De Griekse wereld

In juni 2023 werd bekend dat er bij Tiel een groot heiligdom uit de prehistorie was ontdekt. 
Bekijk het fragment en leg uit zijn de bouwers van dit heiligdom jagers of boeren?
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

In juni 2023 werd bekend dat er bij Tiel een groot heiligdom uit de prehistorie was ontdekt. 
Bekijk het fragment en leg uit zijn de bouwers van dit heiligdom jagers of boeren?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

De zonnekalender in Tiel is gemaakt door:
jagers
boeren

Slide 3 - Poll

2.1 De Griekse Wereld
tijdvak 2 Grieken en Romeinen
3000 v.Chr - 500 n.Chr

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt met behulp van het begrip polis uitleggen dat de Griekse wereld op bestuurlijk gebied verdeeld was, maar op cultureel gebied verenigd.

  • Je kent de vier bestuursvormen die in Griekenland voorkwamen 

  • Je kunt beschrijven hoe de Atheense democratie werkte

Slide 5 - Tekstslide

Griekse Stadstaten
 Vanaf ±850 v.Chr. ontstaan Griekse stadstaten = poleis
Deze poleis hebben allemaal eigen regels en eigen bestuur. De inwoners van deze poleis waren trots op hun eigen polis en de zelfstandigheid van hun polis. 
De stadstaten hadden regelmatig ook oorlog met elkaar.
Maar de poleis hadden ook veel gemeenschappelijk zoals bijvoorbeeld taal, godsdienst en cultuur.

Slide 6 - Tekstslide

Bestuursvormen
De verschillende poleis hadden allemaal andere bestuursvormen. 
  • monarchie - bestuur door een koning, deze kwam via erfopvolging op de troon
  • aristocratie - bestuur door een groep edelen
  • tirannie - bestuur door een (vaak wrede) alleenheerser

Slide 7 - Tekstslide

Democratie
ontstond in de stadstaat Athene in 509 v. Chr.
het volk verdreef een tiran en daarna werd een nieuwe bestuursvorm ingevoerd.
democratie - bestuur in handen van de volksvergadering
In de volksvergadering stemmen de inwoners met burgerrecht
Maar, vrouwen, slaven en buitenlanders hebben geen burgerrecht

Slide 8 - Tekstslide

Dagelijks bestuur in Athene
Raad van Vijfhonderd: Deze raad had de dagelijkse leiding over de polis en deed voorstellen waarover de volksvergadering moest stemmen. Bijvoorbeeld belastingverhoging of oorlog voeren. 

Om mee te kunnen stemmen in de volksvergadering moest de burger zelf aanwezig zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Verschillende soorten democratie
directe democratie - burgers stemmen zelf over politieke voorstellen (in een volksvergadering)
indirecte democratie - burgers stemmen op vertegenwoordigers die namens de burgers stemmen over politieke voorstellen

Slide 10 - Tekstslide

Maak combinaties van de bestuursvorm en de uitleg
Monarchie 
Democratie
Aristocratie
Tirannie
Iemand grijpt de macht en regeert alleen
De besten regeren
Een koning regeert
Het volk regeert

Slide 11 - Sleepvraag

Leerdoelen
  • Je kunt met behulp van het begrip polis uitleggen dat de Griekse wereld op bestuurlijk gebied verdeeld was, maar op cultureel gebied verenigd.

  • Je kent de vier bestuursvormen die in Griekenland voorkwamen 

  • Je kunt beschrijven hoe de Atheense democratie werkte

Slide 12 - Tekstslide

Verwerking 
beantwoord de eerste drie leerdoelen van §2.1
maak opdr. 3 en 4 van §2.1
boek blz 33-34
vaardigheden standplaatsgebondenheid en bruikbaarheid van bronnen

Slide 13 - Tekstslide

Standplaatsgebondenheid
  • Menselijk denken en doen in het verleden kunnen verklaren vanuit toen.
  • Menselijk denken en doen verklaren vanuit hun achtergrond, bijvoorbeeld geloof, politiek, gender of cultuur.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Bruikbaarheid 
  1. De bron geeft informatie over het onderwerp dat je onderzoekt.
  2. De bron is betrouwbaar.
  3. De bron is representatief

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Bruikbaarheid:
betrouwbaarheid en representativiteit
Bruikbaarheid:
De bruikbaarheid van een bron hangt af van wat je precies onderzoekt. Allereerst moet de bron gaan of iets vertellen over wat je onderzoekt. Daarnaast moet je kijken of de informatie uit die bron betrouwbaar is en kenmerkend voor een bepaalde groep of situatie (representativiteit).

Betrouwbaarheid:
Bij betrouwbaarheid kijk je of de informatie in de bron klopt. Je let op drie verschillende aspecten van de bron om deze te beoordelen op betrouwbaarheid (zie volgende dia)

Representativiteit:
In hoeverre geldt dit voor meer mensen en/of meer situaties? Als de mening/beschrijving van een situatie voor een kleine groep geldt of alleen voor die ene persoon dan is deze niet representatief (kenmerkend) voor de rest van de groep of ook toepasbaar in meerdere situaties. Als de mening of situatie wel geldt voor een grote groep/hele groep of meerdere situaties dan is deze wel representatief.

Slide 18 - Tekstslide

1
2
3
4
5
Democratie wordt ingevoerd in Athene
jagers maken rotsschilderingen in Lascaux
Neolithische revolutie
De staat Egypte wordt opgericht
de eerste dorpen ontstaan langs de Nijl

Slide 19 - Sleepvraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de ontwikkeling van wetenschappelijk denken van de Grieken inhield.

  • Je kunt uitleggen waar en waardoor de Griekse cultuur zich ook buiten Griekenland verspreidde

Slide 20 - Tekstslide

Denken over natuur en gezondheid
  • Grieken zagen in alle natuurverschijnselen goden, die verklaard werden door mythisch denken.
  • Hoe goden zich gedroegen, omgingen met elkaar en met de mensen werd beschreven in mythen.
  • Ziektes en ander onheil?  Grieken offerden aan goden 

Slide 21 - Tekstslide

Denken over natuur en gezondheid
  • In 6e eeuw v.Chr - kritiek op mythisch denken en daardoor ontstaan wetenschappelijk denken. Sommige Grieken gingen op zoek naar logische verklaringen. Deze Grieken noemen we filosofen.
  • Bekende filosofen: Hippocrates (geneeskunde) Pythagoras (wiskunde)
  • Filosofen observeren en onderzoeken om tot een conclusie te komen = is basis wetenschappelijk denken.

Slide 22 - Tekstslide

Denken over mens en samenleving
  • Filosofen stellen overal vragen over en proberen die te bewijzen door logische argumenten en bewijzen.
  • Sommige filosofen onderzoeken vooral de mens zelf.
  • Waar komt gedrag en karakter vandaan, was hun vraag.

Slide 23 - Tekstslide

De verspreiding van de Griekse cultuur
  • 338 v. Chr. - einde zelfstandig poleis; de Macedonische koning Philippos II veroverde Griekenland
  • Niet einde van Griekse cultuur en wetenschap; Philippos verpicht de Griekse cultuuur overal in zijn rijk 
  • Phillipos' zoon Alexander de Grote vergrootte het Perzische Rijk
  • Ook hier wordt de Griekse  cultuur ingevoerd 

Slide 24 - Tekstslide

De verspreiding van de Griekse cultuur
  • De Grieken, die zich gingen vestigen door het hele hielden vast aan hun taal en gewoontes. 
  • Voorbeelden zijn: architectuur, sportscholen, tempels, theaters en natuurlijk de taal en goden. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat is het Griekse woord voor stadstaat?
A
Aristocratie
B
Polis
C
Tirannie
D
Demagogie

Slide 27 - Quizvraag

Waarin leek Griekenland wel op een staat?
A
Gezamenlijke belasting
B
Gezamenlijke leider
C
Gezamenlijke cultuur
D
Gezamenlijke filosofie

Slide 28 - Quizvraag

Hoe heet de regeringsvorm waarin de macht aan edelen wordt gegund?
A
Monarchie
B
Tirannie
C
Democratie
D
Aristocratie

Slide 29 - Quizvraag

Wie hadden beslissingsrecht in
Athene ?
A
Mannen
B
Vrouwen
C
Vreemdelingen
D
Slaven

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een directe democratie?
A
Je moet aanwezig zijn bij een stemming
B
Je kan iemand anders voor je laten stemmen.
C
Je kiest 1x per jaar een vertegenwoordiger.
D
Je wordt bestuurd door edelen.

Slide 31 - Quizvraag

Thucydides wordt de 'vader van de wetenschappelijke geschiedschrijving' genoemd.
Leg met een bronelement uit dat zijn manier van onderzoek doen past bij het wetenschappelijk denk van de Grieken.

Slide 32 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de ontwikkeling van wetenschappelijk denken van de Grieken inhield.

  • Je kunt uitleggen waar en waardoor de Griekse cultuur zich ook buiten Griekenland verspreidde

Slide 33 - Tekstslide

Verwerking 
Maak samenvatting van §2.1
maak opdr. 5 en 6 
boek blz 34

Slide 34 - Tekstslide