Email

How to write an email
  • Voorkennis
  • Tips
  • Voorbeelden
  • Aan het werk 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

How to write an email
  • Voorkennis
  • Tips
  • Voorbeelden
  • Aan het werk 

Slide 1 - Tekstslide

Doel schrijven van een email
Je schrijft een mail...:
  • Om de ontvanger iets te vertellen (informatie, iets leuks)
  • Om snel contact te hebben

Slide 2 - Tekstslide

Tips voor schrijven email
Taal:
  • Bedenk naar wie je schrijft (familie, vrienden)
  • De relatie die je hebt met degene waar je naar schrijft
  • Wat je precies wilt vertellen en verwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Tips voor schrijven email
De lay-out
Zorg dat je email er netjes en verzorgd uitziet. Maak desnoods eerst een kladversie,  voordat je bezig gaat met je "nette" versie.

Een artikel heeft drie onderdelen:
  1. Introductie/inleiding (interesse/aandacht trekken)
  2. Het midden (punten uitwerken, aandacht lezer erbij houden)
  3. Slot/conclusie (1 & 2 komen samen, duidelijke impressie achterlaten)

Slide 4 - Tekstslide

Aanhef
Hi, Hello, Hey, Dear [name]
Beantwoord vragen
I Hope you are well. I am fine/okay. How are you?
Thanks for your email. It was good to hear from you. 
Vertel meer over het onderwerp
Bijv: Something bad happened! I have broken my leg and cannot walk. It doesn't hurt as much as before. They put a cast on my leg, so I cannot move a lot. etc....
Afsluitende  zin
Write back soon!  Keep in touch. See you soon. 
Give my regards to your family. 
I hope to hear from you soon.  etc. 

Afsluiting 
All the best, Take care, Talk later, See you! Best wishes, Have a good weekend,  Love, Hugs and kisses, 
[name]

Slide 5 - Tekstslide

En niet te vergeten...
Denk aan de spelling!
  • Hoofdletters
  • Interpunctie
  • Pitfalls - valkuilen

Lever het netjes in!
Dus: geen doorgestreepte/doorgekraste dingen bijvoorbeeld.

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdletters
  • Begin van de zin
  • Namen van personen
  • Namen van landen, steden, provincies, etc. 
  • Dagen van de week
  • Maanden van het jaar
  • Ik = I ( dus niet i) 

Slide 7 - Tekstslide

Interpunctie
Komma's:
  • Na de aanhef 
  • Na de afsluiting 
  • Bij een opsomming
  • Samengestelde zinnen: I like candy, because it's sweet

Punten:
  • Aan het eind van de zin.

Slide 8 - Tekstslide

Veelgemaakte fouten 2.0
  • Then - Than 
  • Which - Witch 
  • They're - There - Their 
  • Too - To
  • Where - Were - We're 
  • Its - It's

Slide 9 - Tekstslide

Time to practice!
Je gaat nu oefenen (zie opdracht hiernaast).

Zorg dat je antwoord geeft op alle vragen!

Schrijven op papier, inleveren als je klaar bent. 

Slide 10 - Tekstslide

Voor de liefhebber...
  1. Samenvatting met informatie
  2. Site met extra oefenopdrachten (kies dan wel voor "article")

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link