rechthoeken

Maak een figuur met 4 even lange voorwerpen.
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maak een figuur met 4 even lange voorwerpen.

Slide 1 - Open vraag

Jullie hebben allemaal een ruit gemaakt. Formuleer nu zelf een definitie.

Slide 2 - Open vraag

Definitie: ruit
De ruit is een vierhoek met 4 gelijke zijden.

Slide 3 - Tekstslide

Nu weten jullie dat een ruit 4 gelijken zijden heeft. Geef nu de formule van de omtrek van een ruit?

Slide 4 - Open vraag

Formule: ruit
Z x 4

Slide 5 - Tekstslide

Oefening omtrek
Situatie:
De familie Bloemen heeft een zwembad aangelegd in de vorm van een ruit. Het zwembad heeft zijdes van 6m, ze willen een stenen rand rond het zwembad. Elke steen is een halve meter, hoeveel stenen hebben ze nodig?

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel stenen van een halve meter heeft de familie Bloemen nodig voor hun zwembad met zijdes van 6m?
A
12
B
44
C
48
D
24

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heb je dit berekend?
Noteer de stappen.

Slide 8 - Open vraag

Is dit een ruit?

A
Ja, het heeft 4 gelijke zijden.
B
Ja, het heeft 4 gelijke hoeken.
C
Nee, het heeft 4 gelijken zijden maar ook rechte hoeken.
D
Nee, het heeft 4 gelijke zijden.

Slide 9 - Quizvraag

Duid de formule aan waar je de omtrek van een ruit NIET mee kan berekenen.


A
Z + Z + Z + Z
B
(Z + Z) x 2
C
Z x 4
D
Z x Z x Z x Z

Slide 10 - Quizvraag

Is een rechthoek ook een ruit?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag