Grammar Period 4 Wired/Blink

 Should/Could/Would
Aim: 
After this lesson you know how to use should, could, and would
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

 Should/Could/Would
Aim: 
After this lesson you know how to use should, could, and would

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

I ________ leave earlier next time.
I don't want to be late again.
A
should
B
could
C
would

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We ______ like a hamburger with fries.
A
should
B
could
C
would

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We ___________ go on vacation more often if we had the money.
A
should
B
could
C
would
D
'd

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

_____________ you pass me the salt, please?
A
Could
B
Would
C
Should

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I _______ have bought another computer but I kept my old one because it still works fine.
A
could
B
should
C
would

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Advies vragen of geven
Een suggestie doen
Vertellen over wat je kon doen
Beleefde vraag stellen
Beleefd aanbod doen
Praten over iets denkbeeldigs
Should
Could
Would

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende + overtreffende trap
klein - kleiner - kleinst(e)
small - smaller - smallest

groot - groter - grootst(e)
big - bigger - biggest

aardig - aardiger - aardigst(e)
nice - nicer - nicest

Comparative +

Superlative

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op woorden die eindigen op een Y!

(medeklinker + y dan 'i' ipv 'y'

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
goed - beter - best
good - better - best

slecht - slechter - slechtst(e)
bad - worse - worst

ver - verder - verst(e)
far - further - furthest




Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende trap:
+ER

Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is taller than Rob.

The boys are faster than us.


Overtreffende trap:
+EST

Vaak komt er voor het woord THE te staan

Rob is the tallest boy I know.

That is the fastest car ever.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 lettergrepen
De meeste woorden van 2 lettergrepen krijgen -er or -est 
Als het woord eindigt op  -le -er -y, -ow voeg je -er or -est toe  bv.



Maar  
Als dat niet het geval is gebruik je more enmost a
bv.: awful - more awful - most awful

Slide 18 - Tekstslide

simple - simpler - simplest
clever - cleverer - cleverest
happy - happier - happiest
narrow - narrower - narrowest
Maar bij langere woorden...

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden van 3 of meer lettergrepen
krijgen GEEN -er of -est,
maar MORE of MOST ervoor!

I am smaller than Frank, but he is more intelligent than I am.

Jason is the sweetest baby I know, Jasmin is 
the most beautiful baby though.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

My sister has a ___ room than I have.
A
big
B
bigger
C
biggest
D
more bigger

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I drive ___ than my husband.
A
safe
B
safer
C
safest
D
most safe

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

That group is _____ than the other group.
A
more serious
B
most serious
C
seriouser
D
seriousest

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The teacher likes to have the ___ talks.
A
dull
B
duller
C
dullest

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

It is _____ than ever to find good football players.
A
more difficult
B
difficulter
C
most difficult
D
difficultest

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Michael Jackson was the
___ singer ever .
A
great
B
greater
C
greatest
D
most great

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The weather today is even ___
than yesterday.
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My dad is the ___ dad ever!
A
good
B
goodest
C
better
D
best

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies