boodschappen doen en opbergen

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Boodschappen
 



                                      Boodschappen

Slide 2 - Tekstslide

aan het einde van de les.....
  • weet je waar je op kunt letten als je boodschappen gaat doen.
  • weet je hoe je een kassabon kunt lezen
  • weet je hoe je de kwaliteit van producten kunt beoordelen
  • weet hoe je producten kunt opslaan  

Slide 3 - Tekstslide

                          

                                          programma 
uitleg
opdracht
film
quiz
evaluatie 

Slide 4 - Tekstslide




            
              Boodschappenlijst maken....waar let je op?

Slide 5 - Tekstslide



-Wat zijn de wensen van de zorgvrager?
-Hoeveel geld mag het kosten?
-Heeft de zorgvrager nog voldoende boodschappen in huis?
-Heeft de zorgvrager bepaalde dieetwensen of allergieën? 

Slide 6 - Tekstslide

Waar moet je op letten tijdens boodschappen?

Slide 7 - Woordweb

   Waar let je op bij het doen van boodschappen

-Controleer:  groente en vlees = vers + houdbaarheidsdatum.
- verpakking niet beschadigd .
-afgesproken budget 
-zware producten onder in de tas/kar
-koelkast/diepvriesproducten op het laatst in de boodschappenkar.


Slide 8 - Tekstslide

              


                          
                                    Opdracht 

Slide 9 - Tekstslide

De volgende vragen gaan over het volgende bonnetje 

De volgende vragen gaan over kassabon.

Slide 10 - Tekstslide





                                               FILM

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Op verpakkingen kunnen twee soorten houdbaarheidsdata staan.
  • TGT datum: (te gebruiken tot) staat op producten die snel kunnen bederven. Bv verse vis of vlees.

  • THT datum: (tenminste houdbaar tot) staat op producten die niet snel bederven. Na de THT-datum kan de kwaliteit van het product achteruit gaan, maar je kunt het vaak nog wel eten.

Slide 13 - Tekstslide

Boodschappen opslaan

Slide 14 - Tekstslide

Product opslaan
Op de verpakking staat vaak hoe je het product op moet slaan.

  • Gekoeld bewaren: bewaar de producten in de koelkast. Bv kipfilet of kaas.
  • Ongekoeld bewaren: zorg dat de temperatuur niet hoger is dan 20 graden. Bv brood of fruit.

Slide 15 - Tekstslide

Product opslaan

  • Na openen gekoeld bewaren: bewaar deze producten na openen in de koelkast. Bv augurken of jam.
  • Koel bewaren: je kunt deze producten het beste koel, donker en droog bewaren. In de kelder of voorraadkast. Bv tomatensaus.

Slide 16 - Tekstslide

Diepvries
Koelkast
Kast
Pindakaas
Yoghurt
Suiker
Diepgevroren broccoli
Kipfilet
Vanille ijs

Slide 17 - Sleepvraag

Kasboek
Wanneer je voor iemand anders boodschappen doet, moet je altijd kunnen aantonen waaraan je het geld hebt uitgegeven. Je bewaart altijd de kassabon. Als je terugkomt, reken je meteen alle boodschappen af met de zorgvrager.

Slide 18 - Tekstslide

 
                        Afronden van de les  
                        ( terug naar de doelen).

waar let je op als je boodschappen doet
Hoe beoordeel je de kwaliteit van producten?
weet hoe je producten kunt opslaan ?
feedback (op papier)

Slide 19 - Tekstslide