V4 par. 22 drogredenen

Welkom V4C!
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom V4C!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  1. Korte herhaling par. 19, 20 en 21
  2. Par. 22 drogredenen
  3. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een uitspraak of bewering over een bepaald onderwerp
Die onderbouwen het standpunt. Het is het antwoord op de vraag: waarom heb ik deze mening.
Het standpunt en de argumenten waarmee je het standpunt ondersteunt of ontkracht.
Argumenten tegen het standpunt, het ontkracht je standpunt.
Een tegenargument ontkrachten. Zo maai je het gras voor de voeten van de tegenstanders weg.
Standpunt/stelling
Argumenteren
Argumentatie
Tegenargument
Weerlegging

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gisteren lukte het je ook al niet: stop er nou maar mee!
Drugs moeten helemaal gelegaliseerd worden. Dan daalt de criminaliteit. 
argument + standpunt 
standpunt + argument 

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstverband = reden
Tekstverband = tegenstelling
 want
omdat
echter
maar
daarentegen
immers

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vier argumentatiestructuren zijn er?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een argumentatiestructuur en een argumentatieschema?
A
Er is geen verschil.
B
Een argumentatiestructuur maakt duidelijk hoe het standpunt en de argumenten zijn geordend t.o.v. elkaar
C
Een argumentatiestructuur maakt samenhang duidelijk aan de hand van 6 mogelijke schema's, zoals vergelijking, kenmerk, voor- nadelen, etc.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoe noem je dit argumentatieschema?
A
enkelvoudige argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
onafhankelijke argumentatie
D
afhankelijke argumentatie

Slide 8 - Quizvraag

geen nevenschikking, het standpunt wordt met 1 argument onderbouwd.
Geef een voorbeeld van een argumentatieschema op basis van 'oorzaak en gevolg' bij de stelling:
"Camera's moeten verplicht aan tijdens online lessen"

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

enkelvoudige argumentatie
meervoudige argumentatie
onderschikkende argumentatie
Argumentatie op basis van voor-/nadelen
Argumentatie op basis van autoriteit
Argumentatie op basis van kenmerk

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
Je leert verschillende drogredenen herkennen en je leert hoe je bij de verschillende drogredenen de juiste kritische vragen kunt stellen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
Drogredenen zijn fouten 
in argumentatie. 

Soms bewust als retorische truc!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Drogredenen met een fout in heet argumentatieschema

-> zoek het verzwegen argument 

1. Het autoriteitsargument
2. Een vals dilemma
3. Een overhaaste generalisatie
4. Een verkeerd kenmerk
5. Een verkeerde vergelijking
6. Een onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
7. Overdrijven
2. Drogredenen die een discussieregel overtreden (= niet meewerken aan een eerlijke discussie om samen een oplossing te vinden

1. De persoonlijke aanval
2. Het ontduiken van bewijslast
3. De cirkelredering
4. Het vertekenen van een standpunt
5. Het bespelen van het publiek

Regels
ad 1 Praat over de inhoud, niet over de persoon
ad 2 Wie iets stelt moet het ook bewijzen
ad 3 en 5: Strijd met argumenten om een standpunt te verdedigen of aan te vallen 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
Een aantal drogredenen is gekoppeld aan argumentatieschema's.
Aan de hand van het verzwegen argument kun je bepalen of het verband tussen standpunt en argument klopt. Als dit verband niet klopt, is er sprake van een drogreden, een onjuist argument.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autoriteitsdrogreden
Is de autoriteit wel echt een deskundige?

Vals dilemma
Zijn er echt maar twee opties?

Overhaaste generalisatie
Is dat echt altijd zo? Of zijn er maar een paar voorbeelden?

Verkeerde vergelijking
Zijn er niet ook belangrijke verschillen?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke aanval: op de persoon i.p.v. op de inhoud. 

Ontduiken bewijslast: Iedereen snapt wel dat...

Cirkelredenering: standpunt is argument. 

Vertekenen van een standpunt  het oorspronkelijke standpunt veranderen in een ander standpunt dat makkelijker is aan te vallen (woorden verdraaiien)
Bespelen van het publiek: inspelen op bijvoorbeeld angst, woede, schuld 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
1. Het autoriteitsargument
De economie is alleen nog te redden als de Nederlandse staat eigenaar wordt van alle banken. Gordon zei dit gisteren nog op tv!
2. Een vals dilemma
De wetenschap kan het ontstaan van graancirkels niet goed verklaren, dus graancirkels zijn het werk van aliens.
3. Een overhaaste generalisatie
Mijn oma dronk elke dag 3 glazen cola en zij is 92 jaar oud geworden. Het drinken van cola is dus gezond.
4. Een verkeerd kenmerk
Dat meisje draagt alleen maar grijze kleren, zij is vast totaal niet creatief.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
5. Een verkeerde vergelijking
Geschiedenislessen zijn helemaal niet belangrijk. Oude kleren gooi je toch ook gewoon weg?
6. Een onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
Sinds het verboden is om te appen op te fiets, zijn er minder dodelijke verkeersongevallen geweest. Appen op de fiets zorgt dus voor veel doden.
7. Overdrijven
Scholen zouden een uur eerder moeten beginnen, omdat zowel de leerlingen als de docenten dan langer van hun middag kunnen genieten, meer tijd hebben voor huiswerk of het nakijken van toetsen en een gezond ochtendritme ontwikkelen.



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
1. De persoonlijke aanval
Jij weet helemaal niks over gezond en gevarieerd eten, je bent zelf veel te zwaar!
2. Het ontduiken van bewijslast
Die voetballer had rood moeten krijgen voor die actie! Iedereen kent toch de regels van voetbal?
Natuurlijk moeten we meer bewegen, geef me één goede reden om dit niet te doen?!
3. De cirkelredenering
Ik vind vrijheid van meningsuiting erg belangrijk, omdat ik vind dat iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
4. Het vertekenen van het standpunt
Man: Ik vind vrouwen soms erg snel geïrriteerd.
Vrouw: Dus jij vindt dat ik een kort lontje heb?!
5. Het bespelen van het publiek
U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Man: Ik vind vrouwen soms erg snel geïrriteerd.
Vrouw: Dus jij vindt dat ik een kort lontje heb?
A
de persoonlijke aanval
B
het ontduiken bewijslast
C
de cirkelredenering
D
het vertekenen van het standpunt

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenislessen zijn helemaal niet belangrijk. Oude kleren gooi je toch ook gewoon weg?
A
het autoriteitsargument
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind vrijheid van meningsuiting erg belangrijk, want iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt.
A
de persoonlijke aanval
B
het ontduiken bewijslast
C
de cirkelredenering
D
het vertekenen van het standpunt

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De wetenschap kan het ontstaan van graancirkels niet goed verklaren, dus graancirkels zijn het werk van aliens.


A
het autoriteitsargument
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Die wiskundetoets was veel te moeilijk, dat zei de docent Nederlands ook.
A
het autoriteitsargument
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als jij niet naar Spanje op vakantie wil, dan gaan we gewoon helemaal niet op vakantie.
A
het autoriteitsargument
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je me niet gelooft, bewijs dan maar eens dat het niet zo is!
A
de persoonlijke aanval
B
het ontduiken bewijslast
C
de cirkelredenering
D
het vertekenen van het standpunt

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is de afgelopen drie jaar erg warm geweest, dus het klimaat verandert.
A
het autoriteitsargument
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jij weet helemaal niks over gezond en gevarieerd eten, je bent zelf veel te zwaar!
A
de persoonlijke aanval
B
het ontduiken bewijslast
C
de cirkelredenering
D
het vertekenen van het standpunt

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kritische lezer zou in alinea 1 een drogreden kunnen herkennen. Noteer de zin waar de drogreden in staat.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke drogreden?
A
het autoriteitsargument
B
vals dilemma
C
verkeerde vergelijking
D
de cirkelredenering

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: donderdag 8 juni
  • Huiswerk: leren par. 19 t/m 22
  • Meenemen: LAPTOP, schrift en pen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies