6.2 snelheid

snelheid
Hoofdstuk 6.2 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

snelheid
Hoofdstuk 6.2 

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
aan het einde van deze les kan je uitleggen wat:
gemiddelde snelheid is
de gemiddelde snelheid berekenen
uitleggen wat een vertraagde bewegingis
uitleggen wat een versnelde beweging is.

Slide 2 - Tekstslide

wat is snelheid?
- een fiets gaat sneller dan een wandelaar.
- een scooter gaat sneller dan een fiets.     
- een auto gaat sneller dan een scooter.     

Slide 3 - Tekstslide

topsnelheid vs gemiddelde snelheid 
- Waarom kan een Red Bull winnen van een Mercedes?       
    - De topsnelheid van Mercedes is hoger als die van Red Bull.




Slide 4 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid

Slide 5 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid berekenen
Gemiddeldesnelheid=tijdafstand

Slide 6 - Tekstslide

eenheid van snelheid?

  • snelheid kan je uitdrukken in
  • kilometer per uur (km/h)
  • meter per seconden (m/s)

Slide 7 - Tekstslide

voorbeeld opgave
Thijmen doet mee aan de 100 meter sprint. Hij rent 100 meter in 20 seconden. Hoe snel rent Thijmen?

Slide 8 - Tekstslide

voorbeeld opgave uitwerking
Thijmen  doet mee aan de 100 meter sprint. Hij rent 100 meter in 20 seconden. Hoe snel rent Thijmen in meter per seconden?

gegeven: afstand = 100 meter                                                          
tijd = 20 seconden                                         
oplossing:  gemiddelde snelheid = afstand/tijd                         
uitwerking: gemiddelde snelheid = 100 meter / 20 seconden
gemiddelde snelheid = 5 m/s 

Slide 9 - Tekstslide


Wat is snelheid?
A
De afstand die je aflegt in een uur
B
De tijd die je nodig hebt om een kilometer af te leggen
C
De afstand die je aflegt in een bepaalde tijd
D
De tijd die je nodig hebt om een meter af te leggen

Slide 10 - Quizvraag

Hoe bereken je de gemiddelde snelheid?
De gemiddelde snelheid is:
A
de afstand gedeeld door de tijd
B
de afstand maal de tijd
C
de tijd gedeeld door de afstand
D
de tijd plus de afstand

Slide 11 - Quizvraag

Meneer Kinderman fietst in 1 uur 33 km. Wat is zijn snelheid?
A
Dit kan ik (nog) niet bereken
B
1 uur : 33 km = 30,30 km/u
C
33 km x 1 uur = 33 km/u
D
33 km : 1 uur = 33 km/u

Slide 12 - Quizvraag

Meneer Kinderman rijdt met de auto naar school. In een half uur rijdt hij 35 km. Wat is zijn gemiddelde snelheid?
A
Dit kan ik (nog) niet bereken
B
1 uur : 35 km = 28,6 km/u
C
35 km x 1 uur = 35 km/u
D
35 km : 0,5 uur = 70 km/u

Slide 13 - Quizvraag

versnellen & vertragen 
vervolg h6 paragraaf 2

Slide 14 - Tekstslide

eenparige beweging

Slide 15 - Tekstslide

versnelde beweging 
Dit is een beweging waarin je steeds ietsje sneller gaat. 
- Denk hierbij aan optrekken (auto, brommer)
 - bij het stoplicht vanuit stilstand naar fietsen

Slide 16 - Tekstslide

Vertraagde bewging
Dit is een beweging waarin je steeds iets langzamer gaat.
- Denk aan remmen (fiets, auto, scooter)

Slide 17 - Tekstslide

Wat kan je zeggen van de snelheid bij
een eenparige beweging?
Wat kan je zeggen van de snelheid bij een eenparige beweging?
A
de snelheid neemt af
B
de snelheid blijft gelijk
C
de snelheid neemt toe

Slide 18 - Quizvraag

Bij een versnelde beweging wordt de snelheid kleiner.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Een kat valt met een vertraagde beweging?
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 20 - Quizvraag

Bij een vertraagde beweging wordt de snelheid steeds kleiner.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

lesdoelen?

Slide 22 - Tekstslide

Lesdoel = Aan het einde van deze les kan ik de gemiddelde snelheid berekenen
A
Kan ik
B
Als ik nog meer oefen kan ik het wel
C
Nee maar ik heb ook niets gedaan
D
Nee want ik snap het niet zo goed

Slide 23 - Quizvraag


A

Slide 24 - Quizvraag

Lesdoel = Ik kan uitleggen wat een vertraagde of versnelde beweging is.
A
Kan ik
B
Als ik nog meer oefen kan ik het wel
C
Nee maar ik heb ook niets gedaan
D
Nee want ik snap het niet zo goed

Slide 25 - Quizvraag