1.4 Aan het werk

Welkom
Pak je boek en iPad erbij. 
Laat ze dicht.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak je boek en iPad erbij. 
Laat ze dicht.

Slide 1 - Tekstslide

§1.4 
Aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen van deze les
  • Aan het einde van deze paragraaf kun je uitleggen waarom kapitaal een steeds belangrijkere rol is gaan spelen bij het produceren van goederen.
  • Aan het einde van deze paragraaf weet je dat in de 19e eeuw veel mensen in de landbouwsector werkten of ander arbeidsintensief werk deden.
  • Aan het einde van deze paragraaf weet je welke factoren belangrijk zijn voor de vestiging van industrie en andere bedrijven.
  • Aan het einde van deze paragraaf kun je uitleggen hoe er steeds meer werk komt in de dienstensector en Nederland opschuift naar een kenniseconomie.

Slide 5 - Tekstslide

Drie beroepssectoren
  1. Primaire sector: Landbouw
  2. Secundaire sector: Industrie
  3. Tertiaire sector: Diensten
       

Slide 6 - Tekstslide

Primaire sector =  Landbouwsector
Landbouw haalt producten uit de natuur: Akkerbouw, veeteelt, visserij, tuinbouw en mijnen.

Beroepen:
Boer, tomatenkweker, mijnwerker, visser enz.  





Arbeidsintensief

Slide 7 - Tekstslide

Arbeidsintensief
Er is veel arbeid nodig is om producten te kunnen produceren.



Slide 8 - Tekstslide

Kapitaalinstensief
Er zijn veel dure machines nodig om producten te kunnen produceren.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

In welke landen is de primaire sector vaak nog vrij groot?
De achterblijvers, economisch minder sterke landen.

In welke landen is de primaire sector vaak nog vrij groot?

Slide 11 - Tekstslide

Arme landen
  • In arme landen zijn de meeste mensen werkzaam in de landbouw, omdat ze hun eigen voedsel moeten verbouwen.

  • Veel producten die wij hier kopen worden gemaakt in fabrieken in arme landen, omdat de lonen daar laag zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Secundaire sector = Industriesector
Werk in de fabriek:
  • Hier maakt men van Grondstoffen een Product
  • Auto-industrie, scheepswerf, staalindustrie

Beroepen:
  • Fabrieksmedewerker
  • Lasser 
  • lopende band medewerker 
kapitaalintensief
Er is veel kapitaal (geld) nodig om al die machines te kunnen betalen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Tertiaire sector = Dienstensector
Iets voor een ander doen.

Je verleent een ander persoon een dienst.


Beroepen:

Leraar, verpleegkundige, dokter, notaris, politieagent, winkelier

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Aan het werk
Wat: lees en maak van 1.4 Aan het werk 
Opdrachten: 1, 2,4 en 5
Blz: 34-39
Klaar?opdracht 6+7




Slide 17 - Tekstslide

Welkom
Pak je spullen erbij

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Waarom daar?
In de 19e eeuw kwamen de fabrieken.
Waar stonden die vaak?
  • bij havens
  • bij steenkoolvelden

Als je zoekt naar een goede plek voor je bedrijf let je op de: vestigingsplaatsfactoren
Voorbeelden daarvan zijn:
  • dicht bij de klant
  • goede bereikbaarheid
  • een land met lage lonen


Slide 21 - Tekstslide

Waarom daar?  Vestigingsplaatsfactoren
    
De redenen waarom een bedrijf zich op een bepaalde plaats vestigt zijn: 

  • In de buurt van de grondstoffen ( vroeger belangrijker dan nu)
  • In een land met lage lonen ( nu )
  • In de buurt van jouw klanten
  • Op een goed bereikbare plek

Slide 22 - Tekstslide

Kenniseconomie 

Diensten, iets doen voor een ander. 
Kennis is hierbij belangrijk. 

Kenniseconomie: land waar kennis wordt gebruikt om moderne producten worden gemaakt of geleverd.   

Slide 23 - Tekstslide

Dienstverlenende beroepen
Nederland wordt steeds meer een kenniseconomie -> we verdienen geld met kennis

Slide 24 - Tekstslide

Geschoold en ongeschoold
Geschoold werk: opleiding voor nodig
  • leraar economie, doktersassistent, elektricien
Ongeschoold werk: geen opleiding nodig 
  • postbode, vakkenvuller, vuilnisman

NL= kenniseconomie: grote vraag is naar geschoold werk.
De overheid wil daarom dat iedereen een opleiding volgt.


Slide 25 - Tekstslide

Dienst verlenende producten
  • Diensten = iets doen
  • Tertiaire sector
  • Nederland kenniseconomie
  • Voorbeelden?

Slide 26 - Tekstslide

Aan het werk
Wat: lees en maak van 1.4 6 t/m 10

Klaar?:
Kies tussen:
1. Maken opdrachten herhaling/ verdieping
2. Maken oefentoets 1.3 somtoday
3. Maken oefentoets 1.4 somtoday


Slide 27 - Tekstslide

Begrippen

Slide 28 - Tekstslide

Welk begrip:
A

Slide 29 - Quizvraag

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 30 - Woordweb

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll