Th3 B2 Dieren Oefenvragen

Thema 3 Ordening
B2 Dieren
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Ordening
B2 Dieren
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven
Begrippen: Typen symmetrie
Je kunt bij dieren verschillende typen skelet beschrijven
Begrippen: inwendig skelet, uitwendig skelet
Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes groepen dieren
Begrippen: Sponzen, neteldieren, weekdieren, geleedpotigen, stekelhuidigen, gewervelden
Nakijken: Magister 
ELO gedeelde documenten NZ kies thema

Slide 2 - Tekstslide

Na het leren, controleren, wat weet je al? 
Wat is nog lastig? Wat ga je daaraan doen?
1. Gebruik de leertips voor NZ (in je schrift geplakt, in magister)
2. Gebruik de leerdoelen: Leg uit
3. Leerwerkboek: Afbeeldingen met namen van onderdelen leren
4. Herhaal het maken van de opdrachten (online)
5. Magister-Leermiddelen: Flitskaarten
6. Magister-Leermiddelen: Test jezelf van elke basisstof
7. Magister-Leermiddelen: Oefentoets (diagnostische toets) ... voor PW
8. LessonUP: oefenvragen maken
9. Gebruik biologiepagina.nl (Let op: Daar is meer info, die extra's niet leren)

Slide 3 - Tekstslide

Nog meer info en/of oefenen

Slide 4 - Tekstslide

Dieren: Indelen op basis van symmetrie
Je kunt maar op 1 manier in twee gelijke helften verdelen: Tweezijdig symmetrisch
Je kunt maar meer manieren in twee gelijke helften verdelen: Veelzijdig symmetrisch
Je kunt niet in gelijke helften verdelen: Niet symmetrisch

Slide 5 - Tekstslide

Skeletten van dieren 
  • Het skelet geeft het dier stevigheid en bescherming

  • Een skelet aan de buitenkant van het dier noem je uitwendig

  • Een skelet aan de binnenkant van het dier noem je inwendig 

Slide 6 - Tekstslide

welke 2 kenmerken gebruik je voor in het indelen van het dierenrijk?
A
Symmetrie en lichaamstemperatuur
B
Symmetrie en skelet
C
Skelet en lichaamstemperatuur
D
Skelet, symmetrie en lichaamstemperatuur

Slide 7 - Quizvraag

Indeling van dieren : Symmetrie en skelet

Slide 8 - Tekstslide

Vertakkingsschema
De indeling van organismen in steeds kleinere groepen kun je weergeven in een vertakkingsschema.

Slide 9 - Tekstslide


Dit voorwerp is
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch
D
driezijdig symmetrisch

Slide 10 - Quizvraag


De mier heeft een
A
uitwendig skelet (pantser)
B
inwendig skelet
C
geen skelet
D
skelet van hoornachtige stof

Slide 11 - Quizvraag


De aquariumslak behoort tot de .....
A
neteldieren
B
weekdieren
C
geleedpotigen
D
stekelhuidigen

Slide 12 - Quizvraag


Dit voorwerp is
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch
D
tri-symmetrisch

Slide 13 - Quizvraag

De harde delen van een uitwendig skelet kunnen niet groeien. Als een dier dus groter wordt maakt hij onder het oude pantser eerst een nieuw zacht pantser dat na het vervellen (afstoten oude pantser) pas hard wordt.
Het gaat hier om:
A
Dieren met een uitwendig skelet
B
Dieren met een inwendig skelet
C
Dieren zonder skelet
D
Dieren met een a-symmetrisch skelet

Slide 14 - Quizvraag


Deze-egel is
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch
D
tri-symmetrisch

Slide 15 - Quizvraag


De functie van het skelet
A
stevigheid
B
bescherming
C
aanhechtingsplaats
D
A, B en C

Slide 16 - Quizvraag


De zeester heeft een
A
uitwendig skelet (pantser)
B
inwendig skelet
C
kalkskelet
D
skelet van hoornachtige stof

Slide 17 - Quizvraag


De agapornis is
A
tweezijdig symmetrisch
B
eenzijdig symmetrisch
C
niet symmetrisch
D
veelzijdig symmetrisch

Slide 18 - Quizvraag


De zee-anemoon behoort tot de
A
neteldieren
B
weekdieren
C
geleedpotigen
D
planten

Slide 19 - Quizvraag


Sponzen hebben
A
een inwendig skelet met wervelkolom
B
inwendig skelet van hoornstof tussen de cellen
C
uitwendig skelet
D
uitwendig skelet van een pantser

Slide 20 - Quizvraag


Als je de netelcellen van een kwal aanraakt, gebeurt er wat!

A
de kwal zwemt met zijn harpoentje weg
B
de netelcellen zetten op en de tentakels vangen een prooi
C
de kwal vangt zijn prooi met zijn netelcellen
D
Een harpoentje schiet uit de netelcel en er wordt gif in de prooi gespoten

Slide 21 - Quizvraag


Met tentakels
A
zwemt een dier
B
vangt een weekdier zijn prooi
C
vangt een neteldier zijn prooi
D
spuit het dier een stof in de huid van zijn prooi

Slide 22 - Quizvraag

1. De geleedpotigen bevatten het grootste aantal
soorten (80 %)
2. 3 % van alle diersoorten behoort tot de
gewervelden
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 : waar 2: nietwaar
D
1: nietwaar 2: waar

Slide 23 - Quizvraag

Inwendig skelet
Wat is waar?
A
1. stevige delen in het lichaam 2. bieden stevigheid en bescherming
B
1. stevige delen buiten het lichaam 2. bieden soepelheid
C
1. soepele delen in het lichaam 2. bieden soepelheid en bescherming
D
1. losse onderdelen in het lichaam 2. bieden bescherming

Slide 24 - Quizvraag

Binnen het dierenrijk
Tweezijdig symmetrisch
Als skelet hebben ze een pantser

Behoren tot de ......
A
Gewervelden
B
Geleedpotigen
C
Stekelhuidigen
D
Weekdieren

Slide 25 - Quizvraag

Uitwendig skelet
Wat is waar?
A
1. Stevige delen aan de buitenkant van het lichaam 2. Biedt stevigheid en bescherming
B
1. Stevige delen aan de binnenkant van het lichaam 2. Biedt stevigheid en bescherming
C
1. Stevige delen aan de buitenkant van het lichaam 2. Biedt soepelheid
D
1. losse onderdelen in het lichaam 2. biedt bescherming

Slide 26 - Quizvraag

Binnen het dierenrijk
Ze zijn niet symmetrisch
Ze hebben een skelet van stevige hoornvezels

Behoren tot de .......
A
Gewervelden
B
Geleedpotigen
C
Sponzen
D
Weekdieren

Slide 27 - Quizvraag

Voorwerpen (of dieren) die je op
geen enkele manier in
twee ongeveer gelijke helften kunt verdelen
A
veelzijdig symmetrisch
B
twee-tijdig symmetrisch
C
niet-symmetrisch
D
ongelooflijk symmetrisch

Slide 28 - Quizvraag

Binnen het dierenrijk
Ze zijn tweezijdig symmetrisch
Ze hebben meestal een schelp of een huisje als skelet

Behoren tot ......
A
Gewervelden
B
Geleedpotigen
C
Stekelhuidigen
D
Weekdieren

Slide 29 - Quizvraag

Voorwerpen (of dieren) die je op
meerdere manieren in
twee ongeveer gelijke helften kunt verdelen
A
veelzijdig symmetrisch
B
twee-tijdig symmetrisch
C
niet-symmetrisch
D
ongelooflijk symmetrisch

Slide 30 - Quizvraag

Binnen het dierenrijk
Ze zijn veelzijdig symmetrisch
Ze hebben meestal geen skelet

Behoren tot de stam ....
A
Neteldieren
B
Geleedpotigen
C
Stekelhuidigen
D
Weekdieren

Slide 31 - Quizvraag

Voorwerpen (of dieren) die je op
slechts één manier
in twee ongeveer gelijke helften kunt verdelen
A
veelzijdig symmetrisch
B
twee-tijdig symmetrisch
C
niet-symmetrisch
D
ongelooflijk symmetrisch

Slide 32 - Quizvraag

Binnen het dierenrijk
Ze zijn tweezijdig symmetrisch
Ze hebben een inwendig skelet met wervelkolom

Behoren tot de ....
A
Neteldieren
B
Geleedpotigen
C
Stekelhuidigen
D
Gewervelden

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Video