B-VCA - B-VCA deel 2 - H6

B-VCA
B-VCA 2

6. MACHINES EN GEREEDSCHAPPEN
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapsonderwijsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

B-VCA
B-VCA 2

6. MACHINES EN GEREEDSCHAPPEN

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke gevaren zijn er als je met dit gereedschap werkt?

Slide 3 - Open vraag

Maak opdracht 1
bladzijde 87

Slide 4 - Tekstslide

VEILIG WERKEN MET HANDGEREEDSCHAP
Bladzijde 87 en 88

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide


Snijdt de persoon op het plaatje op de goede manier?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Maak opdracht 2
bladzijde 89

Slide 8 - Tekstslide

SCHROEVENDRAAIER
Bladzijde 89 t/m 91

Slide 9 - Tekstslide


Werk je met een schroevendraaier? Controleer dan eerst of:
  • het handvat goed vastzit
  • er geen deuken of bramen zijn
  • en:
A
Of het blad niet te scherp is
B
Of het blad niet te bot is
C
Of je de schroevendraaier ook als beitel kunt gebruiken

Slide 10 - Quizvraag

Maak opdracht 3 en 4
bladzijde 91  

Slide 11 - Tekstslide

MES
Bladzijde 92 t/m 94

Slide 12 - Tekstslide


Waarom moet je het lemmet van een mes niet te ver uitschuiven?
A
Dan snijdt hij minder goed.
B
Dan kan hij afbreken.
C
Dan wordt hij sneller bot.
D

Slide 13 - Quizvraag

Maak opdracht 5
bladzijde 94 en 95

Slide 14 - Tekstslide

VEILIG WERKEN MET AANGEDREVEN GEREEDSCHAP
Bladzijde 95 t/m 98

Slide 15 - Tekstslide


Hoe werkt de dodemansknop op de handslijpmachine?
A
Als je de dodemansknop indrukt, dan gaat er een alarm af.
B
Als je de dodemansknop indrukt, dan stopt de machine meteen.
C
Als je de dodemansknop loslaat, dan stopt de machine meteen.
D
Als je de dodemansknop loslaat, dan gaat de machine nog 3 seconden door en dan stopt hij.

Slide 16 - Quizvraag

Maak opdracht 6 en 7
bladzijde 98

Slide 17 - Tekstslide

HANDCIRKELZAAG
Bladzijde 99 en 100

Slide 18 - Tekstslide

Je werkt met de handcirkelzaag.
Welke PBM's draag je?
Draag je wel
Draag je niet

Slide 19 - Sleepvraag

Maak opdracht 8 en 9
bladzijde 100 en 101

Slide 20 - Tekstslide

NAGEL- EN NIETMACHINE
Bladzijde 101 t/m 103

Slide 21 - Tekstslide


Je werkt met de nagel- en nietmachine.
Welke PBM draag je?
A
B
C
D

Slide 22 - Quizvraag

Maak opdracht 10 en 11
bladzijde 103

Slide 23 - Tekstslide

KETTINGZAAG
Bladzijde 104 en 105

Slide 24 - Tekstslide


Waarop werkt een kettingzaag?
A
Benzine
B
Elektriciteit
C
Luchtdruk

Slide 25 - Quizvraag

Maak opdracht 12 en 13
bladzijde 105 en 106

Slide 26 - Tekstslide

VEILIG WERKEN MET VAST OPGESTELDE MACHINES
Bladzijde 106 en 107

Slide 27 - Tekstslide


Je werkt met de kolomboormachine.
Waarom gebruik je de beschermruit van de machine?
A
Om je ogen te beschermen tegen splinters en spetters
B
Om te zorgen dat je handen niet in de boor getrokken worden
C
Om het boorsel makkelijk weg te kunnen vegen
D
Om je werkstuk beter te kunnen zien

Slide 28 - Quizvraag

Maak opdracht 14
bladzijde 107

Slide 29 - Tekstslide

VAST OPGESTELDE SLIJPMACHINE
Bladzijde 108 en 109

Slide 30 - Tekstslide

Sleep de namen naar de goede plek.
Leunspaan
Veiligheidsglas
Slijpsteen

Slide 31 - Sleepvraag

Maak opdracht 15
bladzijde 109 en 110

Slide 32 - Tekstslide

VAST OPGESTELDE CIRKELZAAG
Bladzijde 110 t/m 112

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide


Je werkt met de vast opgestelde cirkelzaag.
Waarvoor gebruik je het hulpmiddel op het plaatje?
A
Om je je beschermen tegen wegspringende delen
B
Om te zorgen dat de zaag niet vastloopt in het werkstuk
C
Om grote werkstukken in de zaag te krijgen
D
Om kleine werkstukken in de zaag te duwen

Slide 35 - Quizvraag

Maak opdracht 16 en 17
bladzijde 112

Slide 36 - Tekstslide

VEILIG LASSEN
Bladzijde 113 en 114

Slide 37 - Tekstslide

Je gaat elektrisch lassen.
Welke PBM's draag je? 
Draag je wel
Draag je niet

Slide 38 - Sleepvraag

Maak opdracht 18 
bladzijde 115

Slide 39 - Tekstslide

AUTOGEEN LASSEN
Bladzijde 115 en 116

Slide 40 - Tekstslide

Autogeen lassen doe je met:
Autogeen lassen doe je met:
A
Acetyleen
B
Autobrandstof
C
Elektriciteit
D
Luchtdruk

Slide 41 - Quizvraag

Maak opdracht 19 
bladzijde 116

Slide 42 - Tekstslide

VEILIG SNIJDEN MET EEN SNIJBRANDER
Bladzijde 117

Slide 43 - Tekstslide


Je werkt met een snijbrander.
Dit is een vorm van:
A
Elektrisch lassen
B
Autogeen lassen
C

Slide 44 - Quizvraag

Maak opdracht 20 t/m 22
bladzijde 117 t/m 120

Slide 45 - Tekstslide

       Geef aan welke PBM's je erbij gebruikt.

Slide 46 - Tekstslide

Maak opdracht 23
bladzijde 120

Slide 47 - Tekstslide