Eerste les 2M

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide





  • Elkaar leren kennen! 
  • Praktische zaken
  • Geheugen opfrissen: historische vaardigheden 
  • Geheugen opfrissen: wat weet je nog van tijdvak 1 t/m 4? 
Wat gaan wij vandaag doen?

Slide 2 - Tekstslide

  • Je bent aardig tegen je klasgenoten én tegen mij
  • Je hebt je spullen bij je
  • Je stelt vragen als je iets niet begrijpt
  • Je steekt je vinger op bij vragen
  • Je bent eerlijk!
Wat verwacht ik van je?

Slide 3 - Tekstslide

Praktische zaken!
Boek en schrift altijd mee
Pen, potlood, marker altijd mee


Slide 4 - Tekstslide

Vaardigheden Leerjaar 1

Slide 5 - Tekstslide

Vaardigheden Geschiedenis leerjaar 1
1. Geschiedenis/ verleden.
2. prehistorie / historie
3. primaire en secundaire bronnen.
4. geschreven en ongeschreven bronnen.
5. oorzaak, gevolg en aanleiding.
6. feit en mening.
7. gebondenheid aan tijd en plaats
8. betrouwbaarheid van bronnen.

Slide 6 - Tekstslide

vaardigheid 1: Geschiedenis / verleden.

Alles wat vroeger gebeurd is noemen we verleden. 

"geschiedenis bestudeert het verleden van mensen "

Slide 7 - Tekstslide

Vaardigheid 2: Prehistorie en historie
Historie = geschiedenis , pre= voor

Prehistorie, vóór de geschiedenis, voordat mensen  schrift kenden.

Historie begint vanaf het moment dat mensen schrift gaan gebruiken.

Slide 8 - Tekstslide

prehistorie
historie

Slide 9 - Tekstslide

vaardigheid 3: primaire en secundaire bronnen.

primaire bron: een bron die gemaakt is in de tijd waarover het informatie geeft. (uit de tijd zelf)

Secundaire bron: een bron die gemaakt is na de tijd waarover het informatie geeft (de bron is dus later gemaakt)

Slide 10 - Tekstslide

primair
secundair

Slide 11 - Tekstslide

Vaardigheid 4: geschreven en ongeschreven bronnen

geschreven bron: een bron die schrifttekens bevat.

ongeschreven bron: een bron die geen schrifttekens bevat.

Slide 12 - Tekstslide

geschreven
ongeschreven

Slide 13 - Tekstslide

Vaardigheid 5: Oorzaak, gevolg, aanleiding

oorzaak
: geeft aan waarom of waardoor iets gebeurt.

gevolg: datgene dat gebeurt na de oorzaak.

aanleiding: is de belangrijkste oorzaak voor een gebeurtenis

Slide 14 - Tekstslide

Vaardigheid 6: Feit en mening

feit: is iets dat we kunnen controleren

mening: iets wat een persoon vindt, persoonsgebonden en kan dus veranderen.

Slide 15 - Tekstslide

Vaardigheid 7: Gebondenheid aan tijd en plaats


Wat iemand van iets vindt wordt bepaald door de tijd waarin hij geboren is en de plaats waar hij vandaan komt. 


Slide 16 - Tekstslide

Vaardigheid 8: Betrouwbaarheid van bronnen

1. Wanneer is de bron gemaakt?

2. Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen?

3. Wat is de bedoeling van de maker van de bron?

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de naam van Tijdvak 1?
A
Tijd van Jagers en Verzamelaars
B
De Prehistorie
C
De Oudheid
D
Tijd van Jagers en Boeren

Slide 18 - Quizvraag

Wie was ötzi?
A
Een van de eerste ijskoningen
B
Een farao
C
Een ijsmummie
D
Een keizer

Slide 19 - Quizvraag

Van wie is het masker dat je op de achtergrond ziet?
A
Ramses II
B
Ramses I
C
Cleopatra
D
Toetanchamon

Slide 20 - Quizvraag



Hoe heet tijdvak 2?
A
De oudheid
B
Tijd van Romeinen
C
Tijd van Grieken
D
Tijd van Grieken en Romeinen

Slide 21 - Quizvraag

Waar staat het gebouw dat op de achtergrond te zien is?
A
Sparta
B
Rome
C
Troje
D
Athene

Slide 22 - Quizvraag


Welke taal spreken de Romeinen?
A
Latijn
B
Romeins
C
Grieks
D
Italiaans

Slide 23 - Quizvraag

Wie was de eerste keizer van de Romeinen?
A
Nero
B
Augustus
C
Caesar
D
Brutus

Slide 24 - Quizvraag

In welk jaar werd Jezus van Nazareth geboren? (vul alleen het nummer in)

Slide 25 - Open vraag

Wat zijn Limes?

A
Citrusvruchten
B
Griekse forten
C
Versterkte Romeinse grenzen
D
Germaanse dorpen

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de naam van Tijdvak 3?

Slide 27 - Open vraag


Wat is een horige?
A
Iemand met een gehoorprobleem
B
Een rijke ridder
C
De baas van een klooster
D
Een boer

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de 'Zwarte Dood'?
A
Een bijnaam van de pest
B
Een bijnaam van de tyfus
C
Een bijnaam van de Spaanse Griep
D
Een bijnaam van Covid-19

Slide 29 - Quizvraag


Wat is een voorbeeld van een ambacht?
A
Jager
B
Boer
C
Ridder
D
Bakker

Slide 30 - Quizvraag

Wat was de oorspronkelijke naam van New York?
A
Nieuw Haarlem
B
Nieuw Amsterdam
C
Nieuw Antwerpen
D
Nieuw Rotterdam

Slide 31 - Quizvraag

Hoe lang duurde de Nederlandse Opstand?
A
80 jaar
B
45 jaar
C
75 jaar
D
5 jaar

Slide 32 - Quizvraag

In welke stad is Willem van Oranje vermoord?
A
Leiden
B
Amsterdam
C
Breda
D
Delft

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Wie is de schilder van dit schilderij?
A
Van Gogh
B
Vermeer
C
Rembrandt
D
Picasso

Slide 35 - Quizvraag


Waar handelde de VOC in?
A
Slaven
B
Drugs
C
Specerijen
D
Graan

Slide 36 - Quizvraag

Waar woonde koning Lodewijk XVI van Frankrijk?
A
Marseille
B
Lille
C
Versailles
D
Parijs

Slide 37 - Quizvraag

Op welke dag vieren de Fransen het begin van de Franse Revolutie?
A
14 juli
B
5 december
C
5 mei
D
11 november

Slide 38 - Quizvraag




Wie werd verslagen bij de slag bij Waterloo? 


A
Willem I
B
Koning Leopold
C
Napoleon
D
Abba

Slide 39 - Quizvraag