Herhaling Tweede Wereldoorlog V3

Herhaling Tweede Wereldoorlog
H2 + H3 Oorzaken, verloop en einde WOII
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling Tweede Wereldoorlog
H2 + H3 Oorzaken, verloop en einde WOII

Slide 1 - Tekstslide

Waarom was de invoering van de NSDAP als enige politieke partij van Duitsland ontzettend invloedrijk?
A
Het was een einde van de democratie
B
Duitsland werd hierdoor een eenpartijstaat
C
Duitsland werd feitelijk een dictatuur
D
Het parlement had geen macht meer

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een totalitaire staat?
A
Een staat waarin het leger de baas is
B
Een staat waar je weinig vrijheid hebt en gecontroleerd word
C
Een staat waarin veel politieke partijen zijn
D
Een staat waarin iedereen gelijk is

Slide 3 - Quizvraag

Wat is GEEN manier waarop de nazi's streefden naar een totalitaire staat?
A
Jongens en meisjes lid van de Hitlerjugend
B
Minister van Propaganda (Goebbels)
C
Geen dwang, ze wilden rust behouden
D
tegenstanders werden opgesloten in concentratiekampen

Slide 4 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij deze afbeelding?
A
Verdrag van Versailles
B
Totalitaire staat
C
Appeasement politiek
D
Duitse opmars

Slide 5 - Quizvraag

Wat is geen onderdeel van een totalitair regime?
A
Het leven, denken en voelen van de bevolking volledig beheersen
B
Kritiek op de ideologie werd gezien als misdadig en werd genadeloos afgestraft.
C
D
onderwijs, media, economie: alles moest in dienst staan van de ideologie.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Waarom past deze affiche bij een 'regime'?
A
Het volgen van één leider
B
Zelf geen keuzes kunnen maken

Slide 8 - Quizvraag

Waarom past deze affiche bij een totalitair systeem?
A
Mensen werden geïndoctrineerd
B
Hiermee beheersten de nazi's de samenleving
C
Gewoon voor de leuk
D
Om meer mensen tegen zich te keren

Slide 9 - Quizvraag

Eerste Wereldoorlog
Tweede Wereldoorlog

Slide 10 - Sleepvraag

Maak de goede combinaties
Bombardement van de Duitsers op Rotterdam.

België word veroverd. Frankrijk en Duitsland sluiten een wapenstilstand.
Engeland en Frankrijk verklaren de oorlog aan Duitsland.
Twee jaar voor de Duitse inval in Nederland.
Vier dagen nadat de Duitsers Nederland binnenvielen.
Hiermee begon de Tweede Wereldoorlog.
De Duitsers bezetten Oostenrijk en Tsjechië.
Duitsland veroverd razendsnel de rest van Europa. 

Slide 11 - Sleepvraag

Sleep de volgende gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde (van links naar rechts):
Eerste gebeurtenis
Tweede gebeurtenis
Derde gebeurtenis
Vierde gebeurtenis
Vijfde gebeurtenis
Nazi-Duitsland valt Polen binnen.
Japan vernietigt de Amerikaanse vloot op Hawaii (Pearl Harbor)
Hitler verbreekt een belofte met Stalin.
Duitsland verklaart de oorlog aan de Verenigde Staten.
Hitler wordt rijkskanselier van Duitsland.

Slide 12 - Sleepvraag

Op welk gebied verliep de inname van het Oosten anders dan het Westen?
A
Alleen in het Oosten werd de bevolking onderdrukt
B
Alleen in het Oosten werden de Joden vervolgd
C
In het Oosten traden de Duitse soldaten harder op
D
In het Oosten vonden etnische zuiveringen plaats

Slide 13 - Quizvraag

Leg uit met welk doel Japan landen in Oost-Azië veroverde

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Representatief voor bezet Nederland in 1940
Representatief voor bezet Nederland na 1941

Slide 16 - Sleepvraag

Nederlandse bezetting
Bezetting Indonesië
Beide
Gebruik dwangarbeid
Bezet door Duitsland
Bezet door Japan
Onderdrukking
Bezet tot 5 mei 1945
Bezet tot 15 aug 1945

Slide 17 - Sleepvraag

5 stadia jodenvervolging


Moord
Ontkenning
Isoleren
Verzamelen
Discrimineren
Treiteren

Slide 18 - Sleepvraag

Waarom kwam Hitler democratisch aan de macht?
A
Als leider van de grootste partij werd hij tot Rijkskanselier benoemt
B
Een meerderheid nam de machtigingswet aan
C
Hij verbood de communistische partij
D
Hij maakte valse beloftes

Slide 19 - Quizvraag

Waarom kwam Hitler tevens ook op een ondemocratische manier aan de macht?
A
Hij hield zich niet aan de regels van de democratie
B
Hij verbood de communistische partij mee te doen aan de verkiezingen
C
Hij maakte gebruik van valse beloftes zodat andere partijen op de machtigingswet gingen stemmen
D
Hij hield zich niet zo bezig met de politiek. Hij was meer gericht op het verkrijgen van populariteit

Slide 20 - Quizvraag

HOE KWAM HITLER AAN DE MACHT?
A
verkiezingen, kanselier, Rijksdagbrand, machtigingswet, terreur, rassenwetten
B
verkiezingen,Rijksdagbrand, machtigingswet, terreur, rassenwetten
C
verkiezingen, valt Polen binnen, machtigingswet, terreur, rassenwetten
D
staatsgreep, verkiezingen, kanselier, Rijksdagbrand, terreur, rassenwetten

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Geef een argument van een voorstander van de appeasementpolitiek.

Slide 23 - Open vraag

Geef een argument van een tegenstander van de appeasementpolitiek

Slide 24 - Open vraag

Waarom werden de Japanners in het begin door veel Aziatische landen gezien als de 'verlossers'?

Slide 25 - Open vraag

Waarom werd de atoombom ingezet?

Slide 26 - Open vraag