Gedragsstoornissen en gedragsproblemen

Gedragsproblemen/
stoornissen
1 / 24
volgende
Slide 1: Woordweb
BeroepsgerichtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gedragsproblemen/
stoornissen

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag
Gedragsaspecten:

Motorisch aspect
 Cognitieve aspect
 Sociaal-affectieve aspect

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedragsdeterminanten:

 Psychosociale factoren:
Omgeving
Opvoeding
Sociale omgeving
Emoties en ervaringen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Psychosociale factoren
Omgeving
Opvoeding
Sociale omgeving
Emoties en ervaringen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organische factoren
Biochemische en hormonale factoren

 Aanlegfactoren
persoonlijkheid en temperament
erfelijkheid

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreek je van probleemgedrag?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bepalen
Frequentie
duur
omvang
gevolgen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geexternaliseerd probleemgedrag

naar buiten gericht
hyperactief
komt vaker voor bij jongens

Geïnternaliseerd probleemgedrag

Naar binnen gericht
depressie
Komt vaker voor bij meisjes

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het aanmoedigen van een team door een supporter die op de tribune staat te schreeuwen en juichen
Waar
Niet waar?

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Het roepen en schreeuwen van een jongen uit je klas
Waar
Niet waar

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen gedragsproblemen en gedragsstoornissen?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gedragsproblemen
Agressie
Teruggetrokken gedrag
Angst
Regressief gedrag
Spraakproblemen




Slide 12 - Tekstslide

Oorzaken van agressief gedrag:
 Verhoogde aanleg
 ‘Foute’ voorbeelden
 Frustratie
Teruggetrokken gedrag en angst
 Structureel
 Algemeen of situatiegebonden?
Gederagsproblemen
Teruggetrokken gedrag en angst
 Structureel
 Algemeen of situatiegebonden?

afwijkende angst
faalangst

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Er  is functionele angst en afwijkende angst.
Zoek drie voorbeelden van afwijkende (faal)angst. 
Bespreek deze in je groepje en bedenk hoe je hier het beste mee kunt omgaan in de klas. 
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meest voorkomende
gedragsstoornissen

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Concentratiestoornissen: ADHD en ADD

Hoofdkenmerken van ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder):
 Aandachttekort: concentratieproblemen
 Impulsiviteit: problemen met het beheersen van de impulsen
 Hyperactiviteit

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Contactstoornissen: ASS

Meest voorkomende stoornissen binnen ASS (Autistisch Spectrum Stoornis) zijn:
 (klassiek) Autisme
 PDD-NOS
 Stoornis van Asperger

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene kenmerken van autisme

Hoofdkenmerken van autisme:
 Moeite met het sociale verkeer (sociale interactie)
 Moeite met communicatie (zowel verbaal als non-verbaal)
 Problemen met de verbeelding (fantasie)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere kenmerken zijn:
 Taal- en spraakstoornissen
 Weerstand tegen veranderingen
 Opvallend, dwangmatig en stereotiep gedrag

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CDD: Conduct Disorder
Antisociale gedragsstoornis
 ODD: Oppositional Defiant Disorder
Oppositioneel Opstandig Gedrag
 Depressiviteit: Endogeen en exogeen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
  1. Kies een gedragsstoornis(uit je eigen klas?)
  2. Beschrijf de kenmerken van de stoornis
  3. Beschrijf waar deze kinderen behoefte aan hebben in de klas.
  4. Maak een duidelijk overzicht van de kenmerken,behoeften en acties die jij als onderwijsassistent moet uitvoeren om dit kind prettig zijn dag door kan laten komen. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies