Afsluiting H2 Daniel

Laatste les IM van mij
FB op voortgang Portfolio

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Laatste les IM van mij
FB op voortgang Portfolio

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is zelfcensuur?
timer
0:20
A
de overheid die de media controleert op wat ze plaatsen
B
de media die de overheid controleert op wat ze doen
C
dat de media zelf dingen achterhoud om bekritisering te voorkomen

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke dwangmiddelen heeft de politie toestemming nodig van de officier van justitie of de rechter-commissaris?
timer
0:20
A
Fouilleren, aanhouden en infiltreren
B
Infiltreren, huiszoeking houden en afluisteren
C
Persoonsgegevens raadplegen, staande houden en beslagleggen
D
Vasthouden op het bureau, afluisteren en aanhouden

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie keuzes heeft de Officier van justitie aan het einde van het onderzoek?
timer
0:20
A
Regelen, schikken, herzien
B
Schikken, regelen, vervolgen
C
Seponeren, vrijstellen, vervolgen
D
Schikken, seponeren, vervolgen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk bezwaar kleeft aan de OM-afdoening?
timer
0:20
A
Het is in strijd met het principe van de trias politica
B
Het is in strijd met het legaliteitsbeginsel
C
Het geweldsmonopolie van de overheid wordt aangetast
D
In strijd met het recht op een eerlijke rechtszaak

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de overeenkomst tussen een schikking en seponeren?
timer
0:20
A
In beide gevallen is de verdachte onschuldig
B
In beide gevallen is de verdachte schuldig
C
In beide gevallen komt het niet tot een rechtszaak
D
In beide gevallen wordt de verdachte door het OM gestraft

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand krijgt 3 jaar vrijheidsstraf waarvan 1 jaar voorwaardelijk. Hoelang moet hij/zij zitten?
timer
0:20
A
Één jaar
B
Twee jaar
C
Drie jaar
D
Helemaal niet

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


JE STUURT EEN NAAKTFOTO VAN EEN 16-JARIGE DOOR: BEN JE STRAFBAAR VOOR HET VERSPREIDEN VAN KINDERPORNO?
timer
0:20
A
Ja, je bent altijd strafbaar
B
Nee, je bent niet strafbaar als je zelf minderjarig bent

Slide 8 - Quizvraag

Volgens de letter van de wet is sexting strafbaar wanneer het om een minderjarige gaat. Het is dan kinderporno. Er wordt echter rekening gehouden met verschillende punten zoals; leeftijd(sverschil), vrijwilligheid,
bedreiging, manipulatie.
Wat is het grote verschil tussen het EVRM en het UVRM
timer
0:20
A
EVRM is niet dwingend, UVRM juist wel
B
EVRM geldt alleen voor EU-leden en UVRM juist niet
C
EVRM werkt voor alle landen rechtstreeks en UVRM niet
D
EVRM is dwingend en UVRM niet.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verloopt een rechtszaak? Zet in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
7
8
klik op         voor meer informatie over de stap in een rechtszaak
timer
1:00
controleren van gegevens

voorlezen van de aanklacht
vragen stellen aan de verdachte
oproepen van een getuige
strafeis van de officier van justitie
de advocaat van de verdachte mag wat zeggen
de verdachte zegt zelf nog wat
de rechter spreek het vonnis uit.

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is artikel 1 van de Universele Verklaring van de Rechten van de mens?
timer
0:20
A
Een ieder heeft het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon.
B
Een ieder heeft, waar hij zich ook bevindt, het recht als persoon erkend te worden voor de wet.
C
Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.
D
Een ieder heeft recht op rust en op eigen vrije tijd, met inbegrip van een redelijke beperking van de arbeidstijd, en op periodieke vakanties met behoud van loon.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de (beste) definitie van de rechtsstaat?
timer
0:20
A
Een staat waarin mensen welvarend en gelukkig zijn
B
Een staat waarin mensen naar de rechtbank kunnen
C
Een staat waarin burgers worden beschermd tegen de overheid
D
Een staat met een goede rechtsorde

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Censuur is...
timer
0:20
A
expres weglaten of veranderen van bepaalde informatie
B
het opdringen van een mening
C
bewust en onbewust kiezen wat je wil zien
D
je een beeld vormen van iets, iemand of een situatie

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat het legaliteitsbeginsel voor?
timer
0:20
A
Dat illegaliteit verboden is
B
Dat wetten op een juiste manier tot stand moeten komen
C
Vrijheidsbeperkingen alleen o.b.v. formele wetten en regels
D
Dat de rechtsorde juist in elkaar steekt

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond Montesquieu?
timer
0:20
A
Het volk geeft de macht aan de koning in ruil voor bescherming
B
Dat het volk zelf de macht moest hebben (democratie)
C
Dat de macht in drieën gedeeld moet worden
D
Dat verlichte denkers het land uit gezet moesten worden

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevordering van voldoende werkgelegenheid is voorwerp van zorg van de overheid.
Het gaat om een ...
timer
0:20
A
sociaal grondrecht
B
politiek grondrecht
C
vrijheidsrecht
D
gelijkheidsrecht

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Hoge Raad 
Cassatie 
Belastingdienst
Recht of initiatief
Parlement
OM
College van B&W
Senaat
APV

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de sociaal contract theorie:
timer
0:20
A
je levert je vrijheid in , in ruil voor veiligheid van de overheid
B
je levert je veiligheid in voor vrijheid van de overheid
C
je hebt recht op een vast basisinkomen in ruil voor je vrijheid

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoge raad
Gerechtshoven
Rechtbanken
In hoger beroep
In cassatie

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1 Nederland is verplicht zich te houden aan de uitspraken van het EVRM.
2 Volgens het EVRM is de doodstraf alleen in bepaalde gevallen toegestaan.
timer
0:20
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De grondwet in Nederland kan pas veranderd worden nadat ...
timer
0:20
A
Het parlement in meerderheid ermee akkoord gaat.
B
Het parlement de tweede keer in twee-derde meerderheid voor is.
C
Het parlement twee keer in meerderheid akkoord gaat.
D
De regering de wijziging goedkeurt.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn grondrechten?
timer
0:20
A
Rechten van de overheid
B
Rechten van de burgers
C
Rechten van de overheid én van de burgers
D
De wetten van een land

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is etnisch profileren?
timer
0:20
A
mensen tegenhouden
B
mensen letten op wat voor gedrag anderen vertonen
C
in ieder van ons gaat een crimineel schuil
D
mensen met een bepaalde huidskleur vaker controleren

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je mag antwoorden opzoeken!
TRIAS POLITICA
GRONDRECHTEN
LEGALITEITSBEGINSEL
wetgevende macht stelt wetten vast
uitvoerende macht spoort verdachten op en besluit tot vervolging
onafhankelijke rechtsprekende macht oordeelt over  schuld en bepaalt de straf
recht op eerlijk proces
onschuldpresumptie
recht op hoger beroep en cassatie
zwijgrecht
recht op een advocaat
maximumstraf is wettelijk vastgelegd
strafprocedure is gebonden aan wettelijke voorschriften
opsporingsbevoegdheden zijn wettelijk aan grenzen verbonden
ne bis in idem-regel
geen straf zonder schuld
verjaringstermijn is wettelijk vastgelegd

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt gezien als beginselen van de rechtsstaat?
timer
0:20
A
Trias politica - grondwet - egaliteitsbeginsel
B
Trias politica - legaliteitsbeginsel - goede rechtsorde
C
Trias politica - gelijkheid - legaliteitsbeginsel
D
Trias politica - grondwet - legaliteitsbeginsel

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De klassieke grondrechten bestaan uit de ...
timer
0:20
A
vrijheidsrechten, gelijkheidsrechten en sociale rechten
B
vrijheidsrechten, gelijkheidsrechten en politieke rechten
C
vrijheidsrechten, welzijnsrechten en sociale rechten
D
vrijheidsrechten, sociale rechten en vermogensrechten

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Artikel 1 uit de grondwet is het belangrijkste grondrecht
timer
0:20
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gereformeerde politieke partij als de SGP mag geen vrouwen als lid weigeren. Dit is een ...
timer
0:20
A
sociaal grondrecht
B
politiek grondrecht
C
vrijheidsrecht
D
gelijkheidsrecht

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een imam homoseksualiteit aanduiden als een besmettelijke ziekte. Dit is een ...
timer
0:20
A
sociaal grondrecht
B
politiek grondrecht
C
vrijheidsrecht
D
gelijkheidsrecht

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vrijheid van meningsuiting wordt begrensd door ...
timer
0:20
A
Helemaal niets. Je mag alles zeggen.
B
Het verspreiden van beledigingen en leugens
C
Goede smaak en intuïtie
D
Oproepen tot haat, geweld en verspreiden van leugens

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De wetgevende macht ligt in Nederland bij ...
timer
0:20
A
De koning
B
Het gekozen parlement en ministers
C
Het kabinet
D
De rechters en ministers

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De uitvoerende macht ligt in Nederland bij ...
timer
0:20
A
Rechters
B
Het gekozen parlement
C
De ministers
D
De burgers

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hebben wij geen volledige trias politica in Nederland?
timer
0:20
A
De media is in Nederland de vierde macht
B
Tweede Kamerleden hebben wetgevende en uitvoerende taken
C
Ministers hebben wetgevende en uitvoerende taken
D
De rechterlijke macht kan ook een opsporingsonderzoek leiden

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan moet een goede wet voldoen?
timer
0:20
A
Algemeen geldend, duidelijk, haalbaar en uitvoerbaar
B
Een denktank van juristen moet de wet goedkeuren
C
Iedereen moet het met de wet eens zijn
D
De wet moet goedgekeurd zijn d.m.v. een referendum

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het legaliteitsbeginsel?
timer
0:20
A
Je kunt met terugwerkende kracht worden gestraft door de wet
B
Je kunt alleen gestraft worden voor iets dat in de wet staat dat het niet mag
C
Dit is het begin van de legalisering van drugs in Nederland
D
Je kunt maar 1x voor hetzelfde vergrijp worden veroordeeld

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een uitgangspunt voor strafrecht is de ne bis in idem-regel. Wat is dit ook weer?
timer
0:20
A
Twee keer vervolgd worden voor hetzelfde vergrijp niet kan
B
Alleen omschreven strafbepalingen zijn strafbaar
C
Eerst wet dan straf.
D
Regels moeten duidelijk zijn

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om welke redenen leggen we rechtsregels (=wettelijk vastgestelde gedragsregels) vast?
timer
0:20
A
Om boeven te kunnen vangen
B
Zodat we goed handel kunnen drijven
C
Zodat het land goed kan worden bestuurd
D
Doelmatigheid (geen chaos) en zedelijk bewustzijn (waarden)

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is een rechtszaak openbaar? Kies één (de beste) van de volgende verklaringen
timer
0:20
A
Omdat iedereen moet kunnen zien wie de verdachte is
B
Je moet kunnen zien waarvan een verdachte wordt verdacht
C
Je moet kunnen horen tot welk vonnis de rechtbank is gekomen
D
Je moet kunnen zien of de rechtszaak eerlijk verloopt

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie kan na de uitspraak van de rechter in hoger beroep gaan?
timer
0:20
A
Alleen de advocaat van de verdachte
B
Alleen de officier van justitie
C
Zowel de rechter als de advocaat van de verdachte
D
Zowel de advocaat van de verdachte als de officier van justitie

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar ga je in hoger beroep?
timer
0:20
A
Bij het Gerechtshof
B
Bij de Meervoudige Kamer
C
Bij de Rechtbank
D
Bij de Hoge Raad

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er in het Wetboek van Strafvordering?
timer
0:20
A
Procesregels voor opsporing en berechting strafbare feiten
B
Alle wetten
C
Straffen voor strafbare feiten
D
Regels die burgers in acht moeten nemen bij civiele zaken

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er in het Wetboek van Strafrecht?
timer
0:20
A
Procesregels voor de rechter
B
Procesregels voor de politie
C
Strafbepalingen (algemene bepalingen en strafbare feiten)
D
Regels voor de civiele rechter

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen rechtsbron?
timer
0:20
A
Wetten
B
Gewoonterecht
C
Getuigenverklaringen
D
Uitspraken van de Hoge Raad

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak is juist?
timer
0:20
A
Nederlandse wetgeving mag niet in strijd zijn met het EVRM
B
Alle wetten samen wordt jurisprudentie genoemd
C
Gewoonterecht is gebaseerd op het legaliteitsbeginsel
D
Internationale verdragen kunnen niet worden opgezegd

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Winnaar?

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anoniem: Zouden jullie mij alsjeblieft een concrete top en een tip willen geven? Graag :)

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies