5.5 Milieu of Genotype?

5.5: Milieu of Genotype?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

5.5: Milieu of Genotype?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
- Inzage SO H4
- Genetische modificatie & Gentherapie
- Epigenetica
- Opdrachten 5.5
- Examentraining

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.5 Leerdoelen en begrippen
16. Je beschrijft hoe tweelingonderzoek bijdraagt aan de discussie over nature en nurture
17. Je licht je standpunt over het ingrijpen in de erfelijkheid toe met ethische en biologische argumenten
18. Je legt uit welke invloed epigenetica heeft op het fenotype en legt uit wat dit betekent voor de overervingspatronen volgens de wetten van Mendel. 

nature, nurture, ethiek, epigenetica, methylering, epigenetische code. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

GMO's
Genetically Modified Organisms:
  • Genetische gemodificeerde organismen. Organismen waar lichaamsvreemd DNA / RNA in is gebracht. Bijvoorbeeld maïs/ soja/ bacteriën 
  • Doel is ze betere eigenschappen te geven dan het origineel.
  • Veel ethische kwesties.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gentherapie
Wat?  Cellen genetisch aanpassen
Doel?  Om een ziekte met een genetische oorzaak te genezen.

Voorbeeld:
  • de COVID 19 prikken: viraal RNA inbrengen en menselijke cel Virus eiwit laten maken.
  • CRISPR-CAS: met behulp van techniek uit bacteriën genen in de mens aanpassen
  • Genetisch gemodificeerde bacteriën: menselijk DNA voor insuline inbrengen in bacterie die gaat dan insuline maken



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gentherapie
Oude methode: 
  • Gebruikt virussen (vector) om nieuwe stukken DNA in de celkern te brengen van stamcellen.
  • Stamcellen worden teruggeplaatst en zijn de bron van gezonde cellen.
  • Is niet erg precies. Kan dus fout gaan.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Genetisch modificatie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vind jij dat genetische modificatie mag?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Epigenetica
Hoe kunnen genetische eigenschappen veranderen zonder dat de genetische code is gewijzigd?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epigenetica
Verschil in eigenschappen -->  genen aan of uit? 

Er zijn stoffen in de kern die de activiteit van genen beïnvloeden --> methylgroepen (-CH3 groepen)



Slide 13 - Tekstslide

Deze epigenetische code is ook overerfbaar. Daardoor kan de omgeving van je ouders/ grootouders jouw eigenschappen bepalen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epigenetica
  • het binden van methylgroepen (-CH3 groepen) aan het DNA zorgt voor uitschakeling van een gen.
  • De hoeveelheid methylgroepen kan worden beïnvloed door omgeving (bijvoorbeeld voedsel).
  • Deze epigenetische code is ook overerfbaar. Daardoor kan de omgeving van je ouders/ grootouders jouw eigenschappen bepalen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

methylgroep -CH3

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
- Maken 5.5 opdr. 57 t/m 61
- Maken examentraining H5

Klaar?
Maken extra oefenopgaven erfelijkheid Classroom

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies