1 BK Schrijven hoofdstuk 1-3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Schrijven 1-3 nog even oefenen

Doelen van deze les

Je hebt de leerstof voor de toets nog een keer doorgenomen

Je hebt geoefend met de leerstof 

Je hebt je vragen over de leerstof gesteld

Al jouw vragen zijn beantwoord

Je hebt nog kunnen werken aan Score Taalverzorging

Je bent klaar voor de toets!

hoofdstuk 

Bij formeel taalgebruik spreek je de ander aan met

1. je
2. jij
3. u
4. jouw

Bij formeel taalgebruik kies je .......... woorden.

1. gezellige
2. persoonlijke
3. nette
4. scheld

Bij formeel taalgebruik schrijf je in je afsluiting

1. Je voor- en achternaam
2. liefs
3. Groetjes
4. je voornaam

Bij formeel taalgebruik zorg je dat je zinnen

1. lang zijn
2. compleet zijn
3. eindigen met een vraagteken
4. er zin in hebben

Bij een zakelijke e-mail schrijf je bij AAN:

1. Het e-mailadres van degene die je mailt
2. in het kort waar de de mail over gaat
3. het woonadres van de geadresseerde
4. de afzender, dus jouw naam

Bij het ONDERWERP van een zakelijke e-mail schrijf je

1. jouw e-mailadres
2. het huisadres van degene die je schrijft
3. in het kort waar jouw brief over gaat
4. je handtekening

Een goed voorbeeld van een aanhef van een zakelijke brief of e-mail is

1. Lieve....
2. Hee ....
3. Hartelijke groet,
4. Beste ...

In een zakelijke e-mail schrijf je

1. kort en duidelijk wat je wilt vertellen of vragen
2. hoe het met je gaat
3. wat je van iemand vindt
4. zoveel mogelijk emojies

Een voorbeeld van een zakelijke afsluiting is

1. liefs
2. groetjes
3. kusjes
4. hartelijke groet

hoofstuk

Een verslag schrijf je

1. in de tegenwoordige tijd
2. over iets dat gaat gebeuren
3. in de verleden tijd
4. over jezelf en hoe je leven eruit ziet.

In de inleiding van je verslag schrijf je

1. hoe je het vindt
2. waar je verslag over zal gaan
3. je naam en adres
4. de vriendelijke groeten

In de kern van je verslag schrijf je wat er allemaal gebeurde

1. de volgorde maakt dan niet uit
2. het laatst gebeurde eerst
3. je schrijft dat in de goede volgorde
4. en de vriendelijke groeten

woorden die je NIET helpen bij je volgorde zijn

1. eerst
2. daarna
3. tenslotte
4. en

Schrijf je wel of geen titel boven je verslag?

1. wel!
2. nee hoor, niet nodig.

Als je klaar bent met je verslag schrijf je

1. de vriendelijke groeten
2. liefs en kusjes
3. xoxo
4. je naam er onder

In de vakantie heb ik een dik boek gelezen. Het dikke boek was erg spannend.

De hoofdpersoon is een jongen.
De jongen zit opgesloten in een grot.

De jongen is erg lang in de grot gebleven. De jongen wilde heel graag snel uit de grot komen.

De toets van klas 1 B is morgen.
De toets van klas 1 B is niet moeilijk.

Doelen van deze les

Je hebt de leerstof voor de toets nog een keer doorgenomen

Je hebt geoefend met de leerstof 

Je hebt je vragen over de leerstof gesteld

Al jouw vragen zijn beantwoord

Je hebt nog kunnen werken aan Score Taalverzorging

Je bent klaar voor de toets!

Voor de vakantie t/m les 5 klaar!