In deze les zitten 61 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je van vetten en oliën?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Waaruit zijn vetten en oliën opgebouwd?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetzuren
D
Water
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
De opbouw is bij vet en olie verschillend. Beide vetten hebben dan ook andere kenmerken en eigenschappen. In welke groepen kun je vetten indelen? Noteer er minimaal twee.
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Meervoudig onverzadigd verzuur
Enkelvoudig onverzadigd vetzuur
Verzadigd vetzuur
Slide 13 - Sleepvraag
Wat denk jij? Cacaoboter en Kokosolie bevatten veel ....
Verzadigde vetzuren
Onverzadigde vetzuren
Slide 14 - Poll
Wat denk jij? Visolie bevat veel ....
Verzadigde vetzuren
Onverzadigde vetzuren
Slide 15 - Poll
Slide 16 - Video
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Vetzuren worden onderverdeeld in groepen. Iedere groep heeft een andere structuur. Welke omschrijving past het best bij een blokje pure chocolade?
A
Hoe meer verzadigde vetzuren, hoe harder het vet bij kamertemperatuur.
B
Hoe meer onverzadigde vetzuren, hoe harder het vet bij kamertemperatuur.
Slide 19 - Quizvraag
Zet de volgende producten in het juiste kolom.
Verzadigde vetzuren
Onverzadigde vetzuren
Transvet
Boter
Gebak
Salami
Eigeel
Zalm
Pinda's
Margarine
Pizza
Chips
Slide 20 - Sleepvraag
Slide 21 - Tekstslide
Vet is om meerdere redenen gezond voor je lichaam. Noteer er drie.
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Hoe kun je vetbederf zolang mogelijk uitstellen?
A
Boter en olie beide op een donkere en droge plaats bewaren.
B
Olie in de koeling, boter in het magazijn.
C
Zorgen dat beide producten kunnen blijven ‘ademen’, dus niet afgesloten bewaren.
D
Boter in de koeling, olie op een donkere en droge plaats.
Slide 24 - Quizvraag
Maak de volgende opdrachten uit het boek
8.01 t/m 8.05
Zelfstandig (in rust), muziek luisteren mag
8 min
Opdrachten nakijken adhv antwoordblad
Lezen paragraaf 8.6 -Dierlijke vetten en 8.7 - Boter
timer
8:00
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
Twee bekende dierlijke vetten zijn rundvet en varkensvet. Voor welk product wordt rundvet gebruikt?
A
Margarine
B
Paté
C
Roomboter
D
Frituurvet
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Leg uit wat er tijdens het proces karnen gebeurt.
Slide 32 - Open vraag
Slide 33 - Video
Slide 34 - Tekstslide
Welke soort boter wordt hier omschreven?
Dit wordt ook wel zomerboter genoemd. Vanaf mei komt het vers op de markt. Dat komt omdat de koeien in de periode vanaf half mei tot en met oktober in de wei staan. Deze boter heeft de beste kwaliteit.
A
Boeren roomboter
B
Geklaarde boter
C
Grasboter
D
Hooiboter
Slide 35 - Quizvraag
Welk product is een restproduct bij de boterbereiding?
A
Karnemelk
B
Rivella
C
Yoghurt
D
Zure room
Slide 36 - Quizvraag
De manier van boter maken op de boerderij is net wat anders dan in een fabriek. Wat wordt er anders met de room gedaan op de boerderij?
Slide 37 - Open vraag
Slide 38 - Tekstslide
Maak de volgende opdrachten uit het boek
8.06 t/m 8.10
Zelfstandig (in rust), muziek luisteren mag
8 min
Opdrachten nakijken adhv antwoordblad
Lezen paragraaf 8.9 en 8.10
timer
8:00
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Olie kan heter worden dan boter
A
waar
B
niet waar
Slide 41 - Quizvraag
Slide 42 - Tekstslide
Slide 43 - Video
Slide 44 - Tekstslide
Oliën zijn vetten en bestaan voor uit vet
Vaste
Vloeibare
80
100
Slide 45 - Sleepvraag
Slide 46 - Tekstslide
Slide 47 - Video
Slide 48 - Tekstslide
De leeftijd van de olijfboom heeft invloed op de hoeveelheid olijven die geoogst worden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 49 - Quizvraag
Hoe later er geoogst wordt, des te beter de kwaliteit van de olijfolie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 50 - Quizvraag
Hoe hoger de zuurtegraad, des te eerder de olie bederft en ranzig wordt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 51 - Quizvraag
Olie van groene olijven is duurder dan van zwarte olijven.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 52 - Quizvraag
Uit zwarte olijven haal je minder olie dan uit groene olijven
A
Waar
B
Niet waar
Slide 53 - Quizvraag
Slide 54 - Tekstslide
Slide 55 - Tekstslide
Slide 56 - Tekstslide
Slide 57 - Tekstslide
Slide 58 - Video
Slide 59 - Video
In de keuken wordt gebruikgemaakt van de frituur. Jouw collega geeft aan dat het frituurvet snel in kwaliteit achteruit gaat. Welke tips kun je geven om dit tegen te gaan? Noteer minimaal vier tips.