2.17 Reclametekst & 2.18 Woorden met gevoelswaarde

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2.17 & 2.18
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2.17 & 2.18
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek en je schrift van Nederlands. Laat alles nog even dicht op tafel liggen. 

Huiswerk controle: 
2.16 opdracht 1 & 2


Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je een reclametekst schrijven
- weet je wat woorden met een positieve of negatieve gevoelswaarde zijn


Leergebiedoverstijgende doelen:
Denkvermogen
- Weegt oplossingen tegen elkaar af
- Kiest beargumenteerd een oplossing

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Gwen
Je mag zelfstandig aan de slag met opdracht 5 t/m 7 op blz. 98 t/m 100


De rest doet mee met de mini-check. 

Slide 4 - Tekstslide

Welke zin heeft een positieve gevoelswaarde?
A
“Jij bent echt een pannekoek”
B
“Dat was echt beregoed van je!”
C
“Dat heb je keurig gedaan!”
D
“Je doet nu echt als een baby!”

Slide 5 - Quizvraag

Sleep de woorden naar de juiste gevoelswaarde
positieve gevoelswaarde
negatieve gevoelswaarde
vrouw
wijf
politie
wout

Slide 6 - Sleepvraag

Wie maakt wat? 
Had je de vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 5 t/m 7 op blz. 98 t/m 100


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 7 - Tekstslide

4. Instructie

Slide 8 - Tekstslide

4. Instructie
Theorie: reclametekst.

Lees het gele vlak op blz. 98.
Je krijgt dadelijk 2 afbeeldingen te zien. Welke kenmerken van een reclametekst herken je?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Gevoelswaarde
Woorden kunnen een positieve en negatieve gevoelswaarde hebben. 

Teksten om iemand over te halen, overtuigende teksten, gebruiken vaak woorden met positieve gevoelswaarde. 

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeelden
Deze film is saai 
'saai' heeft een negatieve gevoelswaarde


Deze film is mooi
'mooi' heeft een positieve gevoelswaarde. 

Slide 13 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Vind je het nog lastig of had je alle vragen van de mini-check fout? Dan maken we opdracht 5.1 en 5.2 samen. 

De rest gaat zelfstandig aan de slag met opdracht 5 t/m 7 op blz. 98 t/m 100.

Slide 14 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken 
Je maakt zelfstandig opdracht 5 t/m 7 op blz. 98 t/m 100




Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een boek (boekverslag) en ga je in stilte lezen.
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

Evaluatie
Hoe ging de les? 
Heb je nog ergens vragen over?

Evaluatie leerdoelen: 
- kun je een reclametekst schrijven?
- weet je wat woorden met een positieve of negatieve gevoelswaarde zijn?
 



Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk: 
Vrijdag 9 december
2.17 & 2.18 opdracht 5 t/m 7
Toetsen: 
Geen

Slide 17 - Tekstslide