Signaalwoorden (opsomming-tegenstelling-reden)

1 / 16
volgende
Slide 1: Video
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

(opsomming): auch
A
ook
B
en
C
bovendien
D
daarnaast

Slide 2 - Quizvraag

(opsomming): außerdem
A
of
B
en
C
bovendien
D
daarnaast

Slide 3 - Quizvraag

(opsomming): daneben
A
bovendien
B
daarnaast
C
of
D
niet alleen

Slide 4 - Quizvraag

(tegenstelling): aber
A
toch
B
daartegen
C
hoewel
D
maar

Slide 5 - Quizvraag

(tegenstelling): doch
A
toch
B
daarentegen
C
hoewel
D
maar

Slide 6 - Quizvraag

(tegenstelling): hingegen
A
toch
B
daarentegen
C
hoewel
D
in plaats van

Slide 7 - Quizvraag

(tegenstelling): trotzdem
A
echter
B
toch
C
desondanks
D
maar

Slide 8 - Quizvraag

(tegenstelling): obwohl
A
hoewel
B
ondanks
C
toch
D
echter

Slide 9 - Quizvraag

(tegenstelling): sondern
A
hoewel
B
ondanks
C
toch
D
maar

Slide 10 - Quizvraag

(tegenstelling): statt
A
ondanks
B
hoewel
C
in plaats van
D
desondanks

Slide 11 - Quizvraag

(reden/argument): weil
A
want
B
omdat
C
namelijk
D
daarom

Slide 12 - Quizvraag

(reden/argument): denn
A
want
B
omdat
C
vanwegen
D
daarom

Slide 13 - Quizvraag

(reden/argument): nämlich
A
omdat
B
om deze reden
C
daarom
D
namelijk

Slide 14 - Quizvraag

(reden/argument): deshalb
A
omdat
B
om deze reden
C
daarom
D
namelijk

Slide 15 - Quizvraag

(reden/argument): wegen
A
vanwegen
B
ondanks
C
daarom
D
namelijk

Slide 16 - Quizvraag