Naast luisteren, samenvatten en doorvragen zijn er nog
meer waardevolle gesprekstechnieken.
Empathisch vermogen: inleven zonder oordeel.
Informeren: duidelijk, geloofwaardig, onderbouwd.
Enthousiasmeren: levendig, concreet, coöperatief.
Stilte laten vallen: ruimte geven om na te denken.
Onderbreken: beleefd, om structuur te brengen.
Slide 8 - Tekstslide
Omgaan met weerstand
Het komt natuurlijk weleens voor dat je gesprekspartner
geïrriteerd is of raakt.
Blijf kalm, vat kritiek niet persoonlijk op.
Voorkom discussie, overtuig niet van jouw gelijk.
Doorvragen: achterhaal oorzaak van weerstand.
Toelichten: misverstanden wegnemen.
Slide 9 - Tekstslide
Assertieve en agressieve boodschap
Assertief = ik-boodschap, redelijke vraag
“Ik heb er last van, zou je hier niet willen roken?”
Agressief = jij-boodschap, verwijtend
“Wil je nou eens ophouden met dat gerook?”
Assertief: op een duidelijke, respectvolle en zelfverzekerde manier voor je eigen mening, rechten of behoeften opkomt, zonder de ander te kwetsen of te overheersen.
Slide 10 - Tekstslide
Ik-boodschap
Met een ik‑boodschap houd je de mededeling dicht bij jezelf.
De ander kan daar niet al te veel tegen inbrengen.
Jij-boodschap: ‘U praat wat zacht.’
Ik-boodschap: ‘Ik zou u graag beter willen verstaan, kunt u wat harder spreken?’
Jij-boodschap: ‘U geeft geen antwoord op mijn vraag.’
Ik-boodschap: ‘Ik zit nog steeds met de vraag ...’
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Waar staat de afkorting LSD voor?
Slide 13 - Woordweb
Wat is een belangrijke luistervaardigheid volgens jou bij actief luisteren?
Slide 14 - Woordweb
Een gesprek samenvatten doe je
A
Aan het begin van het gesprek
B
Aan het einde van het gesprek
C
Op meerdere momenten tijdens het gesprek
Slide 15 - Quizvraag
Is onderstaande een open of een gesloten vraag:
Hoe denkt u hierover?
A
open
B
gesloten
Slide 16 - Quizvraag
Is onderstaande een open of een gesloten vraag:
Heb je wel iedereen ingelicht hierover?
A
open
B
gesloten
Slide 17 - Quizvraag
Is onderstaande een open of een gesloten vraag:
Is het hier op kantoor gebeurd?
A
open
B
gesloten
Slide 18 - Quizvraag
Is onderstaande een open of een gesloten vraag:
Wat heb je tot nu toe gedaan hiermee?
A
open
B
gesloten
Slide 19 - Quizvraag
Hoe kun je jouw gesprekspartner laten zien dat je luistert?
A
Met non-verbale communicatie
B
Met verbale communicatie
C
Door steeds antwoord te geven
D
Door een gesloten houding aan te nemen
Slide 20 - Quizvraag
Open vragen en gesloten vragen
Open vragen
Beginnen met: wie, wat, waar, waarom, welke
Doel: veel informatie krijgen
Voorbeeld: Hoe denkt u hierover?
Gerichte open vragen
Open, maar specifieker
Doel: relevante antwoorden
Voorbeeld: Wat vindt u van de kwaliteit van ons advies?
Gesloten vragen
Antwoord: ja of nee
Doel: duidelijkheid, gesprek sturen
Voorbeeld: Heeft u onze offerte ontvangen?
Slide 21 - Tekstslide
Opdracht Het bankje
2 personen naast elkaar
- Jullie gaan een gesprek voeren
De interviewer - Begin met vragen stellen over de afgelopen schoolperiode (periode 1)
Gebruik zoveel mogelijk openvragen, bij 3 gesloten vragen ben je af.
De ondervraagde geeft antwoord
Hoeveel vragen kan jij stellen? Na 3 minuten draai je van rol.
Introductie
timer
3:00
Slide 22 - Tekstslide
Opdracht LSD
2 personen naast elkaar
- Jullie gaan een gesprek voeren
De interviewer - Begin met vragen stellen over de
komende kerstvakantie (wat ga je doen, wanneer is de vakantie etc.
De interviewer gaat vervolgens LSD toepassen op de antwoorden van de gesprekspartner.
Na 3 minuten draaien jullie van rol.
Introductie
timer
3:00
Slide 23 - Tekstslide
Opdracht Video kijken
Noteer tijdens het kijken wat er met onderstaande bedoeld wordt
Houding -> rechtop, schouders gestrekt ontspannen, lang maken
Gedrag -> open houding, contact zoeken en niet wegkijken
Slide 32 - Tekstslide
Signalen van non-verbale communicatie die twijfels weerspiegelen
Introductie
Gezicht -> op de lip bijten, wisselend oogcontact, nee schudden, hoofd schuin, veel met ogen knipperen
Benen/voeten -> wiebelen, tikken, voeten in twee richtingen
Armen/handen -> handen draaien, krabben, friemelen, over de kin wrijven
Houding -> klein, onrustig, gespannen
Gedrag -> nerveus, wegkijken, nerveus over de neus wrijven
Slide 33 - Tekstslide
Rode signalen van non-verbale communicatie
Introductie
Gezicht -> geen oogcontact willen, hoofd een beetje naar beneden, wenkbrauwen fronsen
Benen/voeten -> strak naast elkaar, voeten op de grond, in wegloop houding
Armen/handen -> armen over elkaar, gebalde vuisten, handen achter de rug
Houding -> gesloten, afwijzen, in elkaar
Gedrag -> wegdraaien van gesprekspartner, wegkijken
Slide 34 - Tekstslide
Structuur van een zakelijk gesprek
Introductie
Inleiding
Kern
Afronding
Informatie of advies gesprekken
Verkoopgesprekken
Slecht nieuwsgesprek
Klachten gesprekken
Slide 35 - Tekstslide
Structuur van een zakelijk gesprek
Introductie
Stappenplan voor een verkoopgesprek
Elke letter staat voor een fase helpt je
om inzicht te krijgen in het verloop van
het gesprek en om op het juiste moment
de juiste actie uit te voeren
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Video
Gesprekssoorten
Introductie
- Informatie- of adviesgesprek (goed weten wat de behoeften van de klant zijn, door de juiste vragen te stellen. Eerst open vragen, daarna gesloten vragen (trechteren))
- Verkoopgesprek Vocatio-model
- slechtnieuwsgesprek
Altijd een oplossing voorstellen en luisteren naar de klant.
- Klachtengesprek
(luister naar de klacht, word nooit emotioneel en blijf vriendelijk, toon begrip, neem de klacht serieus, verdedig je niet en ga niet in discussie, stel vragen, vat de klacht samen, geef informatie over de procedure, kom samen tot een oplossing, sluit het gesprek af en registreer de klacht)
Slide 38 - Tekstslide
Op pad! (ruilen, praten en waarde creëren)
Introductie
Je gaat met jouw duo-collega op pad (het centrum van Hoogeveen) met slechts één ballpointpen.
Jullie missie
Door middel van klantgerichte gesprekken en overtuigende communicatie proberen jullie de pen te ruilen voor iets met meer waarde. En daarna nóg een keer. En nóg een keer… totdat jullie met iets veel waardevols terugkomen!
Diegene die terugkomt met de meeste waarde verdient een lunchbon in de Eat & Meat
2: Noteer de informatie en lees goed wat het inhoudt
3: Leg het VOCATIO model uit aan je buurman/buurvrouw (zonder je
aantekeningen te lezen).
timer
15:00
Slide 44 - Tekstslide
Vocatio model
Slide 45 - Tekstslide
Deelopdracht 4
Je hebt de bezoeker ontvangen. Nu ga je het gesprek met hem of haar aan. Ieder type bezoeker heeft andere verwachtingen en behoeftes:
- De nieuwe uitzendmedewerker heeft vragen over de intake, functie-inhoud en werktijden.
- De vaste klant wil duidelijkheid over de nieuwe plaatsing van een medewerker.
- De vertegenwoordiger is benieuwd wat PFdu doet en of samenwerking mogelijk is.
Slide 46 - Tekstslide
Deelopdracht 4
Kies één van de drie bezoekers
- gebruik de rolkaart.
- voer het gesprek in tweetallen (één persoon is bezoeker, één persoon is communicatiemedewerker)
- daarnaast is één student observator (dus je hebt 3-tallen)
Begin eerst met het voorbereiden van het gesprek, schrijf een aantal vragen op. Gebruik het vocatio-model. De bezoeker bereid zich ook vast voor (bedenk wat je allemaal gaat zeggen).
Duur 5-7 minuten, daarna wisselen van rol
Uiteindelijk bespreken wat beter kon en reflectieformulier invullen.
Wat lever je in? Gemaakte voorbereiding per gesprek, ingevuld reflectieformulier per gesprek
Slide 47 - Tekstslide
Deelopdracht 4 kort nabespreken
Slide 48 - Tekstslide
Opdrachten boek
Slide 49 - Tekstslide
Bedankt voor jullie inzet en tot de volgende keer👋