Aantrekkelijk formuleren

Waar hebben we het vorige week over gehad tijdens Nederlands?
1 / 14
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Waar hebben we het vorige week over gehad tijdens Nederlands?

Slide 1 - Woordweb

Je had kunnen denken aan
  • Bondig formuleren
  • Hulpwerkwoorden
  • Bijvoeglijke naamwoorden
  • Bijwoorden
  • Pleonasme
  • Tautologie 
  • Uitdrukkingen

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • Aantrekkelijk schrijven



Hoe pak je de aandacht van de lezer en hoe hou je deze vast?

Slide 3 - Tekstslide

Kort gezegd: varieer!



Denk aan zinsbouw, zinslengte en woordkeuze (gebruik synoniemen)

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn synoniemen?

Slide 5 - Open vraag

Geef een synoniem van 'auto'

Slide 6 - Open vraag

Aantrekkelijk formuleren
Archaïsmen          <--> neologismen
Oud                           <--> nieuw
Stijf/saai                 <--> moderner
Gaarne, inzake     <--> ......

Slide 7 - Tekstslide

Verzin een neologisme

Slide 8 - Open vraag

Je had bijvoorbeeld kunnen denken aan selfie, gruwelijk vet, out-of-the-boxdenken etc.


Pas op: liever geen archaïsmen, maar ook oppassen met neologismen. Vraag jezelf altijd af of ze lezer het wel zou begrijpen.

Slide 9 - Tekstslide

Aantrekkelijk formuleren
Graag wel: voorbeelden

  • Levendiger
  • Herkenning
  • Concreet
  • Beeld
  • Emotie

Slide 10 - Tekstslide

Mensen gooien veel te veel eten weg. Zo heeft mijn buurvrouw vorige week een paar kruidenpotjes weggegooid omdat ze een week over datum waren.


We gaan even oefenen. Je gaat zelf een zin verlevendigen.

Slide 11 - Tekstslide

Voeg een voorbeeld toe aan de volgende zin: 'De pizzeria sloot zijn deuren na verschillende incidenten.'

Slide 12 - Open vraag

Voeg een voorbeeld toe aan de volgende zin: 'Na dit soort acties kunnen de leerlingen een sanctie (straf) verwachten.'

Slide 13 - Open vraag

Bedankt!
Volgende les gaan we verder met aantrekkelijk formuleren



Vragen?

Slide 14 - Tekstslide