H8.5 en H8.6

Maatschappijleer Online DT 3
Wat gaan we doen? 
Nieuwsquiz
Uitleg:
H8.5  Als het tegenzit
H8.6 De verzorgingsstaat
Aan het werk! 
Log alvast even in bij LessonUp! 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Maatschappijleer Online DT 3
Wat gaan we doen? 
Nieuwsquiz
Uitleg:
H8.5  Als het tegenzit
H8.6 De verzorgingsstaat
Aan het werk! 
Log alvast even in bij LessonUp! 

Slide 1 - Tekstslide

H5 Als het tegenzit
Wat leer je in H5?
Je kan de verschillende vormen van discriminatie op de werkvloer benoemen.
Je weet wat je kan doen als je oneerlijk behandeld wordt op de werkvloer
Je kan het belang van een vakbond uitleggen.
Je kan het verschil tussen ontslag en ontslag op staande voet uitleggen.
Je weet wat positieve discriminatie is en hoe regering hier aan mee doet.

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Discriminatie
Als je ergens solliciteert of werkt kun je te maken krijgen met vooroordelen. We benoemen de discriminatie t.o.v. 4 groepen: 
  1. Tegen vrouwen (zwanger kunnen worden, parttime willen werken)
  2. Migratie-achtergrond (lui, spreekt de taal niet, anders)
  3. Leeftijdsdiscriminatie: (je bent te oud, vaker ziek, niet flexibel)
  4. Handicap of ziekte (duur zo'n zieke).
Je kan de verschillende vormen van discriminatie op de werkvloer benoemen.

Slide 4 - Tekstslide

Welke uitspraak is juist?
1. Discriminatie op de werkvloer is verboden en strafbaar, dus ook positieve discriminatie.
2. In sommige gevallen mogen bedrijven vrouwen, allochtonen of ouderen voorrang geven bij het aannemen van personeel.
A
Uitspraak 1 is juist, uitspraak 2 is onjuist
B
Uitspraak 1 is onjuist, uitspraak 2 is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 5 - Quizvraag

Waarom staat de overheid positieve discriminatie op de werkvloer toe?
A
Omdat het toch niet te controleren is.
B
Om groepen die moeilijk een baan kunnen vinden te helpen.
C
Omdat de werkgevers dat belangrijk vinden.
D
Omdat het om een heel kleine groep mensen gaat.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Ontslag
  • Als er onvoldoende werk voor je is, of wanneer je onvoldoende presteert, kun je ontslagen worden. Je hebt dan recht op een werkloosheidsuitkering.
  • Ook kun je zelf ontslag nemen. Zowel werknemers als werkgevers moeten zich houden aan een opzegtermijn.
 

Je kan het belang van een vakbond uitleggen

Slide 8 - Tekstslide

Ruzie met je baas
  • Wanneer je het niet eens bent met de keuzes van je werkgever  kán je dit eventueel  oplossen met hulp van de vakbond (organisatie die opkomt voor belangen van werknemers).
  • Een vakbond kan advies geven en in het uiterste gevak een staking organiseren. 
  • Ben je lid van de vakbond? Dan word je bij een staking doorbetaald.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Je kunt op staande voet ontslagen worden als:
A
het bedrijf wordt overgenomen door een ander bedrijf.
B
je solliciteert naar een andere baan.
C
je meer loon wilt hebben.
D
je spullen gestolen hebt op je werk.

Slide 11 - Quizvraag

Welke reden voor ontslag is niet terecht? Je wordt ontslagen:
A
omdat je bij een ander bedrijf solliciteert.
B
omdat je werk door een robot wordt overgenomen.
C
terwijl je nog in je proeftijd zit.
D
vanwege tegenvallende resultaten van het bedrijf.

Slide 12 - Quizvraag

Als je onterecht ontslagen wordt kun je:
A
Naar de rechter gaan
B
Naar de vakbond gaan
C
Je kan niks doen
D
geen idee

Slide 13 - Quizvraag

Ontslag
  • Wanneer je gestolen hebt,  fraude hebt gepleegd,   geweldadig bent,  je onterecht ziek meldt of weigert te werken, kun je op staande voet ontslagen worden.

Ontslag op staande voet => Je moet dan onmiddelijk het bedrijf verlaten en je hebt geen recht op een uitkering.

Je kan het verschil tussen ontslag en ontslag op staande voet uitleggen

Slide 14 - Tekstslide

Ontslag
  • Oneens met je ontslag? Dan kun je bezwaar maken bij het UWV of naar de rechter stappen. 
  • Als je twijfelt of je ontslag terecht is is het altijd verstandig bezwaar te maken tegen het ontslag. 
Je kan het verschil tussen ontslag en ontslag op staande voet uitleggen

Slide 15 - Tekstslide

Positieve discriminatie?
Om discriminatie tegen te gaan kiezen sommige bedrijven voor positieve discriminatie bij de sollicitatie. 
Dit houdt in dat ze bij gelijke capaciteiten kiezen voor bijvoorbeeld een vrouw, allochtoon of oudere kandidaat.

Positieve disciminatie => Werkgevers mogen bij het aannemen van nieuw personeel voorrang geven aan vrouwen, allochtonen of ouderen
Je weet wat positieve discriminatie is en hoe regering hier aan mee doet.

Slide 16 - Tekstslide

Vrouwen aan het werk
Om meer vrouwen te stimuleren om te gaan werken, heeft de overheid twee belangrijke maatregelen ingevoerd.
Kinderopvangtoeslag: ouders krijgen een deel van de kosten voor kinderopvang vergoed.
Ouderschapsverlof: ouders mogen een dag in de week vrij nemen om voor hun kleine kinderen te zorgen.

Je weet wat positieve discriminatie is en hoe regering hier aan mee doet.

Slide 17 - Tekstslide

Bij positieve discriminatie ga je
A
buitenlanders positief voortrekken
B
buitenlanders met een achterstand voortrekken
C
mensen bevoordelen
D
buitenlanders voortrekken

Slide 18 - Quizvraag

In een vacature staat de tekst: “Bij gelijke capaciteiten wordt de voorkeur gegeven aan een vrouw.”
Waarvan is dit een voorbeeld?


A
Sociale ongelijkheid.
B
Open sollicitatie
C
Arbeidscontract.
D
Positieve discriminatie.

Slide 19 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van emancipatiebeleid (positieve discriminatie)
A
werkervaaringplaatsten
B
makkelijker diploma krijgen
C
gesubsidieerde banen
D
uitkeringen

Slide 20 - Quizvraag

Waarom staat de overheid positieve discriminatie op de werkvloer toe?
A
Omdat het toch niet te controleren is.
B
Om groepen die moeilijk een baan kunnen vinden te helpen.
C
Omdat de werkgevers dat belangrijk vinden.
D
Omdat het om een heel kleine groep mensen gaat.

Slide 21 - Quizvraag

0

Slide 22 - Video

maken
par 8.5 tb 130 en 131
wb: 156-158
samenvatting 8.5
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

H6 De verzorgingsstaat
  • Je weet wat de verzorgingsstaat is.
  • Je kent de verschillen tussen uitkeringen die iedereen kan krijgen en uitkeringen die alleen voor (ex-)werknemers zijn.
  • Je weet welke maatregelen de regering heeft genomen om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden
  • Je weet hoe verschillende politieke stromingen denken over de verzorgingsstaat.
  • Je kunt zelf voorbeelden aandragen van oplossingen om verzorgingsstaat betaalbaar te houden.

Slide 24 - Tekstslide

De overheid helpt een handje
Verzorgingsstaat => Een land waar de overheid sterk veranwoordelijk is voor de burgers  

Als je in Nederland niet of onvoldoende in je onderhoud kunt voorzien, dan kun je een uitkering krijgen. Er zijn twee soorten uitkeringen:
  • Uitkering voor werknemers.
  • Uitkeringen voor iedereen.

Je weet wat de verzorgingsstaat is.

Slide 25 - Tekstslide

Uitkeringen voor werknemers
  • Je wordt werkloos. Als je ten minste acht maanden hebt gewerkt, krijg je werkloosheidsuitkering (WW).
  • Je wordt ziek. Als je ziek wordt, betaalt je werkgever maximaal twee jaar 70% van je loon door.
  • Je wordt arbeidsongeschikt. Door een ongeluk kun je bijvoorbeeld langdurig niet meer werken. Je krijgt dan maximaal 75% van je vroegere loon.

Je kent de verschillen tussen uitkeringen die iedereen kan krijgen en uitkeringen die alleen voor ex-werknemers zijn.

Slide 26 - Tekstslide

Uitkeringen voor iedereen
  • Ouderenpensioen (AOW). Vanaf de pensioenleeftijd krijgt iedereen een vaste uitkering.
  • Kinderbijslag. Ouders krijgen kinderbijslag tot hun kinderen 18 zijn.
  • Bijstand. Als je geen recht hebt op een andere uitkering, dan kun je een bijstandsuitkering aanvragen.

Je kent de verschillen tussen uitkeringen die iedereen kan krijgen en uitkeringen die alleen voor ex-werknemers zijn.

Slide 27 - Tekstslide

Een uitkering van de overheid is een...
Hangmat
Vangnet

Slide 28 - Poll

Slide 29 - Video

Maatregelen om verzorgingsstaat te betalen
Door vergrijzing is verzorgingsstaat niet voor altijd te betalen. Mogelijke maatregeling:
  1. Bezuinigen: uitkeringen zijn verlaagd en er zijn strengere eisen
  2. Eigen bijdrage in de zorg
  3. Pensioenleeftijd is verhoogd (van 65 naar 67)
  4. De overheid stimuleert banengroei
  5. Meer belasting betalen
Maatregelen om de verzorgingsstaat te betalen
Je weet welke maatregelen de regering heeft genomen om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden

Slide 30 - Tekstslide

Politiek en de verzorgingsstaat
*Liberalen: eigen verantwoordelijkheid, lage uitkeringen, dan gaan mensen hun best doen om werk te vinden (VVD D66).
* Christendemocraten: Verantwoordelijkheid van de samenleving. Je moet voor elkaar zorgen (CU/CDA)  
*Socialisten: overheid moet zorgen voor de zwakkeren in de samenleving. Niemand is vrijwillig arm (SP PvdA).
Hoe denken politieke partijen over de verzoringsstaat?
Je weet hoe verschillende politieke stromingen denken over de verzorgingsstaat

Slide 31 - Tekstslide

Wat is geen pijler van de Verzorgingsstaat?
A
Sociale zekerheid
B
Goed onderwijs
C
Goede gezondheidszorg
D
subsidies

Slide 32 - Quizvraag

Wat is een verzorgingsstaat?
A
Een land waar genoeg ziekenhuizen beschikbaar zijn voor de burgers
B
Alle maatregelen die ervoor zorgen dat burgers hun basisbehoeften kunnen vervullen
C
Het overzicht van de kosten van alle uitkeringen voor werkenden en niet- werkenden.
D
Een land waar de overheid de burgers helpt als dat nodig is.

Slide 33 - Quizvraag

Nederland is een verzorgingsstaat. Dat zie je bijvoorbeeld aan:
A
de kloof tussen arm en rijk
B
de lage belastingen
C
dat ouderen AOW krijgen
D
de grote sociale ongelijkheid

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Video

Welke uitkeringen worden door het UWV WERKbedrijf uitgekeerd en welke door de Sociale Verzekeringsbank?

Slide 36 - Open vraag

Wat is een juiste volledige omschrijving van het UWV Werkbedrijf?
A
Het UWV werkbedrijf adviseert bedrijven.
B
Het UWV Werkbedrijf verstrekt uitkeringen.
C
Het UWV Werkbedrijf helpt mensen bij het vinden van een baan. Als het niet lukt om een baan te vinden kan men een uitkering aanvragen .
D
Het UWV werkbedrijf neemt mensen in dienst die zelf geen werk kunnen vinden.

Slide 37 - Quizvraag

welke uitkering stijgt door de vergrijzing?
A
WULZ
B
AWBZ
C
WW
D
AOW

Slide 38 - Quizvraag

Uitkering voor mensen die geen werk hebben heet:
A
Wajong
B
WWB
C
WW
D
ZW

Slide 39 - Quizvraag

maken
par 8.6
tb 132 en 133
wb 160-162
samenvatting 8.6


timer
15:00

Slide 40 - Tekstslide