Thema 5 Basisstof 3 en 4

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

vandaag: 

• Uitleg Basisstof 3 (15min)

• (Kennis: 1 t/m 4) Inzicht: 5 t/m 7 (15 min)
• Uitleg Basisstof 4 (15 min)
• (Kennis: 1 t/m 4) Inzicht: 5 t/m 7 (15 min)

Leerdoelen bs. 3 Beenverbindingen 

• Je kunt de vier beenverbindingen beschrijven
  
•  Je kunt delen van een gewricht noemen met hun functies.
• Je kunt de bouw en werking van drie typen gewrichten onderscheiden.

Botverbindingen

• Vergroeid
  
• Naden
  
• Kraakbeen
  
• Gewricht
  

verbindingen zonde beweging

vergroeid 

verbindingen zonde beweging

Naadverbindingen   

verbindingen met een beetje beweging

Botten verbonden door kraakbeen

Kraakbeen is buigzaam, hierdoor kan het een beetje bewegen 

verbindingen met veel beweging

In gewricht verbindingen zitten veel bewegingsmogelijkheden 

Beenverbindingen

vergroeiing

naadverbinding

gewrichten

 kraakbeen

Welke beenverbindingen zijn beweeglijk?

1. Naadverbinding
2. Kraakbeenverbinding
3. Gewricht
4. Vergroeiing

Bouw gewricht

Gewrichtskapsel

Gewrichtsknobbel

Gewrichtsband

Kraakbeen

Gewrichtskom

Gewrichtssmeer

Typen gewrichten

• Kogelgewricht: gewrichtskogel draait in gewrichtskom, beweging in verschillende richtingen
• Scharniergewricht: botten bewegen als scharnier ten opzichte van elkaar, alleen beweging heen en terug
• Rolgewricht: botten draaien in lengteas om elkaar

Een voorbeeld van een kogelgewricht zijn de gewrichten in mijn vingers.

1. Juist
2. Onjuist

Sommige gewrichten hebben ___________ voor extra stevigheid.

1. gewrichtssmeer
2. gewrichtskapsel
3. gewrichtsbanden
4. kraakbeenlaagje

welke gewrichten heb je?

1. kogelgewricht, natuurgewricht, rolgewricht
2. kogelgewricht, scharniergewricht, rolgewricht
3. scharniergewricht, rolgewricht, schuifgewricht
4. A-gewricht, B-gewricht, C-gewricht

Maken:

Basisstof 3

Starten met: opdracht 1 t/m 6 en dan kiezen 7 of 8

Leerdoelen bs 4 Spieren

• Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven.

Spierstelsel

• Alle skeletspieren in je lichaam 

Pezen

• Je spieren zitten vast aan je botten met pezen.
• De plek waar een pees aan het bot zit heet de  aanhechtingsplaats
• pezen zijn stevig

Bouw spier 

• Spierschede: bindweefsel om spier heen
• Spier bestaat uit spierbundels, die uit spiervezels bestaan
• Als de spier samentrekt schuifen de 

Antagonisten

• Als spiervezels samentrekken wordt spier korter en dikker
• Biceps en triceps bewegen onderarm. Biceps buigt de arm, triceps strekt de arm
• Antagonist: twee spieren werken samen om een bot te bewegen, maar hebben een tegengesteld effect

Je spant je biceps aan en houd je hand er om heen (zie docent) wat voel je?

Waar zitten pezen?

1. Tussen 2 gewrichten
2. Tussen botten en spieren
3. Tussen gewrichten en spieren
4. Tussen 2 spieren

Wat is de antagonist van de biceps?

1. armbuigspier
2. armstrekspier

Wat gebeurt er met de antagonist van een spier die samentrekt?

1. ontspant
2. spant aan

Maken: 

Basisstof 4: 

Starten met maken van: opdracht 1 t/m 8 en dan kiezen 9 of 10