WI.3m.h8.les4

Tangens
4
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Tangens
4

Slide 1 - Tekstslide

Voor degene die dit niet hebben gelezen in teams:

Slide 2 - Tekstslide

Er volgen nu eerst een aantal pagina's over de theorie van de tangens. Deze zaten al in eerdere lessen, maar kunnen je helpen bij het maken van deze les

Slide 3 - Tekstslide

Even herhalen
langste zijde
(altijd tegenover de rechte hoek)
rechthoekszijde
rechthoekszijde
Tangens kan je alleen gebruiken bij een rechthoekige driehoek.
Klik op de pijltjes voor info.

Slide 4 - Tekstslide

C
A
B
Vanuit LC gezien: 
Zijde AB is de overstaande rechthoekszijde van LC
zijde AC is de aanliggende rechthoekszijde van LC.
Vanuit LB gezien: 
Zijde AC is de overstaande rechthoekszijde van LB
AB is de aanliggende rechthoekszijde van LB.
Zijde BC is altijd de langste zijde.
(Altijd tegenover de rechte hoek.)

Slide 5 - Tekstslide

Hoeken berekenen.
Stappenplan:
  1. Schrijf de tangens op van de gevraagde hoek. Doe dit met de letters.
  2. Schrijf nogmaals de tagens op, maar vervang de letters van de zijden door de gegeven getallen.
  3. Bereken de gevraagde hoek. Gebruik bij het berekenen van de hoek shift+tan. Breek het getal af na 3 getallen achter de komma en zet 3 puntjes er achter neer.
  4. Rond het getal in graden af op een geheel getal, behalve indien anders gevraagd in de opgave.

Let op: De notatie is bij de tangens erg belangrijk.
Voorbeeld
Bereken hoek A.
1.
tanLA=BC÷AC
2.
tanLA=10÷3
3.
LA = tan -1 (10 ÷ 3)=73,300…º
4.
LA=73º
Klik op de stippen voor de berekening van het voorbeeld.

Slide 6 - Tekstslide

Tangens op je rekenmachine
Voor het rekenen met de tangens maak je 
gebruik van het knopje tan op je rekenmachine.

Wanneer je de hoek gaat berekenen moet je 
shift + tan gebruiken.

Zorg er voor dat op de bovenste regel een D staat
en eventueel een M, maar niet meer.

Slide 7 - Tekstslide

Hoek berekenen met Tangens


Dit toets je in door shift en daarna tan in te toetsen.
Dus krijgen we in de opgave die we net zagen
de volgende berekening:


A=tan1(25064)

Slide 8 - Tekstslide

Hoek berekenen met Tangens






Dus hoek A is 14o
Graden ronden we af op gehelen.
A=tan1(25064)
tanA=ABBC
A=14,359...
tanA=25064
Officieel mag je deze stap niet opschrijven, maar het wordt gedoogd op het examen.

Slide 9 - Tekstslide

Hoek berekenen met Tangens






Dus hoek A is 14o
Graden ronden we af op gehelen.
A=tan1(25064)
tanA=ABBC
A=14,359...
tanA=25064
Officieel mag je deze stap niet opschrijven, maar het wordt gedoogd op het examen.

Slide 10 - Tekstslide

Hoek berekenen met Tangens
                                                                                Zo kun je ook hoek C berekenen.






Dus hoek C is 76o

C=tan1(64250)
tanC=BCAB
C=75,640...
tanC=64250
tan hoek=AO
Dit kon ook met de hoekensom.


C=1800BA
C=18009014,359...
C=75,640...
Dus C760

Slide 11 - Tekstslide

Zijden berekenen met tangens.
In een rechthoekige driehoek kun je ook een rechthoekszijde berekenen als je de hoek hebt en één van de twee rechthoekszijden.
langste zijde (lz)

Slide 12 - Tekstslide

Let op!
De notatie is belangrijk

Slide 13 - Tekstslide

Let 
op!
Notatie!

Slide 14 - Tekstslide

Hoeken in een ruimtefiguur
We gaan nu kijken hoe je met hoeken en tangens kunt rekenen in een ruimte figuur.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

In welk diagonaal vlak ligt hoek CAG.
Geef allen de 4 (hoofd)letters.

Slide 18 - Open vraag

Bereken de lengte van AC.

Slide 19 - Open vraag

Bereken grootte van hoek CAG.

Slide 20 - Open vraag

Bereken in de balk hiernaast hoek CAG. Zorg dat je alle stappen opschrijft, zoals het voorbeeld. (max 1 foto)

Slide 21 - Open vraag

De piramide in de volgende vraag zie je hierboven wat groter. Het grondvlak is een vierkant van 5 bij 5. De hoogte FG is 7. Gebruik deze gegevens bij de vraag op de volgende slide.

Slide 22 - Tekstslide

Teken vlak BFD op ware grootte. en teken ook FG.

Slide 23 - Open vraag

Door FG krijg je 2 rechthoekige driehoeken.
Bereken nu hoek FBG in de driehoek FGB.

Slide 24 - Open vraag

De piramide uit de volgende opdracht. Het grondvlak is een vierkant. AB = 8 cm en TS = 12 cm.

Slide 25 - Tekstslide

Bereken in de piramide hoek TPS.
Grondvlak is een vierkant AB=8 cm en TS =12 cm
Tip: Maak eerst een schets van de driehoek en zet er letters en maten bij. Bereken dus eerst de ontbrekende maten.
Op de vorige slide zie je een vergroting.

Slide 26 - Open vraag

Bereken hoek ACE. 
Stuur de foto (je kan er maar 1 inzenden) van de complete uitwerking (inclusief hulptekeningen) in de volgende slide.

Slide 27 - Tekstslide

Upload hier je complete uitwerking van de vorige vraag (max 1 foto).

Slide 28 - Open vraag

Afronding
Heb je de opgaven 26 t/m 29 uit het boek al afgemaakt?
Wanneer dit nog niet af is, eerst deze vragen afmaken.

Slide 29 - Tekstslide