In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
1.2: Klimaten
Slide 1 - Tekstslide
Planning
- herhalen
- leerdoelen
- uitleg
- opdrachten maken
Slide 2 - Tekstslide
Juist of onjuist? Sleep de uitspraak naar de juiste cirkel!
Juist
Onjuist
Lucht waait van een hogedruk gebied naar een laag drukgebied
Slide 3 - Sleepvraag
Slepen maar!
Hogedruk gebied
Lage drukgebied
Droog weer
Bewolkt
Lucht stijgt op
Lucht daalt
Onder de 1000 Hpa
Bovenr de 1000 Hpa
Slide 4 - Sleepvraag
Herhaling
Hogedrukgebied
Hogedrukgebied
Hogedrukgebied
Lagedrukgebied
Lagedrukgebied
Lagedrukgebied
Hogedrukgebied
Slide 5 - Sleepvraag
Sleep de woorden naar de juiste afbeelding:
frontale regen
loefzijde
vaak in Nederland
stijgingsregen
lijzijde
bergen spelen een rol
stuwingsregen
vaak op de evenaar
Slide 6 - Sleepvraag
Leerdoelen
Je weet welke klimaatkenmerken Nederland en Spanje hebben.
Je begrijpt op welke manieren de klimaatfactoren invloed hebben op het klimaat in Nederland en Spanje.
Je kunt met behulp van klimaatgrafieken het klimaat in Nederland en Spanje beschrijven.
Slide 7 - Tekstslide
Het klimaat in NL
Nederland heeft een gematigd zeeklimaat, met koele zomers en zachte winters. Neerslag in alle seizoenen.
Factoren:
Breedteligging: NL ligt rond de 50 graden N.B.
Invloed van de zee: het water van de Noordzee zorgt voor afkoeling in de zomer en opwarming in de winter.
Gesteldheid van het aardoppervlak: gebieden met water, worden niet zo snel warm en koelen niet zo snel af. als landbouwgrond
De wind: NL ligt in een gordel van westenwinden met lagedrukgebieden. De stijgende lucht zorgt voor veel wind en neerslag.
Neerslag: is redelijk verdeeld, maar boven steden in het westen en in de hogere delen van NL valt meer neerslag.
Slide 8 - Tekstslide
1) Breedteligging
NL
Hoe verder van de evenaar, hoe kouder het wordt. Dit heeft te maken met de invalshoek van het zonlicht.
Op de evenaar komt die loodrecht binnen en hoeft maar een klein stuk van het aardoppervlak op te warmen. Hierdoor wordt het warm.
Hoe verder van de evenaar, hoe schuiner de zonnestralen binnenvallen, en dus een groter stuk aarde moet opwarmen. Hierdoor is het kouder.
Slide 9 - Tekstslide
2) Invloed van zee
Zomer
In de zomer is het zeewater nog relatief koud van de winter. Hierdoor wordt de lucht ook koud boven zee. Eenmaal boven land, wordt de wind weer opgewarmd.
Winter
In de zomer is het zeewater nog relatief warm van de zomer. Hierdoor wordt de lucht ook warm boven zee. Eenmaal boven land, wordt de wind weer afgekoeld.
Opwarming land & zee
Land warmt snel op en koelt snel af.
Water warmt langzaam op en koelt langzaam af.
Slide 10 - Tekstslide
3) Gesteldheid van het aardoppervlak
Gebieden met akkers en weilanden zijn altijd warmer dan gebieden met water. Waarom? Land warmt sneller op dan water.
Slide 11 - Tekstslide
4) De wind
De westenwind overheerst in Nederland. Winden vanaf zee brengen in zowel winter als zomer veel neerslag met zich mee.
Wind vanaf land (oostenwind) geeft geen neerslag.
Slide 12 - Tekstslide
5) Neerslag
Nederland
Neerslag valt, voornamelijk in:
Het westen van het land;
In de hogere delen van het land, zoals: Veluwen en Zuid-Limburg.
Slide 13 - Tekstslide
Klimaten Spanje
Spanje kent vier klimaten:
1. Gematigd zeeklimaat
2. Steppeklimaat
3. Middellandse Zeeklimaat
4. Hooggebergteklimaat
Factoren:
Breedteligging: Spanje ligt op lagere breedte in vergelijking met NL. Hierdoor is het warmer.
Hoogteligging: hoe hoger, hoe kouder. In de gebergten wordt het wel koud, maar het hooggebergteklimaat vindt je enkel in de Pyreneeën.
Invloed van zee: weinig invloed van zee i.v.m. gebergte.
De wind: westenwind overheerst.
Weinig neerslag.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
1) Breedteligging
Spanje
Spanje ligt dichterbij de evenaar, waardoor zonnestralen iets rechter op het aardoppervlak vallen. Hierdoor is het warmer in Spanje dan in NL.
Slide 16 - Tekstslide
2) Hoogteligging
In Spanje heb je een hooggebergteklimaat in de Pyreneeën.
Slide 17 - Tekstslide
3) Invloed van de zee
Slide 18 - Tekstslide
4) De wind
Stuwingsregens
Slide 19 - Tekstslide
5) Neerslag
In het noorden valt meer neerslag dan in het zuiden. Dit heeft te maken met de ligging van gebergten (stuwingsregens).
Slide 20 - Tekstslide
5) Neerslag
In het noorden valt meer neerslag dan in het zuiden. Dit heeft te maken met de aanwezigheid van gebergten (stuwingsregens).
Loefzijde
Lijzijde
Loefzijde
Lijzijde
Slide 21 - Tekstslide
opdracht bron 21
Teken de volgende gebergtes: Pyreneeën, Castiliaans Scheidingsgebergte, Sierra Nevada en Cantabrisch gebergten.
Teken de overheersende windrichting in.
Teken de loef- & lijzijde in.
Slide 22 - Tekstslide
Aan de slag
opdracht werkblad afmaken
huiswerk opdrachten
Slide 23 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet welke klimaatkenmerken Nederland en Spanje hebben.
Je begrijpt op welke manieren de klimaatfactoren invloed hebben op het klimaat in Nederland en Spanje.
Je kunt met behulp van klimaatgrafieken het klimaat in Nederland en Spanje beschrijven.