Les 3E

Zelfstandig lezen!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zelfstandig lezen!

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica zinsdelen
Aan het einde van de les kan jij onderstaande begrippen zelf toepassen op een zin. 

1. Onderwerp                                  5. Meewerkend voorwerp
2. Persoonsvorm                          6. Bijwoordelijke bepaling
3. Werkwoordelijk gezegde
4. Lijdend voorwerp

Slide 2 - Tekstslide

Onderwerp - ow
Onderwerp (OW): wie voert de handeling uit?


  • Max pakt de bal van de grond. > Max voert de handeling uit.
  • De leerlingen luisteren naar de uitleg. > de leerlingen voeren de handeling uit. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het onderwerp in de volgende zin?

Gisteren gooide ik een bal naar mijn broer.
A
Mijn broer
B
gooide
C
ik
D
een bal

Slide 4 - Quizvraag

Persoonsvorm - pv
Persoonsvorm (PV): Het werkwoord dat bij het onderwerp hoort!


  • Max heeft het boek gelezen. > Maak de zin vragend: Heeft Max het boek gelezen?
  • De leerlingen hebben het boek gelezen. > De persoonsvorm 'hebben' verandert mee met het onderwerp.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?

Gisteren gooide ik een bal naar mijn broer.
A
Gisteren
B
gooide
C
ik
D
een bal

Slide 6 - Quizvraag

Werkwoordelijk gezegde - wg
Werkwoordelijk gezegde (WG): Alle werkwoorden in de zin, de hele handeling!
 

  • Max heeft het boek gelezen. > Wat heeft Max gedaan? Hij heeft gelezen.
  • Max pakt het boek op van de grond. > Wat heeft Max gedaan? Het boek oppakken.
  • Max slaat zijn tegenstander. > Er is maar 1 werkwoord, dus slaat is voldoende.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?

Ik heb een bal verkocht aan mijn neef.
A
heb
B
verkocht
C
heb verkocht
D
aan mijn neef

Slide 8 - Quizvraag

Lijdend voorwerp - lv
Lijdend voorwerp (LV): Wie of wat + OW + WG?

  • Max heeft het boek gelezen. > Wat heeft Max gelezen? Het boek.
  • Ik sloeg mijn vriend op zijn arm > Wie sloeg ik? Mijn vriend


Slide 9 - Tekstslide

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin?

Ik heb een bal verkocht aan mijn neef.
A
een bal
B
mijn neef
C
ik
D
verkocht

Slide 10 - Quizvraag

Meewerkend voorwerp - mv
Meewerkend voorwerp (MV): Aan/van wie + LV + WG?

  • Max geeft het boek aan de leerlingen. > Aan wie geeft Max het boek? De leerlingen.
  • Ik kreeg het cadeau van klas 3E. > Van wie kreeg ik het cadeau? 3E.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

Ik geef het boeket van mijn moeder aan mijn vriendin.
A
Ik
B
het boeket
C
van mijn moeder
D
aan mijn vriendin

Slide 12 - Quizvraag

Bijwoordelijke bepaling - bwb
Bijwoordelijke bepaling (BWB): Plaats, tijd of reden van de handeling.



  • Max geeft op school het boek aan Mohamed. > Waar geeft Max het boek aan Mohamed? Op school.
  • Max geeft tijdens de pauze het boek aan Tom. > Wanneer geeft Max het boek? Tijdens de pauze.
  • Vanwege de regen blijf ik vandaag lekker thuis . > Waarom blijf ik lekker thuis? Vanwege de regen.

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn de bijwoordelijke bepalingen in de volgende zin?

Gisteren ging ik naar Sparta-FC Twente omdat ik fan ben.
A
Gisteren
B
omdat ik fan ben
C
Gisteren, omdat ik fan ben
D
naar Sparta - FC Twente

Slide 14 - Quizvraag

Zelfstandig aan de slag!
Wat: Het werkblad Grammatica.
Hoe: Zelfstandig de theorie lezen en de vragen invullen.
Hulp: Mnr. van Dijk
Tijd: Tot 14.30.
Uitkomst: Een ingevuld werkblad die we gaan nakijken samen.
Klaar: In stilte op je iPad iets voor jezelf doen. 

Slide 15 - Tekstslide

Nakijken!
Verbeter in stilte jouw eigen antwoorden!

Slide 16 - Tekstslide