In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Nederlands
Het schrijven van een zakelijke e-mail
Slide 1 - Tekstslide
Uit welke twee onderdelen bestaat het examen Nederlands?
Slide 2 - Open vraag
Hoeveel schrijfopdrachten moet je kennen voor het examen?
Slide 3 - Open vraag
Welke schrijfopdrachten kunnen op het examen komen?
A
brief e-mail en artikel
B
Zakelijke email en zakelijke brief en artikel
C
Recept, nieuwsbericht of mail
D
Persoonlijke brief, persoonlijke mail en artikel
Slide 4 - Quizvraag
Conventies (regels) zakelijke e-mail
Aan:
Onderwerp:
Aanhef (Geachte heer/mevrouw,)
Inleiding (Mijn naam is.............)
Kern (Vertel waar je e-mail over gaat (minimaal 3 zinnen)
Slot (Vertel wat je graag zou willen)
Slotformule (Met vriendelijke groet, )
Jouw naam
In totaal minimaal 100 woorden, tel dus de woorden. (tip. zet voor elke zin het aantal woorden)
Slide 5 - Tekstslide
De start
Vul het e-mailadres in
Wat is BCC en CC? (hoef je NIET in te vullen op je examen).
Vul de onderwerpsregel in (kort en bondig) + NIET VERGETEN!! (geen onderwerpsregel is sowieso 1 punt aftrek op conventies).
Slide 6 - Tekstslide
Aanhef
Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw A. de Waag - Dekkers,
Geachte heer A. Wagemakers,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,
Geachte heer E. van 't Lam,
Slide 7 - Tekstslide
De inleidende zin
In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.
Slide 8 - Tekstslide
Het middenstuk
Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's in het middenstuk
In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht
Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken
Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf!
Beschrijf deze punten kort en bondig
Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten. Moet wel formeel blijven.
Slide 9 - Tekstslide
Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
Ik hoop spoedig van u te horen.
Ik ontvang graag snel een reactie.
Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.
Slide 10 - Tekstslide
Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
Met vriendelijke groet,
Hoogachtend,
Soms staat in de opdracht welke slotformule je kan gebruiken.
Sluit af met je voornaam en achternaam.
Slide 11 - Tekstslide
Hoofdletters en andere leestekens
Je voor- en achternaam beginnen met hoofdletters
Namen van steden, landen, merken: met hoofdletters
na de aanhef een komma
Na de afsluiting een komma
Slide 12 - Tekstslide
Gebruik leestekens!
Als je een lange zin schrijft, gebruik dan leestekens (komma etc). Maak de zinnen NIET TE LANG!! Hierdoor voorkom je formuleerfouten (zinnen die niet goed lopen).
Als je een vraag stelt, zet er het leesteken ? achter.
Vergeet de punten niet, aan het einde van een zin.
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht
Je krijgt een opdracht voor een zakelijke e-mail.
Je maakt de opdracht van het stencil op het voorgedrukte werkblad. Zorg dat je netjes schrijft.
Klaar? Lever je e-mail in en ga verder werken aan je project VHT.