Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Economie 2.1 Hoe ga je met geld om?
1 / 48
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
In deze les zitten
48 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
timer
0:30
Op welke manieren komt er geld binnen?
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Aankoop groenten en fruit
A
incidentele uitgaven
B
dagelijkse uitgaven
C
vaste lasten
Slide 8 - Quizvraag
Aankoop van een iphone?
A
incidentele uitgaven
B
dagelijkse uitgaven
C
vaste lasten
Slide 9 - Quizvraag
Een abonnement op een sportschool?
A
incidentele uitgaven
B
dagelijkse uitgaven
C
vaste lasten
Slide 10 - Quizvraag
Aankoop van shampoo?
A
vaste lasten
B
dagelijkse uitgaven
C
incidentele uitgaven
Slide 11 - Quizvraag
Abonnement van je telefoon
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten
Slide 12 - Quizvraag
Contributie hockey
A
dagelijkse uitgaven
B
vaste lasten
C
incidentele uitgaven
Slide 13 - Quizvraag
Aankoop van een computer?
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten
Slide 14 - Quizvraag
Een broodje kopen in de kantine
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten
Slide 15 - Quizvraag
Huur van een huis
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wat is een begroting?
A
Het geld dat je kunt uitgeven
B
Dagelijkse uitgaven
C
Overzicht van inkomsten en uitgaven
D
Uitgave die regelmatig terug komt
Slide 20 - Quizvraag
Aan het werk!
Pak je boek op blz. 42.
Maak:
opdracht 5 t/m 16
Niet af?
Huiswerk voor de volgende les!
Je werkt op fluisterniveau en je hebt tot 10.45 de tijd.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Aankoop groenten en fruit
A
incidentele uitgaven
B
dagelijkse uitgaven
C
vaste lasten
Slide 25 - Quizvraag
Aankoop van een iphone?
A
incidentele uitgaven
B
dagelijkse uitgaven
C
vaste lasten
Slide 26 - Quizvraag
Een abonnement op een sportschool?
A
incidentele uitgaven
B
dagelijkse uitgaven
C
vaste lasten
Slide 27 - Quizvraag
Wat is een begroting?
A
Het geld dat je kunt uitgeven
B
Dagelijkse uitgaven
C
Overzicht van inkomsten en uitgaven
D
Uitgave die regelmatig terug komt
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Wat is GEEN functie van geld?
A
Ruilmiddel
B
Uitgeefmiddel
C
Spaarmiddel
D
Rekenmiddel
Slide 32 - Quizvraag
Wanneer je iets koopt, gebruik je geld als rekenmiddel
A
juist
B
onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Video
Ik spaar geld bij de bank (of mijn ouders doen dit voor mij)
Ja, dat doe ik zelf
Ja, dat doen mijn ouders
Ja, dat doe ik én dat doen mijn ouders
Nee, dat doen wij niet
Weet ik niet
Slide 35 - Poll
Sparen
Geld dat je niet nu uitgeeft, maar bewaart voor later.
Je spaart voor een doel:
bijvoorbeeld extra geld voor op vakantie.
Je spaart uit voorzorg:
bijvoorbeeld voor als je telefoon kapot gaat.
Je spaart voor de rente:
Beloning
Slide 36 - Tekstslide
Wat is sparen?
A
Niet uitgeven maar bewaren voor later
B
Koop op afbetaling
C
Ruilen bij de bank
D
Lenen bij een winkel
Slide 37 - Quizvraag
De reden dat ik spaar =
voor een doel
voor de rente
uit voorzorg
Ik spaar niet
Slide 38 - Poll
Je kan geld sparen als je inkomsten lager zijn dan je uitgaven
A
Juist
B
Onjuist
Slide 39 - Quizvraag
Welk spaarmotief gebruik je als je spaart voor een televisie?
A
sparen voor de rente
B
sparen uit voorzorg
C
sparen voor een doel
D
sparen voor een ander
Slide 40 - Quizvraag
Malou is bang dat haar telefoon kapot gaat. Daarom spaart zij nu al voor een nieuwe. Haar spaarmotief is...
A
Sparen met een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor rente
D
Sparen voor behoefte
Slide 41 - Quizvraag
Sarah spaart om een scooter over twee jaar te kunnen kopen. Haar spaarmotief is
A
Sparen met een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor rente
D
Sparen voor behoefte
Slide 42 - Quizvraag
Aan het werk!
Pak je boek op blz. 44.
Maak:
opdracht 1 t/m 6
Niet af?
Huiswerk voor de volgende les!
Je werkt op fluisterniveau.
Slide 43 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
Uitleg paragraaf 2.2 (deel 2)
Maken paragraaf 2.2 (deel 2)
Blooket
blz. 50
Slide 44 - Tekstslide
Rente
Rente is een vergoeding
die je krijgt
van de bank, omdat je er spaart.
Door de rente groeit je spaarbedrag.
Meestal krijg je de rente aan het einde van een jaar.
Slide 45 - Tekstslide
Slide 46 - Tekstslide
Jim heeft 1.000 euro van zijn opa gekregen. Hij spaart dit geld bij de bank in een spaarrekening. Daar verdien hij dan ...?... op.
A
Inflatie
B
Rente
C
Centen
D
Inkomen
Slide 47 - Quizvraag
Aan het werk!
Pak je boek op blz. 50.
Maak:
opdracht 7 t/m 12
Niet af?
Huiswerk voor de volgende les!
Klaar?
Maak de invulsamenvatting op blz. 66
Je werkt op fluisterniveau.
Slide 48 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
3.2 Wat levert sparen op?
January 2022
-
40 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
3.2 Wat levert sparen op?
October 2018
-
46 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
1.5 De bank betaalt
November 2024
-
8 slides
Quiz H2
October 2025
-
10 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
H2.3 Geld moet rollen!
October 2025
-
13 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
2.2 Sparen of beleggen?
August 2023
-
44 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
1.3 Budgetteren moet je leren
August 2018
-
48 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
2.4 Leren budgetteren
August 2023
-
45 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld