat het begrip razzia betekent.

Slide 6 - Open vraag

Noem 1 politieke verandering in Nederland nadat Duitsland Nederland verovert.

Slide 7 - Open vraag

Samenwerken met de Duitsers noemen we...
A
verzet
B
aanpassing
C
collaboratie

Slide 8 - Quizvraag

Wat hoort er NIET bij samenwerken met de Duitsers?
A
Illegale kranten verspreiden
B
Joden verraden
C
Dienst nemen in het Duitse leger
D
Helpen met het bouwen van bunkers

Slide 9 - Quizvraag

Leg uit welke ideeën Hitler had over 'mensenrassen'.

Slide 10 - Open vraag

De Holocaust ging stapsgewijs. Leg uit welke stappen er waren bij het vervolgen van Joden.

Slide 11 - Open vraag

Waarom zetten de Amerikanen aan het eind van de oorlog een atoombom in tegen Japan?
A
Om Duitsland te laten schrikken.
B
Om de Japanners te straffen voor de Jodenvervolging.
C
Om de atoombom te testen.
D
Om de oorlog sneller ten einde te brengen.

Slide 12 - Quizvraag

Noem 1 gevolg voor de bevolking van de landen die Japan binnenviel.

Slide 13 - Open vraag

Toen Japan Indonesië binnenviel, waren de mensen in Indonesië in de eerste instantie...
A
blij, want ze dachten dat ze bevrijd werden van de Nederlanders.
B
blij, want ze wilden graag bij Japan horen.
C
boos, want ze vonden het fijn om bij Nederland te horen.

Slide 14 - Quizvraag