4.3: Izaak (vwo)
1 / 35
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een aartsvader?
A
Een oud iemand
B
Een voorvader van een heel volk
C
Iemand die van aarde houdt
Slide 4 - Quizvraag
Met wie begon het Jodendom?
A
Abraham
B
Izak
C
Jakob
D
Jezus
Slide 5 - Quizvraag
Uit welke plaats kwam Abraham?
A
Jericho
B
Ur
C
Kana
D
Woestijn van Berseba
Slide 6 - Quizvraag
Hoe heette de vader van Abraham?
A
Adam
B
Noach
C
Terach
D
Koning David
Slide 7 - Quizvraag
Met wie was Abraham getrouwd?
A
Hagar
B
Sarah
C
Maria
D
Debora
Slide 8 - Quizvraag
Wat was Abraham van beroep
A
eigenaar van waterputten
B
koning
C
bosbouwer
D
rondtrekkende boer
Slide 9 - Quizvraag
Hoe werd Abraham door God geroepen?
A
door een brandende braamstruik
B
hij hoorde een stem uit de hemel
C
door drie mannen die bij hem op bezoek kwamen
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Beschrijf wat je ziet op het plaatje van de vorige pagina?
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Video
Slide 15 - Tekstslide
Wat beloofde God niet aan Abraham?
A
Dat hij gelukkig zou worden
B
Dat hij de stamvader van een groot volk zou worden
C
dat er geen oorlog zou komen
D
Dat Abraham beroemd zou worden
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Gods oplossing: beide zonen zijn belangrijk en worden allebei stamvader.
Van welk volk wordt Ismaël de stamvader?
Van welk volk wordt Ismaël de stamvader?
A
Joden
B
Arabieren
C
Grieken
D
Egyptenaren
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Wat is geloven?
A
ervaren dat God bij je is
B
je bekeren tot God
C
vertrouwen dat Gods beloften waar zijn
D
de regels nakomen die in de bijbel staan
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Waarom is Abraham verdrietig?
A
Omdat Sara niet mee is
B
Omdat Isaak niet goed luistert naar hem
C
Omdat God gevraagd heeft om Isaak te offeren
D
Omdat hij het gevoel heeft dat God hem in de steek heeft gelaten
Slide 25 - Quizvraag
Wat denk je dat Abraham bedoelt met 'God zal voor een lam zorgen' ?
A
Dat Izaak het lam is
B
Dat God voor een lammetje zal zorgen om te offeren
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Wat beloofde God aan Abraham?
Slide 28 - Open vraag
Welk plan bedacht Sarah omdat zij niet geloofde in de belofte van God?
Slide 29 - Open vraag
Wat was Gods oplossing voor de familieruzie?
Slide 30 - Open vraag
De moeder van Ismaël is :
A
De beste vriendin van Abraham zijn vrouw Sarah
B
De slavin van Abraham
C
De buurvrouw van Abraham en Sarah
Slide 31 - Quizvraag
Hoe werd Abrahams geloof door God op de proef gesteld?
Slide 32 - Open vraag
Wat heeft Abraham uiteindelijk geofferd aan God?
A
Wierook
B
Zijn zoon
C
Een lammetje
D
Niets
