indeling dierenrijk paardenklas 3

bas 2 Dieren
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

bas 2 Dieren

Slide 1 - Tekstslide

Ordening 
Indelen van organismen op basis van kenmerken: 
-Dierenrijk
-Plantenrijk
-Bacterierijk
-Schimmelrijk 

Slide 2 - Tekstslide

Dierenrijk
Dierenrijk ordenen in 7 groepen:

Slide 3 - Tekstslide

leerdoelen
3. Je kunt de kenmerken noemen van vijf groepen gewervelde dieren

Slide 4 - Tekstslide

Skelet met wervelkolom
een skelet bestaat uit botten

Slide 5 - Tekstslide

Gewervelde dieren
Dieren met een wervelkolom
Ze hebben een inwendig skelet
Ongewervelde dieren

Dieren zonder wervelkolom

Slide 6 - Tekstslide

Wervelkolom bij de mens
Is de ruggengraat

Slide 7 - Tekstslide

Gewervelden
  • dieren met een wervelkolom noemen we gewervelde dieren 
  • Hebben een wervelkolom
  • De wervelkolom is onderdeel van het inwendig skelet
  • Er zijn 5 groepen gewervelden dieren
  • Indeling op 4 kenmerken

Slide 8 - Tekstslide

Vijf groepen gewervelden dieren
vissen
amfibieën 
reptielen 
vogels 
zoogdieren 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Indeling gewervelden door 4 kenmerken
1. ademhaling (huid, longen of kieuwen)
2. Huid (slijm, schubben, haren of veren)
3. Voortplanting (jong dier, ei (harde/zacht/geen schaal))
4. Leefomgeving (land, water, lucht)

Slide 11 - Tekstslide

Vissen
Ademhaling: met kieuwen
Huid: schubben met slijm
Voortplanting: eieren zonder schaal

Slide 12 - Tekstslide

Amfibieën
Ademhaling: longen en met de huid
Huid: slijm
Voortplanting: eieren
zonder schaal

Slide 13 - Tekstslide

Reptielen
Ademhaling: longen
Huid: schubben
(droge schubben)

Voortplanting: eieren met
een zachte schaal

Slide 14 - Tekstslide

Vogels
Ademhaling: met longen
Huid: met veren
Voortplanting: eieren met een harde schaal

Slide 15 - Tekstslide

Zoogdieren
Ademhaling: met longen
Huid: met haren

Voortplanting:
geboren als een jong dier

Slide 16 - Tekstslide

Even herhalen met wat quiz vragen

Slide 17 - Tekstslide

Een insect behoort tot de
gewervelde dieren.
A
Waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Een vis is een gewerveld dier.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Gewervelde dieren hebben...
A
Een wervelkolom
B
Geen wervelkolom

Slide 20 - Quizvraag

Een beer is een gewerveld dier.
Wat betekent dat?
A
Hij heeft geen vleugels, maar poten.
B
Hij heeft botten.
C
Hij leeft op het land.
D
Hij heeft schubben.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van gewervelde dieren?
A
ze hebben allemaal dezelfde kleur
B
ze hebben allemaal evenveel poten
C
ze hebben een wervelkolom
D
ze hebben allemaal dezelfde vacht

Slide 22 - Quizvraag

Een hert is een gewerveld dier
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Sponzen zijn dierlijke organismen. Maar zijn ze gewervelde dieren?
A
Nee
B
Ja

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een gewerveld dier?
A
vogel
B
slak
C
wesp
D
inktvis

Slide 25 - Quizvraag