module 1-check tot 1,5

Module 1

1,1 t/m 1,5
snelle basis check
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare school

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Module 1

1,1 t/m 1,5
snelle basis check

Slide 1 - Tekstslide

In welke periode van het periodieksysteem staat het element bohrium
A
6
B
7
C
5
D
4

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel neutronen heeft dit kwikatoom?
A
80 neutronen
B
200 neutronen
C
40 neutronen
D
Weet ik niet

Slide 3 - Quizvraag

Welk model is het atoommodel van Bohr? En waarom?
A
Links, de elektronen draaien ieder in een eigen baan
B
Links, de elektronen zijn als een krentenbol verdeeld
C
Rechts, de kern is positief.
D
Rechts, de elektronen kunnen een baan delen

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel elektronen heeft Au
A
197
B
118
C
79
D
97

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel elektronen heeft
92235U
A
92
B
143
C
235
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Atoombouw:
De elektronen zitten in verschillende banen in de elektronenwolk. Hoe noemen we die banen?
A
groepen
B
periodes
C
schillen

Slide 7 - Quizvraag

Teken het atoommodel van Bohr voor een stikstofatoom.

Slide 8 - Open vraag

Welk element staat er in groep 16 periode 3
A
??
B
O
C
S
D
Sc

Slide 9 - Quizvraag

Wie lijkt er qua eigenschappen op zwavel?
A
zuurstof
B
fosfor
C
Se
D
Po

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel elektronen heeft K+?
A
18
B
19
C
20
D
21

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel elektronen heeft een koperatoom ?
A
29
B
63
C
34

Slide 12 - Quizvraag

Als er een neutron bij komt dan
A
Wordt het atoomnummer hoger
B
krijg je een ander atoom
C
Wordt het massagetal hoger
D
Wordt de lading +1

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel neutronen heeft dit atoom?
A
3
B
7
C
10
D
4

Slide 14 - Quizvraag

Een metaalatoom kan elektronen uit de wolk loslaten. Wat is het gevolg van het loslaten van het elektron
A
De elektronen creëren stroom
B
Het metaal vormt een legering
C
Het metaalatoom krijgt een positieve lading
D
Het metaal verandert van fase

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel neutronen heeft natrium-23?
A
11
B
23
C
12
D
34

Slide 16 - Quizvraag


beschrijf het atoom lood met massagetal 208 met behulp van het atoommodel van rutherford

Slide 17 - Open vraag

Welk atoom wordt hier weergegeven volgens het model van Rutherford? Gebruik bij het beantwoorden van deze vraag ook het Periodiek Systeem uit je boek

Slide 18 - Open vraag

Wat is de covalentie van koolstof?

Slide 19 - Open vraag

Wat is de covalentie van stikstof?

Slide 20 - Open vraag

De molecuulformule van een stof is CHCl3.
Teken de structuurformule van deze stof, rekening houdend met de covalenties. Upload een foto.

Slide 21 - Open vraag

Teken een structuur van zwaveldioxide, waarin S covalentie '4' heeft
SO2

Slide 22 - Open vraag