Woorden DISK T15 Internet en Social Media

Woorden DISK T15 
Internet en Social Media

Oefenen met de woorden halfgevorderd
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Woorden DISK T15 
Internet en Social Media

Oefenen met de woorden halfgevorderd

Slide 1 - Tekstslide

Welk woord past op de stippellijn?
Mijn fiets was kapot, maar ik heb hem zelf ....
A
vernield
B
gemaakt
C
gerepareerd
D
opgelapt

Slide 2 - Quizvraag

Welk woord past op de stippellijn?
.... mensen hebben 6 vingers aan hun hand.
A
Veel
B
Sommige
C
Meerdere
D
Alle

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord past op de stippellijn?
Na lang nadenken, hebben we .... toch een nieuwe fiets gekocht.
A
tenslotte
B
waarschijnlijk
C
misschien
D
gedacht

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord past op de stippellijn?
We hadden de kast .... in elkaar gezet. De laatjes zaten ondersteboven, alles viel eruit.
A
goed
B
Ikea
C
verkeerd
D
schroevedraaier

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord past op de stippellijn?
In het laatste jaar van het ROC, moest hij ook .... lopen bij een bedrijf als onderdeel van de opleiding.
A
trappen
B
hard
C
werk
D
stage

Slide 6 - Quizvraag

Vul het woord in op de stippellijn.
Mijn telefoon viel op de grond en is nu....

Slide 7 - Open vraag

Vul het woord in op de stippellijn.
Hij praat .... door de les heen, dat is best irritant.

Slide 8 - Open vraag

Vul het woord in op de stippellijn.
Mijn ouders zijn niet van dezelfde ... als ik ben.

Slide 9 - Open vraag

Vul het woord in op de stippellijn.
Mijn opa heeft net een ... gekregen, hij is heel blij met hem.

Slide 10 - Open vraag

Vul het woord in op de stippellijn.
Wij gaan zo onze oma .... van het vliegveld.

Slide 11 - Open vraag

Vul het woord in op de stippellijn.
Ik verzamel allemaal Pokémon, maar mijn verzameling is nog niet ....

Slide 12 - Open vraag

Vul het woord in op de stippellijn.

Slide 13 - Open vraag

Vul het woord in op de stippellijn.

Slide 14 - Open vraag

Vul het woord in op de stippellijn.

Slide 15 - Open vraag